andere wereld.. de binnenstad, waar het nieuwe museum verrijst..
de bouw komt..

Braakliggende terreinen (3)

De dichter Adriaan Morriën zei eens: 'ieder kind moet de gang van de beschaving, vanaf de oertijd, spelend weer helemaal doorlopen'.

Het gebeurde - ook al in zijn jeugd - op nog onbebouwde landjes - in een wereld van modder, ijs, hout, steen en vuur. Daar leerde je als kind hoe ermee om te gaan, wat de gevaren ervan zijn. Wat is bruikbaar, wat eetbaar? Haal-en-breng-kinderen bestonden nog niet. Of je moest ziek zijn.
Daar, aan de beschavingsrand gaat het om vaardigheden als hutten bouwen van sloophout, bromfietssleutelen, je verstoppen, inbreken. Ouders zijn hier niet.
Dan komt onverbiddelijk de bouw, de hekken, het prikkeldraad.
Wat staat je anders te doen dan er overheen klimmen. Nog voel ik het in m'n vingers, rood van de kou. Mijn handen zitten vol splinters en bloedige schrammen. Ik heb er nog een groot litteken van op m’n knie - een roestige spijker, als onderscheidingsteken.
 

straks..
vanmiddag..

Braakliggende terreinen (2)

Een onbebouwd landje wacht op het bouwrijp maken. Een fabriek wordt gesloopt, het terrein wacht. Gaten in de tijd.

Waaruit Lara Almarcegui kiest die uitblinken in onbestemdheid. Zo in Den Bosch het terrein achter wat nu nog het Stedelijk Museum is. Dit als afscheid, want het verhuist naar de binnenstad.
De plek verandert steeds, pas nog heeft de gemeente deze zomer ontstane bossages gerooid. Eigenlijk moet je elke week even gaan kijken, want je weet nooit. Tot er op een dag een woontoren staat die de Jheronimus-toren (dit is Jeroenstad) heet, honderd meter hoog. Dan is het voorbij en de plek dood.
Vanmiddag was ik daar, passeerde HERAS hekwerken, beklom het opgebrachte zand en bekeek de bandsporen van de shovels. Hondenuitlaters zag ik denken 'wat moet die vent hier? Wat is daar te zien?'
Niets.

Maandag in de Avonden meer
 

Frank Koenegracht (3)

Vanavond vertelt hij in de Avonden hoe hij drie jaar voor de dood van z'n vriend Rudy Kousbroek dit gedicht schreef, dat hij voorlas op z'n begrafenis: epigram

 Mijn vriend kocht een mechanisch vogeltje
uit China ter grootte van een mus
en zette het volgens voorschrift in een kooi,
waar het voortaan zou wonen en zingen.
Het aardige, nu, van dit vogeltje was
dat het alleen zong bij lawaai.
Als je in je handen klapte begon het te
kwinkeleren, maar ook bij deuren dichtgooien,
echtelijke ruzies, en hoesten.
Vreemd vogeltje. De oorzaak kon hem niet schelen,
alsof het antwoord gaf
op vragen, niet gesteld.
Maar op een kwade dag begon mijn vriend zomaar
te hoesten, met deuren werd daardoor niet meer
geslagen, de echtelijke ruzies gingen minder ver.
Plus kwam daarbij dat in een andere kamer werd
gehoest buiten het bereik van de kooi
en mijn vriend aan een touwtje het licht aanstak,
zodat de stilte toenam en
het vogeltje begon te zwijgen.
Later, toen het stil was in het hele huis en in alle kamers,
zong het vogeltje nog wel eens
zonder tastbare reden een stukje, niet het hele liedje.
Alsof het iets vroeg.

 Al die drie jaren dacht hij zei Frank, dat hij met het schrijven van dit gedicht de dood van Rudy uitstelde. Magisch denken, zeker. De gedachte dat 'de dood alles leest'. En dan nog een straatje omgaat.

en de 'artists impression'
het landje..

Braakliggende terreinen (1)

Zijn het onderwerp van de Spaanse Lara Almarcegui. Nu weer heeft ze een plek vastgelegd in foto's en video's. Kijk, hier, achter het Stedelijk Museum Den Bosch.

