uit: ''Theorie van de straat'' (Uitg. NAi, 2007)

Paulien Oltheten (2)

 Morgen hoop ik tegen kwart voor twaalf verslag te doen vanuit De Balie in Amsterdam, waar nieuw werk hangt van Paulien Oltheten. Niet makkelijk. Deze fotografe wijst je op de vreemde beheptheden die je met je meedraagt.Het onuitputtelijke schouwspel van mensengedrag in het openbaar. In haar eigen woorden: mensen die ''duwen, trekken, leunen, hangen en wankelen'' op straat.

 Net als zij volg ik hoe mensen, wanneer ze zitten, hun hakken tegen richels aan zetten.
Schoenen worden vaak half uit gedaan. 
De zittende mens is bij haar een onderwerp apart.
In haar boek 'Theorie van de straat' liet Paulien al zien hoe het komt dat de pijpen van mannenbroeken zó 'opkruipen' dat je de van onderaf in volgorde schoen, sok en een stuk bloot been ziet voor je aan de broekspijp toekomt.

 Wat bijna niemand laten kan: met de vinger langs een ketting gaan die tussen twee paaltjes hangt.
En, in De Balie zijn ook weer veel mensen met eindjes touw in de weer. Waarom? Ik probeer iets te verzinnen, morgen. 

 

Jan Mulder (1)

De weg terug uit 't Oldambt was lang, de maan bijna vol.

De windmolens bij het Keteldiep hingen zowat in de lucht. 
Op het Ijsselmeer lag een inktzwarte schildering met gele vlammen.
Ik noteer dit in een modernknusse uitspanning bij Joure, jee. leeg, wel erg leeg.
Met van die nieuwgemaakte sprokkelhouttafels.
Maar het voornaamste is, met Jan Mulder, in Niewolda, gaat 't goed.
Later meer.

Tags: 
colberts met de dubbele split in Japan
het raadsel
nog 'n colbert. twee opgerolde documenten in de zakken. en dan.

Paulien Oltheten (1)

 Haar boek 'Theorie van de straat' (2007) werd in liefhebberskring een classic.Ze maakt niet alleen foto's, ze denkt er hardop bij, in handgeschreven teksten en schetsjes.Wat haar kennelijk dwarszit is hoe je je kunst moet laten zien. Nu was ik - net op tijd, 9 juni is het weer voorbij - in het café van De Balie in Amsterdam. Waar nieuwe foto's van haar hangen. Aan de muur, maar Paulien gaat verder. Op de bladen van verscheidene tafeltjes heeft ze foto's en kladjes uitgestrooid en daar doorschijnend plastic overheen geplakt. Zodat je af en toe een bezoeker moet vragen z'n espresso wat te verschuiven, of de suikerstrooier te verzetten. Of gewoon moet wachten tot zo'n tafeltje vrij is.

 Nu die ene foto. Gemaakt in Japan, want daar werkte ze een tijdje.
De dubbele split in colbertjasjes zit me al dwars sinds ik de politici Jozias van Aartsen en Robin Cook er eens allebei mee zag rondlopen. Parmantige kereltjes met dikke billen.
Hoe werkt zoiets? Door dikke billen - zag ik bij forse dames - gaat een split wijken of uitstaan. En zo'n dubbele split moet dan kennelijk 'afkleden'. Of? Hm. Ik denk altijd, afkleden maakt het erger.
Paulien Oltheten betrekt de kijkers in de raadselen die het straatbeeld haar opgeeft. Dit raadsel zet zich voort. Op één van de tafeltjes ligt een foto waarop je ziet hoe een derde Japanner de split van de rechterman optilt. Zit hij in Pauline's complot? Of is hij een toeschouwer net als zij.
Er is veel dat we nooit zullen weten.

Zaterdag tegen twaalven in de weekendeditie van de Avonden. meer.

