Nummer acht (2007)
Nummer drie - Take step fall (2004)

Guido van der Werve (1)

In Haarlem, in de Hallen zijn de - genummerde - films van Guido van der Werve (1977) te zien. De laatste, 'Nummer twaalf' (2009) duurt 42 minuten en werd opgenomen in de USA, waar hij nu woont.

 Het is snel gegaan sinds ik in 2007 bij de open dag van de Amsterdamse Rijksacademie de man - hij zelf - zag die over de ijsvlakte loopt, voor een ijsbreker uit 'Everything is going to be allright'.
Het zou een regel uit een liedje kunnen zijn. De kleine man is almachtig. Hij loopt daar alsof hij het schip, dat reusachtige dier, aan een touwtje heeft.
In het blad Metropolis M zei Van der Werve oa.: 'Het is leuk als je alles op kunt sommen in één actie. Mijn laatste werk op de Noordpool was ook gebaseerd op één simpel idee. Ik ging ernaartoe om precies op de as van de aarde te staan, 24 uur lang. Als ik stil had gestaan zou ik eenmaal om mijn as gedraaid zijn in 24 uur, tegen de klok in. Toen bedacht ik me dat ik tegen de richting in, tegen de rotatie van de aarde en die van mij in zou bewegen. Alsof je van af een andere planeet de aarde zag draaien, maar mij zag stilstaan. De film heet 'The Day I didn't Turn With The World'.

Komende zaterdag een verslag vanuit de Hallen.

 
Toby Paterson in Den Haag (mei 2007)

Toby Paterson

Het gebouw als geheel is veranderd maar de balustrades zijn terug, de ornamenten die het Ministerie van Financiën in Den Haag zo herkenbaar maken.

Betonmaniak en beeldend kunstenaar Toby Paterson uit Glasgow liet er in 2007 twee nagieten in galerie Stroom aan de Hogewal.
Het wordt voor mij tijd naar Glasgow te gaan. Een andere betonman, Cyprien Gaillard - die onlangs een Haagse bunker opgroef - liet er ook zijn sporen na. De twee kennen elkaar. En Toby (35) exposeert er nu, onder de titel 'Ever Growing Never Old'.
Hij schildert beton, zo mooi als het eens was, zo mooi als het gedroomd werd, zo alles belovend als op de oude maquettes met dunne boompjes van wijken vol flats met licht en lucht, en grazige speelweiden voor iedereen. De vervlogen droom van architecten en ontwerpers. Paterson wil de modernisten recht doen, mensen als Ben Nicholson, Victor Pasmore en Berthold Lubetkin. Wat hij ermee doet - vaak geestig - ontstaat op trips per skateboard door de ruines van de betonbouw. 

Het vervolg van zijn 'dialoog met de architectuur van de jaren '50 en '60' is te zien in het Modern Institute in Glasgow, tot 9 april.

 
Ruurlo, Borculoscheweg 1910, hoe het in 1997 begon

David Claerbout (3)

 Wat doen met ons reusachtige Mentale Archief dat 150 jaar op gevoelig materiaal opgeslagen beelden herbergt? Al die foto's, al die films? David Claerbout zegt 'Ik wil de beelden verzorgen, ze een tweede kans geven.' Maar welke?

 Hij heeft een eigen beeldbank aangelegd, waar hij regelmatig doorheen surft. Welke foto's blijven over?
'Verweesde foto's', noemt hij ze. Beelden die kunnen overleven in het heden. Waarom sommige dat kunnen is raadselachtig. Ze komen tot leven in het brein. Worden toegankelijk. En daar kan dan weer film uit ontstaan.
Hij kan een jaar bezig zijn met één foto.
'Als je ze zoekt vind je niet,' zegt Claerbout. 'Ik wacht tot ze tot mij komen.'
Zijn tentoonstelling heet niet voor niets 'The shape of time'. Hij wil tijd 'sculpturaal' maken, breed en panoramisch, groter dan wijzelf.
De blik bevrijden van snelle, eenduidige montage, de tijdsdwingelandij van televisie en film. 

Morgenavond na 21.00 is hij te horen in de Avonden

Tags: 
David Claerbout
Beluister fragment
 
 Shadow Piece (2005)

David Claerbout (2)

 Natuurlijk is de dood aanwezig in 'Ruurlo, Borculoscheweg 1910', zegt David Claerbout. Hij had vanmiddag een uurtje voor me tussen de opbouw van z'n tentoonstelling door.'Ruurlo', uit 1997 is het oudste van zijn tien werken in De Pont. We zijn op de grens leven en dood. Alleen de boom leeft nog. Alle andere levende wezens zijn verdwenen.