 Het museum moet weg uit de fabriekshallen waar het gevestigd is - een voormalig distributiecentrum van de farmaceutische industrie.  En erachter ontstond zo'n landje waar alles en iedereen z'n gang ging. Van motorcrossers en jongens die hutten bouwen tot de natuur die z'n kans schoon ziet. In omgewoelde aarde schieten soms onverwachte planten op en zie.
Zelf opgegroeid aan een stadsrand waar permanent gebouwd werd is dit voor mij een feest der herkenning.  
 Al vlug zie je diagonale paadjes ontstaan, door afstekende wandelaars platgelopen tussen de vlierstruiken, de wilgjes en de bijvoet. 
Niet voor niets werkt Almarcegui ook met een bioloog. 
Ze deed het eerder op de Maasvlakte, en in de Lower Lea Valley in Londen, een oud industrieterrein waar in 2012 de Olympische Spelen komen.
 Stuifzand, dat eerst. .
 

Tags: 
Anneke Brassinga

Lezen

'Kun je lezen?' Een vraag die je niet aan iedereen kunt stellen. Wel aan Anneke Brassinga. In 2003 hield ze in het tijdschrift Raster een Leeskroniek bij. In nummer 104 vond ik dit fragment, waar oa. boven staat 'wie eins ins andere geht':

'Hoe moet je leven? Altijd is er te weinig gelezen om tot een slotsom te geraken, nooit is er dan ook voor al dat lezen - hoezeer ook te weinig - een definitieve rechtvaardiging. De lezer, betrapt middenin het kreupelhout van zijn dolende lectuur, kan geen opheldering verschaffen, niet over wat hij zoekt noch over wat hij eigenlijk aan het doen is. Ja, hij zoekt opheldering. Waarover? Dat staat nog niet vast. 'Geef een precies doel aan het leven; op slag verliest het zijn bekoring.' Dat schrijft Emile Cioran in zijn Beknopt handboek van de ontbinding, in de onderafdeling getiteld Variaties op de dood. Elders, ik weet niet meer waar, want ik ben zelf elders, in Connemara, staat er: 'Er is geen verlossing in het denken' - of stond er 'in de gedachte'? (...)'
 

Hooijer op haar Hilversumse hei

D.Hooijer (1)

Heeft een nieuwe roman geschreven. De wanden van Oeverhorst verschijnt begin november. Ik las, en werd halsoverkop in de wereld van de creativiteit - die gesel van de mensheid - geslingerd. Als kind maakte ik er kennis mee, op een Volkshogeschool, waar diep in de Veluwse bossen plattelandsvrouwen en textielarbeiders aan de papier-maché werden gezet.Alvast een hartverscheurend fragment. Het zijn hier patiënten:

'Op het Huis werden de tekenlessen 'vrije expressie' genoemd. Maar van zomaar expressie werden mijn leerlingen baldadig dus gaf ik ze algauw een straffe tekenles. Ik vroeg ze om hun ogen te gebruiken. Soms zong de hele klas met dichte ogen 'ik zie wat ik zie', terwijl ze tastende gebaren maakten als van een blinde. Kleurenleer gaf ik ook omdat ze schrokken van geel over blauw of zwart over wit. (...) Het is niet mijn bedoeling om aan te tonen dat patiënten geniaal zijn of normaler dan hun arts, het gaat me om mevrouw Blakers die ons probeerde te belazeren, mij en de anderen, en die daarin geslaagd is.
Ik was labiel in die tijd en mijn eigen tekeningen waren een raadsel voor me maar ik maakte ze nu eenmaal: handen die op steunzolen voortliepen of omhooggestoken voeten met ringen en sigaretten tussen de tenen. Voeten en handen waren afzonderlijk te koop maar de meeste mensen zochten op basis van huidskleur of nagellak een voet en een hand bij elkaar. Zo hadden ze nog net een beetje een persoon mee naar huis genomen, zo werden ze naast elkaar in de kamer opgehangen.' 

Tags: 

Frank Koenegracht (2)

Donderdag verschijnt de nieuwe bundel van Frank Koenegracht 'Lekker dood in eigen land'. Waarin dit 'epigram'. Opgedragen aan z'n vriend Rudy Kousbroek.

Voor Rudy
 
Als je dood bent op een dag
blijven de lampen rustig in hun fittingen
en ook de wc kan je gewoon doortrekken.
Wel voorzichtig want
het vlottertje werkte al niet goed.
Alles doet het nog: bijvoorbeeld
de overdrijvende wolkenvelden
en de matige tot krachtige tijdelijk harde
tot zeer harde wind uit uiteenlopende richtingen.
 