 
 

Luchtschrijven

Al eerder, op 3 augustus 2006 belandde ik in het oude ambacht van het luchtschrijven. Het vliegtuig als een pen in de lucht. Zes tot acht letters op z'n hoogst. Anders is de eerste letter alweer verwaaid als de piloot aan de laatste begint. De witte rook die de letters vormt, zo leerde ik toen, kwam voort uit de verbranding van speciale olie, gecombineerd met de uitlaatgassen van de vliegtuigmotor. Slecht voor de lucht. Milieugroepen voeren wereldwijd actie tegen vliegtuigstrepen. En zo kwam het dat er in 2006 wereldwijd nog maar zes oude luchtschrijfpiloten actief waren. En nu, drie jaar later? Hun site is uit de lucht. En ik vrees het ergste voor de kunst van het luchtschrijven.

Wim de Bie schrijft vanmiddag:
'Tot op heden keek ik naar alle condensstrepen van vliegtuigen in de hoop dat het letters werden. Dat hoeft dus niet meer.
Kees en ik hebben nog eens een uitvoerige correspondentie gevoerd met een luchtschrijver, die is opgenomen in de digitale versie van Het Groot Bescheurboek in de DBNL.
Heel lang - maar dat waren wel meer schrijfsels in 1976.'

 
het voormalige stationsgebouw

ILSY

Theo Jansen heeft z'n werkplaats op Ypenburg. Ik ben daar geweest toen er nog nog een vliegveld lag.De warmste dag van mijn jeugd was die van de ILSY, de dag van de de Internationale Luchtvaart Show Ypenburg, zomer 1956. De lucht werd vloeibaar boven de startbanen en het hoge onkruid. Er stonden duizenden toeschouwers, in de weilanden, tot in Voorburg en op de Hoornbrug.

Het wachten tussen de acts duurde eindeloos. De stem van de speaker uit de luidsprekers liet het woord vrille los, maar eigenlijk ging het om straaljager. Het moeten Gloster Meteors geweest zijn waarmee een Engels stuntteam de zwetende menigte overdonderde. Ze rezen met z'n vieren peilloos hoog de lucht in, verdwenen uit zicht en kwamen terug uit de vier windrichtingen. Vlak boven mijn hoofd kruisten ze elkaar en sneden de lucht in vier taartpunten. Het optreden eindigde met het trekken van strepen door het zwerk in de kleuren van de Engelse vlag.
.
Laatst werd me uitgelegd dat het vak van 'luchtschrijver' voorgoed verdwenen is, om het milieu. Maar boven Ypenburg in 1956 schreef een man in een sportvliegtuigje die dag nog ILSY. Luchtschrijven was boven het Scheveningse strand heel alledaags. Op je rug liggen in het warme zand en kijken naar een vliegtuigje dat traag de letters ROXY spuit, veel mooier maak je het niet mee. Vooral die X.

Vandaag bericht de krant dat de VVD bezwaar maakt tegen het alleen in Nederland bestaande verbod met reclamevliegtuigjes te vliegen op zondag. Als ze herinvoering van het luchtschrijven gaan bepleiten stem ik op ze. 

bellen met Korea
de Animaris Umerus ('het geschouderde strandbeest')

Theo Jansen (3)

Morgenavond is in de Avonden te horen hoe de wetenschapper en kunstenaar Theo Jansen de vraag naar de schoonheid van zijn - uit louter elektriciteitsbuizen van PVC gemaakte - Strandbeesten beantwoordt.

'Je levert een gevecht met één materiaal. Je kunt het vergelijken met hoe een Eskimo zijn kajak maakt uit de middelen die in de buurt zijn.
Vreemd genoeg ontstaat er een soort schoonheid in dat ding waar ik zelf niet de hand in heb. En mensen prijzen mij daar voor.'
(...)
'In de echte evolutie is het denk ik ook zo gegaan. De schepper heeft zich beperkt. Hij heeft uitsluitend eiwit gebruikt om z'n natuur te maken. Niet het meest ultieme constructiemateriaal. Als je een eitje in de pan gooit denk je, moet je daar nou in godsnaam leven uit gaan maken? Het getuigt toch wel van optimisme. En van doorzettingsvermogen. Maar kennelijk - als je miljoenen jaren de tijd hebt en je probeert het steeds maar opnieuw - kun je toch met één materiaal iets maken. Zeg een wandelende tak of een hond. Je probeert weer eens wat. En in 1% van de gevallen lukt er iets waar je weer eeuwen op verder kan.
Dat vind ik ook het fascinerende van de echte natuur. Hoewel niet geprobeerd is er een esthetiek aan te geven, dat die esthetiek ontstaan is. Het is moeilijk om een dier te noemen dat niet fascinerend is om te zien als het vliegt of rent of zwemt. Wat dat betreft loopt mijn evolutie toch - hoewel ik het niet wilde - angstwekkend parallel met de echte schepping. Daar ben ik zelf ook heel verbaasd over.' 

