Er was een keizerin, één enkele. Wu Zetian heette ze en ze begon als een van de talloze concubines van de keizer. Na diens dood verdween ze - als gebruikelijk - in een klooster.
Maar werd daar weer uit gehaald door de hoofdvrouw van volgende keizer. Die haar inzette als 'tegenwicht' tegen een andere concubine, die volgens haar teveel invloed kreeg op haar echtgenoot.
Volgde een klassiek koningsdrama: Wu Zetian greep niet alleen de keizer maar ook de macht.
Er was - althans in de hogere kringen - een zekere vrouwenemancipatie. Zo zijn er beeldjes en schilderingen van paardrijdende vrouwen, die dat heel mannelijk deden. Dus niet in de vele eeuwen verplichte Westerse - erg lastige - Amazone-zit, maar de mannelijke. Waarbij ook een mannelijk rijkostuum: nauwe tuniek, met zo te zien een leren broek, waarbij vaak ook een hoed werd gedragen. Deze dracht was zo populair dat vrouwen ook zo gekleed gingen als er niet werd paardgereden.