Op weg naar Elsene (2).

De omgang met woordenmensen blijft mooi maar lastig. Wie zich voortdurend afvraagt of wat hij aan het zeggen is wel verantwoord kan worden heeft kans te verdrinken in zenuwtrekjes en onbegrijpelijkheid.

Zouden krantenschrijvers zo zijn, de krant bleef erg leeg. Terwijl we toch alle vier, daar in Elsene, vonden dat er geschreven moest worden.
'Ware grootte' van Tonnus Oosterhof bevat deze strofe:

'Was schaatsen maar een woord als ik,
wat zou ik schaatsen op mijn podiumpje,
en wat zou ik de dames en weinige heren vervoeren.'

Els Moors had ons uitgenodigd eigen tekst te lezen en hield een exposé over het woordje 'ik' in het werk van haar drie genodigden.
Waar ging het over? vroeg ik achteraf.
'Eigenlijk over de liefde.'

Een aantekening bij een zeereis uit 'In een handpalm' van K.Michel:
'Ik moest de zee zien, ik moest de bewegingen van het schip kunnen relateren aan de horizon, anders begreep ik niet wat er met mijn lichaam gebeurde en werd ik ziek.'
En dan: 
'Grote woorden zijn ook schepen, zoek altijd het dek op.'

Eigenlijk kan het niet. Maar het gebeurt en blijft gebeuren. Nu weer in de Nederlandstalige bibliotheek van Elsene (Ixelles), even buiten de Naamse Poort in Brussel, afgelopen donderdag.

restaurator Willem Haakma Wagenaar, rechts het mannetje in de muil
het mannetje van dichtbij
naar de hemel

Laatste Oordeel in Alkmaar (2)

 Vanmiddag stond ik in de nok van de Grote of St. Laurentiuskerk in Alkmaar, hoog boven de grond. Beneden in de kerk was een plechtigheid gaande, iemand werd gehuldigd, leek me. Gemurmel steeg op naar de plaats hoog boven het koor waar restaurator Willem Haakma Wagenaar en ik stonden te kijken naar twee juist gereedgekomen panelen van het Laatste Oordeel van Jacob Corneliszoon van Oostsanen (1519). Nog niet te zien voor het publiek.

 Groot zijn ze, zo'n zes bij drie. Op een ervan wordt een groepje vrouwen door een engel de hemel binnengeleid, op de andere is het Hellebeest te zien, met in z'n muil, ja wat?
Willem vertelt met gepaste trots dat daar, uit die muil, tot voor kort vlammen lekten. Waarschijnlijk aangebracht door eerdere restauratoren. Maar nu, na zorgvuldig onderzoek heeft hij teruggevonden wat Van Oostsanen werkelijk in de helse bek had geschilderd!
Een mannetje met een kale kop is tevoorschijn gekomen. Het kon je buurman zijn. En hij gaat naar de hel, zoveel is zeker.   
Daar heb je waar het om draait in deze vroege Hollandse schilderkunst, op de grens van renaissance en late gothiek: herkenbare mensen, mensen zoals jij en ik.

Maandag is Willem Haakma Wagenaar te horen in de Avonden.

Tags: 
het Laatste oordeel
Beluister fragment
deel van de restauratie

Laatste Oordeel in Alkmaar (1)

 Zaterdagochtend as. hoop ik vanuit het Alkmaars museum in de weekendeditie van de Avonden een impressie te geven van de restauraties aan de gewelfschildering van (waarschijnlijk) Jacob Cornelisz. van Oostsanen uit ca. 1518. Die is namelijk bij hoge uitzondering nu van dichtbij te zien.

 Hij hoort thuis in de Grote- of St. Laurenskerk en keert daar ook terug. Tot 29 juni is een van de negen houten gewelfvakken waarover de schildering zich uitstrekt, van dichtbij te zien. Daarop zijn vier zielen verbeeld die uit hun graven herrijzen en opzien naar het Hemelse Rijk. Het stuk is afkomstig uit het koor van de Grote Kerk, direct links van het centrale vak waar de aartsengel Michael de zielen weegt en waar Christus als rechtspreker in de hemel troont. Het gewelfstuk is 6 meter hoog en 2,75 meter breed. Een unieke kans om het werk dat de restauratoren te bekijken, voordat het stuk weer wordt teruggeplaatst op zo'n 25 meter hoogte in het koor.

