Hanny Michaelis

Op de onvolprezen Laurens Jz Coster-site vandaag een nagelaten gedicht van Hanny Michaelis (1922-2007), uit haar net opnieuw verschenen Verzamelde gedichten. Ik kwam haar op de Reguliersgracht halen als ze in Studio Amstel voorlas. Dat moest, ze was bang voor de 'arabieren' in de Halvemaansteeg. Stijf gearmd gingen we daar doorheen. Zij altijd 'n beetje koket, met haar mooie bontkraag.

Wat men gemakshalve
het leven noemt, is niet
al te vriendelijk met me omgesprongen.
Het maakte me tot wie ik werd,
iemand die wordt opgemerkt,
en daarna over het hoofd gezien,
omarmd en dan weer losgelaten.
Maar onvriendelijk was het ook niet.
Het liet me wolken zien en
sterrenhemels, bomen en water,
vlammende ramen in de avondzon,
de maan maagdelijk blozend
achter het traliewerk van een gashouder.
Het liet me treinen horen in de avond,
zingende merels en het drukke
tsjilpen van de kleine ontroerende
parmantige mussen.
(circa 1998)
 

Tags: 
en het nieuwe land
opspuiten..

Zand (1)

Erik Wesselo maakte polaroids en 16mm filmpjes van zand. In opdracht van de haven. Nu te zien in het Rotterdamse Fotomuseum.

 Het verdwijnen en ontstaan van land gaat overal het zelfde, in India, Korea, Dubai en op de Maasvlakte. Stuifzand aan zee.
Zandzuigers spuiten op. Even lijken oneindigheid en vergankelijkheid nabij - soms heb je alleen nog houvast aan het licht, de lucht of een betonskelet.
Zand en water, de grondstoffen van Nederland - komen aangewaaid, aangespoeld, worden opgespoten. Zand kan niet zonder water. De wereld verwoestijnt. Of spoelt onder.
De zandzak, de zandloper, de waterdruppel.
 Erik Wesselo kijkt toe. Zand is als water. Het ziet er steeds anders uit. Zuigen en spuiten. Daar lig ik, zand op het lijf, tussen de tenen, in ogen, in de navel, in het eten.

Morgen na 22.00 meer in de Avonden.
 

Tags: 
en de gebruiksaanwijzing
'een stukje hemel zal naar beneden vallen en blijven draaien tot het de horizon wordt'
Lei Saito voor haar maquette van het universum.. zou er nu echt een kleine deegrolller tussen de geometrische figuren liggen?

Lei Saito

L'histoire de début du monde jusqu'a la moitié. Ofwel: het verhaal van het begin van de wereld totaan de helft.

Zo heet wat je achter de maakster uitgestald ziet. De Frans-Japanse Lei Saito op de Open Rijksacademie. Een maquette van de schepping, gemaakt op een schoolbord vol uitgewiste formules, deels alweer tot stof uiteen gevallen. 
De wereldgeschiedenis. 
Totaan de helft.
Daar zijn we volgens haar dus nu.
Ik zei dat ik haar wereldgeschiedenis buitengewoon grappig en verhelderend vond.
Dat drong door. .
We gingen glimlachend uiteen.
Er was bij haar nog veel meer. Misschien heb ik er niets van begrepen. De catalogus zegt: 'Ze speelt met de grenzen van het heelal, die ze aanpast aan de schaal van haar denkvermogen.'
En wat voor haar pleit: ze werkt met gebruiksaanwijzingen.
De gebruiksaanwijzing in de kunst, ja!
 

Bérénice Béjo zingt.. luidop. vreemd en schril 
Jean Dujardin zegt een film lang geen woord.. toch hoor ik zijn stem...

The artist

Op de radio moet je als verslaggever of verteller voor de luisteraar onder woorden brengen: 'U heeft een cowboyhoed opgezet waarom is dat?'

De televisie kwam, maar de radio verdween niet. Een onopgelost raadsel. Het 'ooggetuigeverslag' bestaat nog. Hele voetbalwedstrijden worden verteld aan mensen die er niets van zien.
Wat ik leerde: de zintuigen vormen één geheel. Wie iets hoort moét tegelijk voor zijn geestesoog iets zien, of hij wil of niet, zelfs voelen en ruiken. En andersom, wie iets ziet zal er ook iets bij horen en zo verder. Die samenhang merk je bij het zien van The Artist, de ode aan het Hollywood van de stomme film van Michel Hazanavicius.
Er heeft een filmwereld bestaan waarin geen woord gezegd werd. Alle wendingen in het verhaal moesten worden getoond. Naar die wereld keerde ik terug.
Al kijkend had ik steeds minder de indruk dat ik iets miste. In mijn hersenpan huist kennelijk een inspeciënt die de geluiden keurig invult.
En toen op het slot van de film het hondje van Jean Dujardin hoorbaar begon te blaffen kwam me dat storend en overbodig voor. Sterker nog, er bestaan leesboeken waarbij je niets anders hoort en ziet dan letters. Wat?
 

rustgevend grijs..
grind en asfalt.. in de verte ligt de Naald..

