Op weg naar Elsene (2).

De omgang met woordenmensen blijft mooi maar lastig. Wie zich voortdurend afvraagt of wat hij aan het zeggen is wel verantwoord kan worden heeft kans te verdrinken in zenuwtrekjes en onbegrijpelijkheid.

Zouden krantenschrijvers zo zijn, de krant bleef erg leeg. Terwijl we toch alle vier, daar in Elsene, vonden dat er geschreven moest worden.
'Ware grootte' van Tonnus Oosterhof bevat deze strofe:

'Was schaatsen maar een woord als ik,
wat zou ik schaatsen op mijn podiumpje,
en wat zou ik de dames en weinige heren vervoeren.'

Els Moors had ons uitgenodigd eigen tekst te lezen en hield een exposé over het woordje 'ik' in het werk van haar drie genodigden.
Waar ging het over? vroeg ik achteraf.
'Eigenlijk over de liefde.'

Een aantekening bij een zeereis uit 'In een handpalm' van K.Michel:
'Ik moest de zee zien, ik moest de bewegingen van het schip kunnen relateren aan de horizon, anders begreep ik niet wat er met mijn lichaam gebeurde en werd ik ziek.'
En dan: 
'Grote woorden zijn ook schepen, zoek altijd het dek op.'

Eigenlijk kan het niet. Maar het gebeurt en blijft gebeuren. Nu weer in de Nederlandstalige bibliotheek van Elsene (Ixelles), even buiten de Naamse Poort in Brussel, afgelopen donderdag.