 De tentoonstelling in De Pont is met 10 werken de grootste in een serie die twee jaar terug begon in het Centre Pompidou en daarna oa. te zien was in Vancouver, Glasgow en Sankt Gallen.
Hier is voor de projecties speciaal een 150 meter transparante muur gebouwd. Je kunt ze aan twee kanten bekijken.

 Ik kijk naar 'White house' waarin een moord 75 keer gepleegd wordt. Met een steen doodt de ene zwarte man de andere, bij een koloniaal huis in het Zuiden van de VS.
De film lijkt op het eerste gezicht te bestaan uit loops, maar het zijn geen loops. Claerbout heeft zijn acteurs tussen zonsopgang en zonsondergang 75 keer opnieuw hun moord laten plegen. Ze raakten uitgeput, gingen fouten maken. De handeling valt uiteen.
Wat wint? De echte tijd of de 'verhaaltijd'?
Zo geeft hij vorm aan zijn kritiek op de gebruikelijke manieren van filmmaken. De hele film duurt 14 uur, je kunt hem nooit in z'n geheel zien, geen museum blijft zo lang open.

Morgen, doe ik verslag van de opening in de zaterdagochtendeditie van de Avonden. Maandag is het gesprek met Claerbout te horen.

 

Tags: 
 

Connie Palmen

 Wim Bloemendaal schrijft:

 Het is toch verdraaid jammer dat Connie Palmen dit jaar het Boekenweekgeschenk niet geschreven heeft.

David Claerbout (1)

Morgen naar De Pont in Tilburg, de fabriek die museum werd, met z'n weldadige ruimte. Daar is David Claerbout ((1969) bezig z'n tentoonstelling 'The shape of time' in te richten, die zaterdag opent. We zullen met de microfoon langs z'n video's lopen.

 Claerbout is, denk ik, van jongsaf een plaatjeskijker.
Hij vertelde al, dat hij na de academie, waar hij klassiek leerde schilderen, een tijd lang geen 'kunstvoorwerpen' meer wilde maken. Inplaats daarvan ging hij plaatjes verzamelen, foto's, uit boeken. Op den duur maakte hij daarvan films.
Sindsdien combineert hij bewegend beeld en fotografie.
De toeschouwer komt terecht tussen een afgesloten verleden en het doorgaande nu. En hij maakt er onwillkeurig een geheel van, zegt Claerbout. Dat vervult met melancholie (om het voorgoed voorbije), maar er is ook vrolijkheid. Waarom?

Tags: 

Pikorde

Een dreigend woord, waarvan ik de Engelse versie 'pecking order' vaak vol walging heb horen uitspreken door de dichter Louis Lehmann. Hij was er tegen.Het ging hem dan natuurlijk over menselijke pikordes. Louis heeft er ook wel eens het woord over gevoerd voor de VPRO-microfoon. Nu is de boekenweek, en speciaal het Boekenbal, bij uitstek een gelegenheid waarbij de literaire pikorde wordt bevestigd.

 In zijn boekje 'De mol en andere dierenzkv's' schrijft A.L.Snijders er ook over. Hij woont op het land en heeft veel verstand van dieren, geen fabeldieren, echte. 
Hij heeft altijd kippen gehad, ik kan getuigen, hij bracht als hij kwam voorlezen voor de radio altijd eieren voor me mee. En zo lees je bij hem hoe je kippen hebt in soorten, en hoe, als je die bij elkaar zet in één hok, het mechanisme van de pikorde onverbiddelijk in werking treedt.
Vreemdelingen, nieuwkomers worden uitgestoten.
Een haan regeert tot hij door een van zijn zoons wordt verjaagd of doodgepikt.

omslag van Het onverwachte antwoord' - René Magritte: La réponse imprévue 

Patricia de Martelaere (2)

Hoe schrijf ik een stukje waar haar naam boven staat?Wat weet ik van haar? Op 't ogenblik vergaar ik tweedehands en op Internet wat ik van haar werk nog mis.