Straat (3)

Vanmiddag wandelde ik met landschapsarchitect Jeroen Bosch over de Apeldoornse Loolaan. Een van 82 geslaagde straten, wegen, kades en zo meer die hij met Harm Veenenbos uitkoos voor hun boek Straten maken.

Wat is een goede en mooie straat? De Loolaan - kortgeleden heringericht - ademt rust en helderheid. De verbinding tussen Paleis en dorp, een kilometer lang, omzoomd door vijf rijen lindebomen oogt statig. Geen verkeersborden, geen reclames. Zelfs geen lantaarnpalen, de lampen van de straatverlichting hangen aan 'tuidraden'.
Het donkergrijze asfalt van de rijbaan zet zich voort in de fiets en voetgangerspaden aan weerszijden en in de grindbermen. Deze kleurstelling wordt alleen doorbroken door een strook gras langs de parkeerhavens.
Aan een straat herken je stad, durven Jeroen en Harm te zeggen.
Kijk naar foto's en je weet: 'dit kan nergens anders zijn dan in Apeldoorn.' 

Je zou zeggen hier gebeurt nooit wat. Tot in 2009 aan de paleiskant van de Loolaan, bij het monument 'De naald' een man op de menigte van koninginnedag inreed en acht doden maakte, zichzelf inbegrepen. De dader werd beschreven als een rustige, vriendelijke man. 
 

het omslag..

Het hoe (2)

Er is maar één reden tot lezen, nieuwsgierigheid naar de afloop. Als ik een roman schrijf moet ik dus eigenlijk de afloop al in m'n hoofd hebben.

Maar.. het verhaal is er ook nog. Naarmate het groeit krijgt het meer praatjes. Misschien wil het wel anders aflopen?
Naarmate het vordert heeft de schrijver minder te vertellen.
Nu mijn idee. Mijn roman gaat over een man die zijn leven als mislukt beschouwt. Daarom besluit hij er een eind aan te maken. Meer nog, hij wil ook iedere herinnering aan zijn mislukte leven uitwissen. Voortleven in de herinnering van anderen lijkt hem ondragelijk.
'Ik had er nooit moeten zijn.'
Zo'n beginzin zet een toon en maakt meteen spanning. Hoop ik. Volgt de confrontatie met de natuurkundeleraar die hem vernederde, het meisje dat hem afwees, zijn tirannieke vader en nog een lange lijst anderen. De moed zakt hem in de schoenen. Ook al omdat het verhaal meer en meer een autobiografie blijkt. 
Ik realiseer me dat ik ook alle lezers van Avondlog uit de weg zou moeten ruimen. Het eind is zoek.
Gelukkig ben ik meer geïnteresseerd in ziekelijk slapelozen dan in seriemoordenaars.
Het boek raadt me zichzelf af. Geef het ongelijk..
Luister morgen. 
 
 

Jan Brokken

Het hoe (1)

Jan Brokken schreef in 2006 een boek met nuttige tips bij het schrijven van romans en verhalen. Geen cursus, maar een verzameling schrijverservaringen en eigen inzichten.

'De wil en de weg' bereikte al vier drukken. Nu is er een tweede deel, getiteld 'Het hoe'.
Vanmiddag sprak ik hem. Wat zou ik vragen? Ik verzon een roman die ik zou willen schrijven. Uit 'Het hoe' had ik geleerd dat daarin alles op het spel moest staan. Heel het bestaan van de lezer zou erdoor op losse schroeven gezet moeten worden.
Maar hoe moest ik beginnen? Eerst alles op papier gooien wat me te binnen schoot en nog niks aan vorm doen? Of me concentreren op de eerste zin. Eerste zinnen zijn belangrijk had ik geleerd: 'Als ik de titel en de eerste zin van mijn roman heb, heb ik mijn halve boek.' Eerste zinnen zetten de toon, maken een spanning voelbaar die de lezer niet meer los mag laten. Die hem nieuwsgierig moet houden.
Of zou ik me gaan blindstaren op die eerste zin. Eerste zinnen uit de literatuur gaan naslaan?
Jan Brokken vroeg een 'mysterie dat om ontraadseling schreeuwt'. Maar mysteries heb je in soorten. Morgen mijn verzinsel.

