Kersen

 Op de vrolijke tentoonstelling Fabulous Fifties Fashion in het Haags Gemeentemuseum trof ik ze: de kersen.

 Temidden van de 'fantasiemotiefjes' die ik me van tantes herin­ner. Fantasie in stoffen was niks minder dan abstracte moderne kunst, nogeens wat anders dan de bloemetjes van voor de oor­log. Veel zelfmaak ook. Er is een 8 mm filmpje waarop mijn moeder een rok draagt met heel grote - bijna fantasie - bloe­men, waarvan het bloempatro­on op de naad totaal niet aansluit op de bloem waaraan het vastges­tikt zit: twee schots en scheve halve reuzenbloemen zie je.

 Beelden waarin dit 'fabulous' tijdperk voor mij wordt samen­gevat, ook omdat vakantiefilmpjes erg vaak werden af­gedraaid. En nu dit kersenmotief. Meteen wist ik het schilderij 'Op de overloop, kijkend naar een tekening' dat Stanley Spencer in 1936 maakte van hem en Hilda, de vrouw die hem overspoelde.

 En hier, in Den Haag, gedateerd 1955, weer kersen. Dezelfde? Het leek wel zo. Thuis meteen nagekeken: Engels ook, plooirok iets over de knie maar het motiefje toch een tikje anders.  

Tags: 
De engelen van de apocalyps (1949)
Hilda en Stanley in 'De wolwinkel'' (1939)
De bruidsmeisjes in Kanaä (1935)

Stanley Spencer (3)

Spencer was klein van stuk, kleiner dan Hilda Carline, met wie hij in 1925 trouwde. Vanaf hun ontmoeting in 1919 begreep hij dat de Stanley Spencer die hij tot dan toe was geweest niet meer bestond, immers: 'A whole heap of stuff - lust or what you will was sweeping me along helplessly...'.

 Hilda vertelde later over hun huwelijk dat 'het was alsof ze hem een hele nieuwe wereld binnenvoerde'.
Hij schildert haar en zichzelf voortdurend. Waarbij ik soms denk aan het latere werk van Robert Crumb, met zijn sexy reuzinnen. Ook klein van stuk, zodat hij vrouwen vaak vanuit een laag standpunt ziet, wat een overdaad aan knieën oplevert en rokken net boven de knie waar de schilder onder ziet. Thema’s in overvloed: verleiding, wellust, reusachtige achterwerken in rokken met fantasiemotieven. Een grote belangstelling voor vrouwenkleren.

 Hoe dit te rijmen met het hoogsteigen eenpersoons dorps-Christendom dat Spencer rondom Cookham - de hemel - had bedacht? 
Eenvoudig, zoals hij Hilda in 1947 uitlegde, bij hem waren leven en religie één. Niets in dit leven bleef 'onaangeraakt door Gods genade'. Maar dan ook niets.
Ze kregen twee dochters.
Hilda stierf in 1950, maar in zijn wereld en schilderijen leefde ze voort. En maakte zelfs deel uit van zijn tweede huwelijk met Patricia Preece, in een gedroomde polygamie.

 Maandag na 22.00 in de Avonden meer.
 

Tags: 
De verzoeking van de heilige Antonius (1945) - fragment
De wederopstanding, het ontwaken (1945) 

Stanley Spencer (2)

Het betoverende van het verhaal is dat het bij jou om de hoek gebeurt. Bij jou op het dorp. Christus, de duivel, de wederopstanding des vlezes, als je goed kijkt zie je ze om je heen.

 Wie ooit op het idee kwam het verhaal naar zijn eigen tijd te halen weet ik niet. Ik denk een schilder, die een laatste Avondmaal moest maken en modellen nodig had. Maar wat moesten die dragen? Een tijdlang werd het vanzelf vorstelijk goud en rood - het ging om belangrijke personages - tot een schilder in de vroege Renaissance zei 'hou je daagse pak maar aan'. 
Waarschijnlijk uit geldgebrek.
Stanley Spencer laat de bijbel zich afspelen in zijn dorp Cookham on Thames, dat hij 'a village in Heaven' noemde, en laat zijn dorpsgenoten de bekende rollen vervullen. Wat soms ontaardt in een horror-versie van de Matteus Passion.

 Hij kreeg geen genoeg van de wederopgestane doden op het lokale kerkhof, vaak opeens weer prachtig geklede vrouwen, die hun koketterie hervatten inplaats van gezuiverd het koninkrijk der hemelen binnen te gaan.
Op de kleren bij Spencer ben ik nog lang niet uitgekeken.
 

Tags: 
Choosing a petticoat (1936)
The Tiger Rug (1940)

Stanley Spencer (1)

'Schilderkunst tussen hemel en aarde' noemt de Rotterdamse Kunsthal het werk van Stanley Spencer (1891-1952) en dat is niet overdreven.

 Het lukt hem, de dorpsjongen uit Cookham on Thames, het alledaagse, van het onbenulligste tot het allersmerigste, op te tillen en het z'n plaats in de hemel te geven.   
'My feeling for things being holy was very strong at this time,' zei hij later over z'n vroege 'Two girls and a beehive' (1910).
Het verhaal van Spencer bij dit schilderij doet denken aan Proust. Hij had visoenen van de meisjes Dorothy en Emily Wooster, keek elke dag naar ze uit.

 Veel vrouwen, in kleren met fantasiepatronen, Spencers Cookham is een vrouwendorp.
Een levensverhaal in schilderijen. Er zit Brueghel in, opeens dacht ik ook aan de Amsterdamse geschiedsschilder Melle. Denk niet dat Spencer romantiseert. Dorpsleven in die jaren was hard en dat zie je.
'I'm on the side of Angels and Dirt,' zei Spencer. In afvalhopen vond hij het, in het kapotte zag hij tekens.
Zijn favoriete thema is de wederopstanding. Altijd gesitueerd op het lokale kerkhof. En zie daar kruipen de dorpsbewoners van weleer onder hun stenen vandaan.
 

Tags: