'Sprinten, hard schieten uithoudingsvermogen, zijn - hoe belangrijk ook - slechts prettige bijkomstigheden in vergelijking met dat ene: de techniek van de speler individueel. In de fijne trekjes, de zwierige handelingen met de bal, ligt ook het grote plezier van mijn sport besloten. Een speler die de bal met een touwtje aan zijn schoen schijnt te hebben, heeft beslist een prettiger wedstrijd dan de zwoeger, de sjouwer, en hij is in mijn ogen ook... nuttiger.'
'De verzorging van de tekst heb ik overgelaten aan de journalist Bert Pasterkamp,' staat er. Hoe de samenwerking Lenstra-Pasterkamp verlopen is vermeldt deze uitgave niet, wat wel jammer is. De follow up 'Honderd goals!' is er ook bij.
De voetballessen lijken me nog steeds steekhoudend en te volgen. Bewegingen neerschrijven in woorden, lastig genoeg.
En, de foto van Abe met junior Jan, die deed het hem. Stel je nou toch voor.
Abe’s naam werd zo uitgesproken dat ik lang gedacht heb dat hij Abelenstra heette.
Eens bezat ik een voetbalplaatje (karikatuur van Uschi) van Abe Lenstra. Onschatbare waarde, maar ik was zes en heb het me laten aftroggelen. Abe was een beetje gescheurd, wat zijn waarde verminderde. Zeiden ze. Oudere jongens waren het. En ik kreeg er drie Nederlands elftalspelers voor terug.
Even later had ik al spijt. Zoveel spijt.
ps. Op z'n 36ste speelde Abe nog in het Nederlands elftal. In 1956, tegen Zwitserland in Lausanne. Er werd gewonnen met 3-2, Abe scoorde een keer (eerste minuut van de wedstrijd) en gaf de andere twee aan. Wat was midvoor Lenstra voor een man? Linksbinnen Faas Wilkes zei: 'Je nam hem bij het Nederlands elftal niet in de eerste plaats voor de gezelligheid mee. Ik mocht Abe als mens heel graag, maar hij was niet altijd even vrolijk.'