 

 

 

Marjan Teeuwen van KW14 organiseert
uit de film Julia/Giuliana (2008) van Manon Bovenkerk, featuring Monica Vitti en het beton van Milaan. tekeningen en film (found footage?).
de roltrap uit de fenomenale nieuwste animatiefilm van Robbie Cornelissen: Het labyrinth (2009)

Stressed spaces

Noemde Marjan Teeuwen de tentoonstelling die ze heeft ingericht in laag 02 van de parkeergarage in het Paleiskwartier in Den Bosch. Niet in een museum dus. Vijfentwintig kunstenaars doen mee, er zijn schilderijen, films, knipsels, sculpturen. Wat Stressed spaces uitzonderlijk maakt is de stellingname van de organisatie en alle kunstenaars.

Vorige zaterdag bracht de Volkskrant al een vlammend stuk van de filosoof en dichter Maarten Doorman, dat nu - uitgebreid - in de catalogus staat. De autonomie van de kunst en de kunstenaars loopt langzamerhand van vele kanten gevaar. Samengevat: de overheid eist  marktwerking, Publieksvriendelijkheid (waarbij inbegrepen kindvriendelijkheid) teistert de musea. Als je niet oppast lost kunst  op in vormgeving, in media, in mode en architectuur. Of neemt de vorm aan van sociaal werk. Kortom, het populisme heeft de musea bereikt. En het gaat om bezoekersaantallen. Die zie je ook tot vervelens toe in de krant vermeld.  
Intussen doet de televisie nauwelijks meer iets aan beeldende kunst. Kunst is en blijft een romantische mythe, zegt Doorman. De mythe van de oorspronkelijke kunstenaar en zijn verbeeldingskracht. En daar is niets tegen.
En hij bepleit vrijplaatsen voor autonome kunst, hoe nutteloos ook. Ruimte dus. Bedreigde ruimte. 
Ergens moet nog plaats zijn voor het in vrijheid proberen vorm te geven aan wat je bedacht hebt en te kijken of het werkt. Wieweet je tijd vooruit te zijn. Zonder de hete adem van het moeten scoren in je nek.

Theo Jansen met de beschadigde Umerus

Theo Jansen (2)

De Animaris Umerus heeft stormschade opgelopen. Theo Jansen foetert wat, terwijl zijn assistent bezig is de Umerus te repareren heeft hij tijd voor radio. Maandag is ons gesprek te horen. Hij had het nieuwste strandbeest ook beter moeten verankeren. Eigen schuld. En hij heeft zo'n hekel aan repareren.

 De uitvinder en kunstenaar is net terug uit Korea. Hij is overal ter wereld wel een beetje beroemd. Komende vrijdag krijgt hij in Brussel de naar hem genoemde 'Prix Theo Jansen'.
Kunstenaar?
Nou ja, eigenlijk maken zijn strandbeesten zichzelf, in de parallelle evolutie die ze nu al sinds 1990 beleven, mutatie na mutatie. Liefst cijfert hij z'n eigen rol in die evolutie weg.
 Hoe begon het? Als jongen woonde hij vrijwel onder de Scheveningse vuurtoren, vertrouwd met strand en zee, altijd bij de waterlijn te vinden.
In 1990 fantaseerde hij in de Volkskrant zijn eerste strandbeesten. Ze zouden zand verplaatsen, de kust verstevigen, hele kuddes wilde hij er van uitzetten. Ze zouden zand in de lucht gooien en dat moest zich dan verderop ophopen.
In dit Darwin-jaar zou 'Strandbeesten van Theo Jansen' (met een sterke introductie van Henk Hofland) op scholen moeten worden uitgereikt.
Gek, die strandbeesten 'doen het', ze werken op wind. En tegelijk zijn ze mooi. Maar nu. Zijn ze zo mooi omdát ze werken? Of? Hoe zit dat? Wat is het verband. 
Later meer.