 Wie de maker is van het Alkmaarse Laatste Oordeel, is omstreden, maar restauratoren Willem Haakma Wagenaar en Edwin van den Brink zijn ervan overtuigd dat het Van Oostsanen is. Sinds 2003 werken zij aan de gewelfschilderingen in het koor en het noordtransept. Het werk moet omstreeks 2011 of 2012 af zijn.

Tags: 

Op weg naar Elsene (1)

Morgenavond sta ik - als God het wil - op het podium in de bibliotheek van de Brusselse deelgemeente Elsene (Ixelles), waar Els Moors de dichters Tonnus Oosterhoff en K.Michel heeft uitgenodigd voor een voorstelling die ze 'Een nocturne, op weg naar Elsene' heeft gedoopt. Ik ben uitgenodigd als Alex Mol, om stukjes te lezen uit de bundel 'Is daar iemand' (1999). Michel publiceerde pas nog prozastukjes, 'In een handpalm' (2008) en Tonnus gedichten 'Ware grootte' (ook 2008).Wat heeft Els Moors in de zin? Hoe en waarom ze ons op een Brussels podium zet zullen we morgen ontdekken, al zijn er al wel aanwijzingen op haar weblog, over de aanloop naar Elsene. Ook zijn we intussen door haar op video gezet, welke gesprekken in de Bibliotheek van Elsene te zien zullen zijn.

Wat hebben de schrijfsels van deze drie Nederlanders in de ogen van Els met elkaar te maken? Ik lees in de bundel van Tonnus Oosterhoff. Een eerste strofe:

"Ik ben de dwerg van gemiddelde lengte.
Mijn weefgetouw wordt als ik droom groter. Ik droom:
'Als ik niet uit weven ga, dan zwaait er wat!'
De wereld is in het getouw,
ik zie de bodem doorgrond
en het naweven.
Maar word ik niet kleiner?"

(...)

Ik moet giechelen. Kan alleen maar denken 'ja, zo is het'.

Zutfen, Ijsselkade, afgelopen zondagmiddag.

Zutfen

Toen ik er kort na de oorlog woonde heette Zutphen nog Zutfen. Hier aan de IJsselkade heb ik gespeeld. Een parlevinker bracht kruidenierswaren naar de langsvarende aken. En een stoomlocomotiefje reed wagons aan, die geladen waren bij de fabrieken van Resink, achter het spoor.

Er liep daar een mongool rond.
De mannen van de stoomtram hadden hem een pet gegeven en een toetertje. Daarmee beende hij druk gebarend rond, en regelde het verkeer, tot ieders plezier.
Tot op zekere dag de stoomtram was opgeheven.
Ik zie hem staan, de mongool met z'n pet, op het verlaten emplacement.    

 

Family affairs (3)

Het leegruimen van een zolder. Op lang niet geziene foto's valt het licht van nu. Amateur-fotografie - 'found footage' - legt onbedoeld bloot. Maar wat? Waarin zit de magie van bijvoorbeeld de serie 'Particulier Domein' van Peter Hellemons, te zien op de groeps-fotoexpositie 'Family affairs' in het Schiedamse Stedelijk?

Hellemons (1957) erfde dus de dia's van zijn schoonvader. Je ziet de kinderen Harm en Hanneke, hun ouders en de hond op honderden dia's. Het levenswerk van een geobsedeerde. 
En ik?

Opeens herinner ik me dat ik van m'n vader nog een papier voor de Alpenkreuzer moet halen. Ik weet precies waar. Bij het station. Ik zie de straat voor me. Alleen, de buurt is al lang geleden afgebroken. En daarmee de wereld van de ANWB, van het kampeercarnet en de benzinebonnen. Van de lijstjes waarop staat 'reservebril?' Camping Gaz? 
Maar bovenal van het raadselachtige plezier, dat er toch echt was. Onvergetelijk: de oude, doorgesneden tennisbal over de koppeling voor de caravan, om te voorkomen dat je consistentvet aan je broek krijgt. Nu stop ik echt.  

wand met werk van Paula Thies, geschilderd door Jaap Nieuwenhuis
Schilderen - Paula Thies, zelfportret (terug te vinden op de wand van Jaap)

Paula Thies

Over de schilderes Paula Thies (1920-2000) heb ik door familieomstandigheden veel horen praten, maar ik heb haar nooit ontmoet. Wel haar man Jaap Nieuwenhuis. Wat ik toen niet dorst te vragen is 'was ze echt zo explosief en hoe ging dat dan?'

