in 2007, thuis in Gouden Leeuw

I.M. Anthony Mertens

In maart 2007 was ik op radiobezoek bij Anthony Mertens, de redacteur bij Querido, criticus, universiteitsdocent, die in 2003 een herseninfarct kreeg waarvan hij stap bij stap bijkwam. Zover dat kon. Alles moest hij bewust doen. Om te spreken heb je adem nodig, legde hij uit, ademhalen dus, dan bedenk je iets, vervolgens vind je er woorden voor en die moeten dan worden uitgesproken. Het was herwonnen spreken. Dat moest eerst aan de radioluisteraars duidelijk gemaakt worden.

Ook voor lezen heb je adem nodig, leerde ik.
Anthony Mertens ervoer wat hem overkwam als een geluk, zei hij. Hij rookte en dronk niet meer, deed aan sport en luisterde naar Haydn. De veertig pils met Adri van der Heijden behoorden tot het verleden. 
Zijn grote onderwerp was en bleef drempels. In zijn proefschrift 'Sluiproutes en dwaalwegen' (1991) deed hij onderzoek naar 'drempelervaringen' in de literatuur. Een voorbeeld: Odysseus die zich aan de mast liet vastbinden om het zingen van de Sirenen te kunnen horen zonder door de roes meegesleurd te worden. 
Het gaat om het verlangen naar het onbereikbare, datgene wat niet in woorden kan worden uitgedrukt. Een verlangen dat met angst, maar ook met extase gepaard kan gaan.
Anthony Mertens had een zesde zintuig ontwikkeld voor passages over drempels. Ze trokken als magneten aan hem. Hij beschouwde heel de literatuur als een poging verder te reiken dan de waarneembare werkelijkheid.
Was het niet een diepe ironie van het lot dat juist hij werd getroffen door een herseninfarct en daarmee zelf met huid en haar in zo'n drempelervaring terecht kwam?
Van lezer werd hij schrijver.
In zijn vorig jaar verschenen boek 'Zwaluwziek' deed hij zonder omhaal verslag van zijn pogingen terug te keren naar het land der levenden.
Toen ik hem vorig jaar vroeg of met deze titel bedoeld werd dat  hij ziek werd van het kijken naar vogels die alles konden wat hij niet meer kon zei hij ‘ja’. 

Anthony Mertens, 'Lezen, man!'
Beluister fragment
Frank Zappa door Gijsbert Hanekroot
Gijsbert vanmiddag in het Museum Volkenkunde in Leiden

Gijsbert Hanekroot

Het was een warme dag aan het Uddelermeer in de zomer van 1970. Frank Zappa en de Mothers of Invention hadden gerepeteerd. Roelof Kiers, Charles Leeuwenkamp, godweetwie en ik bliezen uit. En maakte nog wat technische afspraken voor de tv-uitzending van Piknik, die avond.

Zappa, maker van het album dat heette 'We're only in it for the money' (grapje) had nog een vraag. Hij vroeg opeens 'What about the money?'
Roelof - ontbloot bovenlijf, het was erg warm - trok zijn Roeloflachje, en liet een pauze vallen. Opeens spanning.
'Yes the money,' zei hij, met z'n Drentse accent.
En toen: 'Why don't you do it for nothing?'
Zappa dacht even na.
Was er dan niets geregeld? Stel dat? Anderzijds, free concerts waren in de mode.
'Allright, we'll do it for nothing'.
Een jaar later regelde Roelof een symphonie orkest voor hem. En meer nog. Ze raakten bevriend.

Aan dit soort scènes dacht ik bij het bekijken van 'Van Abba tot Zappa,' de popfoto's die Gijsbert Hanekroot maakte 1969-1983. Nog steeds te zien in het Museum Volkenkunde in Leiden.
Ik koester het bijbehorende fotoboek.
Gijsbert, de vaste man van Muziekkrant Oor, was de eerste beroepspopfotograaf in Nederland. Na 1983 maakte hij andere foto's, over de hele wereld.
Volgende week zit hij Detroit, om het Amerika van nu vast te leggen, hoop en wanhoop.
In zijn jaren '70 popfoto's is hij de specialist van het onbewaakte moment, de naar binnen gerichte blik.