Hans Verhagen vanmiddag in Den Haag, met links Anton Korteweg en rechts z'n uitgever Vic van de Reijt

Hans Verhagen (2)

Vanmiddag kreeg Hans Verhagen de P.C.Hooftprijs. Zoiets noemt men wel 'een daad van rechtvaardigheid'.Je kunt ook zeggen: waarom zijn er anders P.C.Hooft-prijzen. De manier waarop hij hem in ontvangst nam was magistraal.Net als zo vaak in Music-Hall nam hij het tempo in handen vanaf het moment waarop hij op het podium werd genood. Daar was hij, met z'n tas. Denk niet dat ie z'n teksten tevoren al nerveus tussen de vingers geklemd hield. Nee, hij moest ze uit de tas halen, waar waren ze, o hier.

De volle zaal volgde zijn woorden en bewegingen op de voet.
Hij stond, keek nog eens, vond de drie gedichten die hij zou doen.
'Hij is bovenal musicus,' dacht ik, 'hij legt de zaal zijn tempo op.'
En daar ging hij. Al bij zijn eerste woorden was al het voorafgaande verdwenen. Er was alleen nog de stem van Hans Verhagen.

'Ik kan leven naar gelang mijn jas hangt
(en m'n jas kan hangen tot ik er zelf in hang)
maar hoe kan ik, opgezadeld met de zekerheden
van de dood, ooit vechten voor mijn leven?'

(...)    

Tags: 
Humboldt en Gauss
Daniel Kehlmann signeert in Felix Meritis

Daniel Kehlmann (2)

Eigenlijk is een tandartswachtkamer de ideale plek om 'Het meten van de wereld' van Daniel Kehlmann te lezen. Niet alleen krijgt de wiskundige Gauss in het boek een monumentale aanval van kiespijn, ook de toestand van het gebit van Bonpland, assistent van hoofdrolspeler Alexander von Humboldt komt aan bod. Maar groot is het optimisme van beide 18de-eeuwse geleerden. De wetenschap zal die kwalen meester worden.

Hardop lachte ik in die wachtkamer om de scene waarin Humboldt en Bonpland - Nieuw Spanje, nu Mexico - bezocht worden door een journalist.
Die man stelt journalistenvragen aan Bonpland.
Bijvoorbeeld 'wat Humboldt voor een man is'.
Het antwoord van Bonpland staat er uitgekiend. De moderne psychologie is nog niet is uitgevonden. Dus wat zegt Bonpland?
Hij zegt dat hij Humboldt beter kent dan wie ook. Beter dan zijn moeder en zijn vader, beter ook dan zichzelf. Hij heeft het niet zo uitgezocht, maar zo is het gekomen.
'En?' vraagt de journalist.
Bonpland zucht. Hij heeft geen idee.
Dan vraagt de journalist hoe lang ze al samen onderweg zijn.
Hij zou het niet weten, zegt Bonpland. Misschien een leven lang. Misschien langer.

Het is een wondere wereld. De twee nemen waar en nemen waar. Ook varend.
Op zeker moment ziet Bonpland de schaduwen van vogels over de Orinoco scheren, maar als hij opkijkt zijn er geen vogels.   
Geen wonder, zeggen lokale bewoners, het zijn de zielen van vogels die daar vliegen, vogels worden immers niet in de hemel toegelaten.
En, waarom zijn er zoveel muggen? Steeds meer?
Dat is omdat muggen onsterfelijk zijn, er komen er steeds meer.
Er is nog veel te doen voor beide wetenschappers.

Daniel Kehlmann
Beluister fragment

Pagina's