maandag 19 september 2011 - 17:56
Hoe kon je verder na De Stijl, de beweging die begon in 1917 en in de jaren '30 onder aanvoering van Piet Mondriaan de wereld herleidde tot strakke vierkanten?
Kunstenaars waren geen artiesten in schilderskiel meer, maar goedgeklede vakmensen.
In 1958 begonnen ze als de 'informelen'. Het ging ze om de sereniteit, de herhaling en de eenvormigheid.
Om met Armando te spreken 'niet mooi en niet lelijk, niet goed en niet kwaad, een kunst die geen kunst meer is maar een gegeven feit'. Een logisch vervolg op De Stijl. Maar de ironie was nooit ver. En juist die werd nul fataal.
Veel ging niet door ook, de ingeblikte artiestendrol ('merda d'artista')' van de Italiaan Manzoni werd afgekeurd door de Duitsers bij de tentoonstelling van 1960 in het Stedelijk. Het hele museum - ook de Breitners, Appels en Mondriaans - hullen in mist ging ook niet door, evenmin als 'environments' van motregen en blusschuim in de zalen. Maar het ergste, in 1965 bij de derde tentoonstelling, liep het publiek gierend en proestend door de zalen'.
Nul was in de mode, en daarmee dood.