Beurtelings speur ik vandaag in haar pas herdrukte debuut 'Nachtboek van een slapeloze' dat begint in het jaar 1983, in haar - nadrukkelijk zo gebracht - 'gelegenheidsgedichten' ('Niets dat zegt', 2002) en haar roman 'Het onverwachte antwoord' (2004). De bedachtzame radeloosheid (hoe zeg je het?) die van de pagina's komt benauwt.
Wie verdiende het meer dan zij? Maar ze kreeg het niet.
Niet door te schrijven en daar succes mee te hebben, niet door te filosoferen, in essays, zo dicht op het lijf als maar kan.  Ook niet, lijkt me, door niet zuinig te zijn met leven.
Wat?
'Het onverwachte antwoord' met het omslag van Magritte dat het ontbreken zo knalhard in beeld brengt is de beste roman over een onmogelijke liefde die ik ken. Ondanks de verhullende plot. Daar staat het. Het liep niet goed af. Lees daarna de gedichten.    

Zo dichtbij niets, zo zonder
Onderkomen, zo zonderling.
Zo draai ik mij om en om en
Zie en zie wat niemand ziet.
Het begint met nergens, en eindigt
Op niets. Koud. Koud. Warmer.

Alleen wie weg is, is gezien.
Hoe kun je zo zijn, zegt hij.
Niet, zeg ik. Niet.

 

Patricia de Martelaere (1)

Interviews deed ze maar zelden. Ik heb haar nooit gesproken. Haar nawoord bij de vertaling van 'Sneeuwland' van de Japanse schrijver Yasunari Kawabata (2007) leek een goede aanleiding, maar nee. Afgelopen week stierf ze, 51 jaar oud, ik zocht in de Nederlandse archieven naar radiomateriaal. En vond maar één interview. Van een uur, uit 1991, door Robert-Henk Zuidinga uit VARA's 'Het zout in de pap', een lang verdwenen cultureel programma. Een samenvatting in tekst:

Sinds haar zevende jaar schreef ze. Haar eerste roman toen ze tien was, 'in het meisjesboekengenre'. Als kind won ze een poëziewedstrijd en er wwrd een roman, een soort 'dierenavonturenroman' van haar uitgegeven. Ze was een wonderkind. Haar afkeer van interviews dateert uit die tijd, zegt ze.
En dan staat er: 'De latere boeken werden steeds vreemder: heel pessimistisch, met desastreuze einden.' En ze zegt: 'Ik ben een zeer solipsistisch soort schrijver. Dat is het slechte soort, in de publieke opinie.'
Soms heeft ze het gevoel dat 'schrijven het tegendeel is van echt leven'.
Als kind schreef ze praktisch de gehele dag, wat nu geheel veranderd is. Ze wijt dit aan het feit dat ze zich als kind niet goed voelde.
'Dus ik schrijf liever niet.'

Navraag leert dat het interview niet meer bestaat. Het is 'gewist'. Wie daartoe opdracht heeft gegeven? Zonder toestemming van de VARA kan zoiets niet. Besparing op bewaarkosten is meestal de reden.
Ik ga contact zoeken met Robert-Henk Zuidinga. Hij woont in Damme, bij Brugge.

 de oorlogsverslaggever

Rudi Vranckx

VRT-journalist Rudi Vranckx komt al sinds 1990 in Irak. De laatste tien jaar steeds met de zelfde cameraploeg. In vrije uren praten ze over het lot. Wat wij doen, zeggen ze onder mekaar, is Russische roulette. 'Dit kan niet blijven duren'.

Geluk moet je hebben als je overal wil gaan kijken.
Intussen heeft Vranckx ook zijn derde en laatste boek geschreven over Irak 'Stemmen uit de oorlog'. Het staat op de shortlist van de Bob den Uyl-prijs.
Ik zocht hem op in het dorp waar hij woont, voorbij Leuven, aan de spoorlijn Brussel-Luik. We spraken over de rol van de oorlogsverslaggever. En over zijn vrienden Jassim en Ibrahim.

Vranckx schetst 'het Vietnam van mijn generatie'.
Toen de Amerikanen na de val van Saddam Hoessein een machtsvacuum lieten vallen werd eerst op grote schaal geplunderd. Daarna ontstonden Soenitische, Sjiietische en Koerdische milities, gespecialiseerd in autobommen en kidnapping. Elk met een eigen gebied.
De Amerikanen sloten zich op in hun legerkampen en in de Groene Zone van Bagdad.
En nu, vijf jaar en een half miljoen doden later lijkt - na veel ethnic cleansing - de situatie wat uitgekristalliseerd
Maar wat gebeurt er straks als Obama troepen terugtrekt?

Maandagavond na 21.00 is Rudi Vranckx te horen in De Avonden.

Rudi Vranckx
Beluister fragment

Pagina's