Morgen na 21.00 is hij te horen in de Avonden

Gijsbert Hanekroot
Beluister fragment
de Utrechtse Jeruzalembroederschap in 1525-1527, links Van Scorel
nogeens de broederschap (er hangen vier van deze portretreeksen). een specialisme van Van Scorel: de ''cameralook''. wie kijkt er de toeschouwer aan, wie vroom voor zich? en wat zit daar achter.  
vrouw op zijpaneel, ong. 1535

Jan van Scorel (2)

Vanmorgen de tentoonstelling in Utrecht gezien. Beelden uit een merkwaardige overgangstijd. Het duurt lang voor Scorel wat hij in Italië geleerd heeft ook in praktijk brengt, wel tot na 1530, 1540. Dan komen toch nog groots opgezette taferelen, waarin met weggedraaide ogen omhoog wordt gezien. Voor die tijd zijn er toch vooral de portretten.

Stel je voor een katholiek Nederland.
Waar de Jeruzalembroeders zo van het platteland op pelgrimstocht gingen naar het Heilige Land, als nu de hadji naar Mekka. Eentje had er zijn vrouw mee, geen probleem.  
Scorel schilderde ze op lange planken, koppen op een rij, de een al sprekender dan de ander. Kinkels met petten en mutsen. Zelf staat ie er tussen, hij was daar immers ook geweest. 
Veel over van Jan van Scorel (1495-1562) is bekend uit het Schilderboek van Carel van Mander (1604).
De onwettige zoon van de dorpspastoor in Schoorl schopte het tot kanunnik van de - nog door Saenredam geschilderde, later afgebroken - Utrechtse Mariakerk, waar hij ook een praalgraf kreeg. En, celibaat of niet, bij zijn Agatha kreeg hij 6 kinderen. Hij bereikte veel. 
Van Scorel was als eerste schilder in de Nederlanden niet langer ambachtsman. Hij was een meneer geworden, die kon rekenen. Een architect die ontwierp. Die de werkelijkheid niet alleen weergaf volgens de perspectiefregels van Alberti maar die ook bouwde. In Italië al lang een gangbare combinatie.  
Er werd zelfs na een tijd verzucht. Renaissance, goed, maar niet te veel bouwwerken op het doek. 

vandaag

Het einde van Cicero

Zo gaan die dingen. Er staat iets, maar eigenlijk staat er niks.Degeen die dit tekstje tikte heeft er, denk ik, van alles bij gedacht. En misschien ook wel opgeschreven. Maar daarna weer gewist.Wat van de boekenbijlage Cicero overblijft is 'onderdeel van het nieuwe tabloidkatern 2 dat vanaf maandag verschijnt'. Dat weet de lezer dan.

Het lijkt een zinnetje uit een intern memo.
De lay-outer nam meer vrijheid. Hij bracht het verzuipen van de Cicero prachtig in beeld.

Wordt er dan niet meer gelezen, wordt er niet meer geschreven?
Meer dan ooit.
Daar zou het in zo'n bijlage over moeten gaan. Een baken in zee. Waar ieder woord er toe doet. 

Jan van Scorel (1)

 Zaterdag omstreeks 11.45 hoop ik een klein verslag te doen van de tentoonstelling 'Scorels roem' in de zaterdageditie van de Avonden.

 Scorel was al bij Dürer in de leer en in het Heilige Land geweest en had in Italië gewerkt toen hij in 1522 tot opzichter van de pauselijke kunstcollecties werd benoemd door de Nederlandse paus Adrianus VI, die de naam heeft - zie Eddy de Jongh die ik eerder aanhaalde uit Kunstschrift, die hem een kampioen van de vijgenbladcultuur noemde - preuts te zijn geweest. Of Scorel klassieke beelden heeft laten castreren weet ik niet.
Maar hij wordt nu in het zonnetje gezet als de man die 'de renaissance naar Nederland haalde'.
Hm, de renaissance. 
 Vooral na het zien van de 'Vroege Hollanders' (Geertgen tot Sint Jansz ea.) vorig jaar in Boijmans twijfel ik.
Ik hou van de manier waarop de pre-renaissance schilders hun figuren in het vlak zetten. Vaak tegen de regels van het perspectief in, te dicht op elkaar, soms donderen ze bijna de lijst uit, maar het werkt, het overtuigt. Het geestesoog herkent.
Mensen nemen maar twee dimensies waar. Wij zien in werkelijkheid geen perspectief. Toen Scorel het uit Italië meebracht en het mode werd richtte dat rampen aan.
Later zagen kubisten en anderen dat in. En gingen te rade bij 'primitieve' Afrikaanse kunst.

 ps. Het nieuws: maandag as. komt uit Rome ook het beroemde portret van Scorels geliefde Agatha van Schoonhoven naar Utrecht. Dat, en zijn koppen van boerenkinkels met mutsen, wil ik zien.       