Ze kon zich maandenlang terugtrekken in haar atelier, dat weet ik..
Eind jaren '50 studeerde ze bij Oscar Kokoschka.
En ja, expressionisme is de omschrijving die opkomt als je haar werk ziet. En niet zo zuinig.
Tot eind deze week is het te zien in Zutphen, in 'De Leesbibliotheek', Nieuwstad 66.  
Samen met stillevens van Nieuwenhuis, die naar eigen zeggen  pas na Paula's dood aan schilderen toekwam.

Nog te krijgen is een groot boek over (en met) het werk van Paula Thies, met bijdragen van oa. Fanny Kelk en Sarah Hart (2004).

Leo Polhuis zelf, op een van van zijn ca. 4500 dia's
de niet doorgegane reis (1985)

Family affairs (2)

Na jaren kun je de huis, tuin en keukenfoto's, de vakantiekiekjes uit de jaren '60 en '70 opnieuw bezien. Daar is het Hollandse gezinsleven. Curator Wilma Sütö schrijft een mini-essay over de rolverdeling. Er is altijd een fotograaf die niet zelden iets aan regie doet en soms voyeuristische trekjes heeft. Vaak de vader, die zijn gezin aanzet tot poseren. Moeder en dochters worden dan actrice, spelen de hoofdrol in eigen leven en treden op. Hilariteit op het dia-avondje.

Op de expositie in het Stedelijk Museum Schiedam zijn het vooral Bert Sissingh en Peter Hellemons die de beklemming laten zien van het gelukkige gezin: samen afwassen of de bungalowtent opzetten tot de dood erop volgt.

Peter Hellemons (1957) erfde de dia's van zijn schoonvader Leo Polhuis. 'Particulier Domein' (1999) laat het modelgezin uit de jaren zestig en zeventig zien. Het gezinsleven en de ontwikkeling van de kinderen Harm en Hanneke op meer dan 2400 grootbeelddia's (6x6).
Magnum fotograaf Martin Parr schreef er lovend over. Museum Boijmans kocht er van.
Hoogtepunt is het verhaal van een gedroomde reis van de schoonouders. Die vooraf met obsessieve precisie beschreven en berekend werd door vader Leo - benzinekosten, maaltijden, batterijen voor de zaklamp, verwachte uitzichten.
Maar de reis ging op het nippertje niet door. Schoonmoeder Wil kreeg een hersenbloeding in 1985.

Bert Sissingh - La Ville Détruite (2003)

Family Affairs (1)

De fotograaf Bert Sissingh (1956) woont een werkt in Rotterdam. Om je vader neer te zetten als het beeld De Verwoeste Stad van Zadkine moet je wel Rotterdammer zijn. Sissingh heeft zichzelf en zijn ouders (zijn vader leeft nog, is 92) jarenlang gefotografeerd. Hoe? Hoe zien series als 'The End of History' en 'The Family of Man' eruit? Dat ga ik morgen zien, als ik tegen 11.45 in het Stedelijk Museum te Schiedam verslag doe van de groepstentoonstelling 'Family Affairs'. Te horen in de zaterdageditie van De Avonden.

Minstens zo nieuwsgierig ben ik naar de serie 'Particulier Domein' van Peter Hellemons, die het foto-archief van zijn geobsedeerde schoonvader Leo Polhuis - 2500 dia's uit de jaren '60 en '70 van zijn gezin - toegankelijk maakte.
De fameuze fotograaf Martin Parr over die foto's: 'Polhuis fotografeerde haast als een antropoloog.'
Later meer.

 
 

Larven

Vandaag zie ik voor het eerst werk van Martine Pieck. Mijn god, caravans. Opeens komt er een hele zomer op me af. Weer rij ik achter een sleurkast over een binnenweg. Weer zie ik een rivierdal in de diepte liggen waar ze zich genesteld hebben als larven die straks zullen uitkomen.

Martine Pieck heeft ze gezien, zoals ik ze heb gezien.
Ik denk aan het verhaal van A.L.Snijders die er ook een had - weinig geld je moet wat, de Camping Municipal heeft een heel eigen charme.
Snijders reed richting Luxemburg, al voorbij het tweede hoge viaduct, toen hij in zijn spiegel vlammen zag.
Het ding is uitgebrand, de gastank niet ontploft, de verzekering, ja.      

Morgen, vrijdag 17 April, zijn vanaf 17.00 uur de caravans van Martine Pieck te zien bij galerie  De Chiellerie, op de Raamgracht 58 in Amsterdam, tot zondag as, de 19de april.
Ze betekenen een wending in haar werk, zeggen de kenners.

 ps. Maar Arie Schippers was eerder. Zie link.

Tags: 

Pagina's