Vrijdag in de Avonden meer.
 

Jeroen Bosch - fragment van de hel in De tuin der lusten (rond 1500) 

Moderne devotie (3)

En dan de twee artsen, Gerard van Kampen en Bartholomaeus van Dordrecht die hij door de bisschop als ketter wilde laten terechtstellen.

Levend verbranden was wel het minste. Als ze spijt betuigden werd het toch wel - de veel menselijker - onthoofding. Terwijl de dokters zich toch aan de zieken- en bejaardenzorg hadden gewijd. Geert werd uitgejouwd in Kampen waar dat proces plaatsvond
Vanwaar deze hysterie? Er was veel geloofsafval. Het rommelde in de kerk. Veel machtsmisbruik en zelfverrijking. Er waren zelfs twee concurrerende pausen. Priesters trouwden met nonnen. En er ontstond een erg vrijzinnige tegenkerk, de 'broeders en zusters van de Vrije Geest'.
Er is wel gedacht dat Jeroen Bosch daar lid van was. Maar nee. Daar tegenover zette Geert Grote de broeders en zusters van het gemene leven. En preekte hel en verdoemenis. Het gros van de mensen zou volgens hem eeuwig gemarteld worden. Zoals te zien bij de hellevuren van Jeroen Bosch, die veel meekreeg van de Moderne Devotie.
En nu komen er in Deventer, in een eeuwenoude kelder een kapel en een ontmoetingsruimte om de herinnering aan Geert Grote levend te houden. Tja.
Morgen in de Avonden meer.
 

en nog een bij het betrappen van kussende scholieren.. la mirada invisible, het ongeziene oog  
blouse van Julieta Zylberberg

La mirada invisible

Nooit een film gezien die zo sterk rook. Ruiken en geroken worden, daar gaat het om in het verhaal van de beginnende lerares op het strenge staatsgymnasium in Buenos Aires in 1982 tijdens het generaalsbewind..

Haar verfijnde, keurig gestreken blouses - met ajour en pofmouwtjes - moeten wel veel ouder zijn, net als sommige van haar grijze rokken. Laat ik niet uitwijden over die ene, met die ene, grote bruine knoop, dat is voor de echte knoopmaniak
Ze valt voor één van haar leerlingen (schooluniform verplicht), nadert z'n kraag van achter, puur om zijn geur. Later zoekt ze de pislucht van de jongensplees (hurkplees) en verstopt zich daar. Ze ruikt aan z'n spullen in de kleedkamer, z'n witte onderbroek ja.
Wat merk je van het generaalsbewind? 
Heel de film van Diego Lerman rust op détails: het tegelpatroon op de binnenplaats, het afroepen van de namen, het afstand nemen op armlengte voor de leerlingen in de rij naar binnen worden gemarcheerd.
Seks en discipline zijn één.
 

z'n teruggevonden schedel (nu te zien in het Stedelijk Museum Zwolle
Geert Grote (apocrief)

Moderne devotie (2)

Van Geert Grote is weinig bekend. In de jaren '60 van de vorige eeuw werd het traktaat 'Contra turrim Traiectensem' teruggevonden, waarin hij protesteerde tegen de bouw van de Utrechtse domtoren.

Op Geert Groote Dag, op 1 september jl. werd in z'n geboortestad Deventer de eerste steen voor een studiecentrum, het Geert Groote Huis gelegd. Nu ik wat over hem lees lijkt me dat eerder bedoeld om Deventer 'op de kaart te zetten' dan om z'n ideeën.
Kerkhistoricus Auke Jelsma beschrijft hem als een loszinnige rijkluiszoon die in z'n studententijd veel vriendinnen had, en na 'n ziekte veranderde in een boetprediker die zich toelegde op het 'redden' van vrouwen die hij in huis nam. Verder ried hij mensen het huwelijk af als een belemmering op de weg naar God.
In de café's werd er om gelachen.
Later ontpopte hij zich als ’n fanatieke inquisiteur, die 'de ketterhamer' werd genoemd. Bekend is het geval van Mieuwes, een praatjesmaker uit Gouda, die meende dat hij het evangelie beter begreep dan Paulus, en die hij liet geselen, waarna zijn tong werd doorboord. En 't werd erger.
 

Pagina's