Meneer Foppe

Wim de Bie is terug

Hoe lang zou ie het uithouden?Op 18 mei vorig jaar verscheen z'n laatste bijdrage op Bieslog.Nu is ie terug. Een nieuw Meneer Foppe-boek, ''Meneer Foppe & de hele reutemeteut'' heeft als vanzelf tot een foppelog geleid. Wim schrijft: ''Het begon toch weer te kriebelen. Elke dag maak ik nu iets voor het Foppelog. (Oorspronkelijk ter promotie, nu als weblog.)''Ik, als lezer, ben de koning te rijk. ''Meneer Foppe is de Nederlandse Oblomov'' schreef ik eens over de meest onderschatte figuur uit onze letteren. Enfin, lees zelf, op Foppelog van gisteren staat:

dinsdag 31 maart 2009 19:22 | foppelog

Soms is meneer Foppe onderweg van supermarkt naar huis, wanneer zich een kleine boodschap aandient. Tegelijk groeit de fatale zekerheid dat hij thuis ‘niet zal halen’. Gauw een openbaar toilet zoeken voor een noodstop - er zit niets anders op. 

Een café binnengaan, een kop koffie bestellen en pas dan naar het toilet snellen, is voor meneer Foppe een onmogelijke actie, zo zeker is hij ervan dat de cafébaas er iets van zal zeggen. ’Het is toch echt niet de bedoeling dat u mijn café binnengaat enkel en alleen voor het toilet, meneer. Het toilet is er voor onze vaste gasten die meer bestellen dan een excuuskopjekoffie.’

Meneer Foppe is dus aangewezen op de toiletten in warenhuizen en op het station en als hij de poortjes en draaihekken is gepasseerd - hij heeft altijd enkele vijftigcents munten in de jaszak - kiest hij in het herentoilet nooit voor de urinoirs, maar altijd voor een wc die op slot kan.

Maar dan. Als hij de kleine boodschap tot zijn grote opluchting kwijt is, begint de grote schoonmaak. Want meneer Foppe wil een eventuele volgende bezoeker niet de indruk geven dat híj het toilet zo vies heeft achtergelaten. Hij trekt een flink eind wc-papier en neemt alle spetters op bril en randen af, ook al weet hij zeker dat het niet zíjn spetters zijn. Maar ook de vloer, met links en rechts plasjes naast de pot, krijgt een grondige schoonmaakbeurt. En ook dat zijn zeker niet meneer Foppe’s eigen plasjes. Hij poetst en boent tot alle sporen zijn verdwenen. De pot glimt, de vloer is droog.

Ja, het is een smerig karweitje, het opruimen van andermans kleine boodschappen - en hij is soms op de rand van kokhalzen - maar de voldoening is groot als er inderdaad een volgende klant staat te wachten. ‘Gaat uw gang, hoor’, zegt meneer Foppe de deur uitnodigend openhoudend. 

Of hij zegt - en dan is hij in een uitstekend humeurtje: ‘Gaat uw gang, hoor, de kust is vrij!’

Tags: 
 klik voor vergroting twee keer, de tweede keer op het kruisje rechtsonder

Denkwolkjes

Deze Suske & Wiske kocht ik eens tweedehands in Antwerpen. De eerste pagina heeft me sindsdien vergezeld. Ik vertelde het grapje van Willy Vandersteen over de kruising van de denkwolkjes vaak na. Denkwolk is veel beter dan 'balloon'.Maar pas onlangs zag iemand de vérgaande mogelijkheden die in deze halve pagina besloten liggen.