En vrijdag na 22.00 meer in de Avonden.
 

Tags: 
het boek - met Cd
Wim Verbei

Boom's blues

Vanmiddag werd het boek Boom's Blues van Wim Verbei ten doop gehouden. Een zeldzaam document waarin is vastgelegd hoe Nederland in de jaren dertig van de vorige eeuw kennismaakte met de Amerikaanse blues.

Het bevat ook de volledige Nederlandse tekst van een niet eerder gepubliceerd manuscript uit 1943 van Frans Boom, getiteld 'De Blues. Satirische Liederen van de Noord-Amerikaanse Neger.' De allereerste studie over blues ter wereld. Plus een CD met 24 bluesnummers die Frans Boom in zijn collectie had en/of verwerkte in zijn manuscript. De voorgeschiedenis stond eerder in Avondlog: eind jaren zestig publiceerde kenner Paul Oliver in Londen een serie bluesboeken. Bij hem kwam het manuscript terecht dat Amsterdammer Boom op 23-jarige leeftijd schreef. Het verscheen niet en het manuscript raakte spoorloos. Bluesschrijver Wim Verbei vond het in 1996 terug. Maar om erachter te komen wie Frans Boom was (in 1953 overleden in Indonesië) kostte hem meer dan 10 jaar.

En nu dan het hele verhaal: 'Boom's blues'. Een vierkant boek, bij in de Knipscheer.
 

prinses JInxiang in jachtkostuum.. ze jaagt met behulp van haar luipaard.. beeld uit haar tombe

Tang-dynastie (3)

Er was een keizerin, één enkele. Wu Zetian heette ze en ze begon als een van de talloze concubines van de keizer. Na diens dood verdween ze - als gebruikelijk - in een klooster.

Maar werd daar weer uit gehaald door de hoofdvrouw van volgende keizer. Die haar inzette als 'tegenwicht' tegen een andere concubine, die volgens haar teveel invloed kreeg op haar echtgenoot.
Volgde een klassiek koningsdrama: Wu Zetian greep niet alleen de keizer maar ook de macht. 
Er was - althans in de hogere kringen - een zekere vrouwenemancipatie. Zo zijn er beeldjes en schilderingen van paardrijdende vrouwen, die dat heel mannelijk deden. Dus niet in de vele eeuwen verplichte Westerse - erg lastige - Amazone-zit, maar de mannelijke. Waarbij ook een mannelijk rijkostuum: nauwe tuniek, met zo te zien een leren broek, waarbij vaak ook een hoed werd gedragen. Deze dracht was zo populair dat vrouwen ook zo gekleed gingen als er niet werd paardgereden.   
 
 

jurk met hoge taille, de mode in de vroege Tang-periode.. later werd het ideaal 'volslank'

Tang-dynastie (2)

Een lage ochtendzon schijnt op de balken in mijn kamer,de stadspoort wordt geopend! luidt de roffel op de trom.De hond slaapt boven op de stoep: de aarde is dus vochtig,De lucht is opgeklaard want vogels kwetteren voor mijn venster.Maar half bekomen van de wijn weegt mij het hoofd zo zwaar,Sinds kort verlost van winterkleding voelt het lijf zich licht.Uit slaap ontwaakt is 't hart geleegd, verlangens zijn verdwenenEn heimweedromen heb ik de laatste tijd slechts zelden.Bai Juyi (824), Hangzhou

'Woorden zijn de versiering van het lichaam.'
Over deze zin moesten aankomende Tang-ambtenaren een opstelletje schrijven.
Maar 15% slaagde voor het examen.
Schrijven, hoe deed je dat? Het begrip 'wen' verwijst in de Tang-tijd naar het geheel van ritme, ontwerp en versiering; naar patronen die natuur en mens met elkaar verbinden. Het wen-ideaal zie je terug in literatuur, muziek en rituelen.
Onze dichters zijn geen kalligrafen meer. Voor de Chinezen telde zwaar hoe een tekst geschreven was. De schoonschrijfkunst en de schilderkunst gebruikten de zelfde materialen en middelen. Met de penseel werden zijderollen en muren beschreven en versierd met  anekdotes, gedichten, historische verhalen, brieven en grafschriften. Het leven weergeven. Daar ging het om.

Morgen na 22.00 in de Avonden meer over de Tang-dynastie.
 

Pagina's