Een lage ochtendzon schijnt op de balken in mijn kamer,de stadspoort wordt geopend! luidt de roffel op de trom.De hond slaapt boven op de stoep: de aarde is dus vochtig,De lucht is opgeklaard want vogels kwetteren voor mijn venster.Maar half bekomen van de wijn weegt mij het hoofd zo zwaar,Sinds kort verlost van winterkleding voelt het lijf zich licht.Uit slaap ontwaakt is 't hart geleegd, verlangens zijn verdwenenEn heimweedromen heb ik de laatste tijd slechts zelden.Bai Juyi (824), Hangzhou
'Woorden zijn de versiering van het lichaam.'
Over deze zin moesten aankomende Tang-ambtenaren een opstelletje schrijven.
Maar 15% slaagde voor het examen.
Schrijven, hoe deed je dat? Het begrip 'wen' verwijst in de Tang-tijd naar het geheel van ritme, ontwerp en versiering; naar patronen die natuur en mens met elkaar verbinden. Het wen-ideaal zie je terug in literatuur, muziek en rituelen.
Onze dichters zijn geen kalligrafen meer. Voor de Chinezen telde zwaar hoe een tekst geschreven was. De schoonschrijfkunst en de schilderkunst gebruikten de zelfde materialen en middelen. Met de penseel werden zijderollen en muren beschreven en versierd met anekdotes, gedichten, historische verhalen, brieven en grafschriften. Het leven weergeven. Daar ging het om.
Morgen na 22.00 in de Avonden meer over de Tang-dynastie.