Er zijn twee personages, Sidonia en de agent. Allebei hebben ze een zichtbaar leven en gedrag, de een loopt over straat, de ander staat - ook op straat - te suffen.
Daarbij hebben ze allebei een geestesleven, uitgebeeld in de denkwolkjes.
Stel je nu voor dat een heel verhaal lang de gedachten van twee of meer figuren zichtbaar zouden zijn. En dat niet alleen. Stel dat die gedachten konden oversteken van het ene brein naar het andere. Zoals hier, en tenslotte ook in werkelijkheid al vaak gebeurt. 

luxe
stootrand en servethouder

Kunststoffen

De zittingen van de barkrukjes in de Servische restauratiewagen, zoals te zien in de film van Arianne Olthaar, maakten veel bij me los. Goedkope, langharige kunststoffen. Wat doen ze? Ze waren pas uitgevonden en suggereerden ongebreidelde luxe, voor iedereen. De schijnrijkdom van de naoorlogse wederopbouw. In die weefsels zat af en toe ook een glimdraadje dat flonkerde in het kunstlicht. Marcel van Eeden weet ook van deze dingen.

Andere materialen, die de weefsels omlijstten: plastics in vele soorten, maar ook chroom, waardoor Amerikaanse luxewagens ook binnenshuis kwamen. Een hoofdstuk apart was het met de vreemdste motieven bedrukte formica. Formica moest worden afgewerkt, in ronde hoeken, waar stootranden werden aangebracht, in op hard rubber lijkende plastics, maar in deze wagons zie je metalen stootranden, waarin ik denk een rubberen strip was verwerkt.

Nu worden ook de interieurs van de snelwegrestaurants van Jacques Borel bij me wakker. De slaatjes daar bevatten paarse kleurstoffen, waren oneetbaar, en werden nogal eens vertrapt in het vaste tapijt.

Tags: 
ochtendkrant in de De Clerqstraat

Rob Wijnberg (2)

Met Rob Wijnberg aan de ochtendkoffie, om te praten over 'Nietzsche en Kant lezen de krant', z'n derde boek. Het is de zonnige ochtend na het kamerdebat over de gevolgen van de kredietcrisis. De krant ligt op tafel, maar interessanter blijkt de vraag hoe een verklaarde postmodernist, en Nietzsche-fan als Wijnberg aan z'n meningen komt. Kantianen hebben het makkelijker, die beschikken over een waarheid

Waar haal je antwoorden vandaan als God en de Waarheid dood zijn, als er geen feiten bestaan maar alleen interpretaties?
Hij legt het uit, maandag na 21.00 in de Avonden. 
En de rol van de media in de televisiedemocratie gaat onder het mes. De wereld Draait Door en Pauw en Witteman? Nee, zo moet het niet. 
Hij eindigt met een klassieke oproep aan politici om hun verantwoordelijkheid te nemen.
En na afloop vertelt hij - als reactie op ons gesprek over het overstelpende, zo langzamerhand gekmakende verschijnsel 'mening' - dat hij speelt met het idee van een roman over een 'Man zonder meningen', vrij naar Robert Musil. 

Rob Wijnberg
Beluister fragment
formica met houtnerf (rechts)
Arianne Olthaar
rijdend bordeel?

Arianne Olthaar

Arianne Olthaar (1970) filmde - op super 8, dat geeft die mooie korrel - het interieur van een Servische restauratiewagon. Een bar/ bistro met vastgezette meubels, die rijdt door een sneeuwlandschap. Geen levend wezen te zien, alleen het voorbijgaande landschap achter de raampjes beweegt.

Meer wagon-interieurs krijg je te zien, er is er één met - o wonder - wandjes van formica met een houtnerfmotief. De inrichting van de meeste van deze wagons, vertelt ze, is inmiddels al verwijderd en vervangen door 'iets straks'. Vergankelijkheid.
In Galerie West in Den Haag zag ik vanmorgen deze beelden uit haar film 'Restauratiewagens'. Arianne vond ze het voormalige Oostblok. Ontwerpen uit de jaren '60 en vooral '70. Neem nou die barkrukken. Alleen van ernaar kijken krijg je al jeuk. Wat is dit? Peepshowpluis? Een bordeel op rails?

Haar fotoproject over 'klassieke' Europese dierenverblijven uit dezelfde periode is nog deze zondag te zien in Stroom, ook in Den Haag.
Apenhuizen, ingericht - staal, tegels - naar de toen nieuwste aap-inzichten. 
De apen zijn voorgoed vertrokken.
Is dit 'retro'? Wie wil terug naar wat en waarom?
Wat zien jonge kunstenaars van nu in de stijl van de jaren '60 en '70.
Ze zegt 'ik wil het vasthouden, ik film het voor het voorgoed wordt opgeruimd'.

Tags: 

Pagina's