Raadsel

 Louis van Gaal, meer dan zijn elftal, heeft de wereld in zijn ban. Toch heeft hij alles tegen, zijn kop, zijn taal, zijn temper­ament. Is dit een genie of een pure auti­st? Of allebei tegel­ijk? Geen mens die het weet.

 Intellectuelen weten geen raad met hem. Vanaf de eerste keer dat ik hem - rood aanlopend - op tv hoorde uitbraken 'dat hij zich niet liet piepelen' was ik contra. De meesten kiezen na lang aarzelen voluit voor of tegen. Gary Lineker pro, Johan Derksen, Jan Mulder contra. Maar waarom?

 Is Johan Cruyff nu hyperintelligent of? Bij het opruimen vond ik vanmorgen een gesprek met Van Gaal als Ajax-trainer van 13 februari 1993 door Guus van Holland, in NRC-Handelsblad, die duidelijk pro was en het Van Gaalsch voor lezers vertaalde. Van Gaal had gezegd dat hij zich 'kwetsbaar opstelde' en natuurlijk was dat verkeerd begrepen.

 'Ik laat heel veel zien van mezelf,' zegt Van Gaal zonder twijfel in zijn stem. 'Maar misschien had ik toen beter niet kunnen zeggen dat ik eerlijk ben. Een foutieve inschatting. Ik vind het jammer dat het zo heeft gewerkt. Ik vind dat het moet kunnen.'

 Vooral tegenover spelers is het gevaarlijk je ware gezicht te camoufleren, doceert hij: 'Ze prikken zo door allerlei aspecten van het functioneren van een coach heen. Als hij nerveus is zien spelers dat. Dan werkt het door. Ik denk dat de spelersgroep dat vertrouwen dat ik heb ook uitstraalt. Ze kennen mijn visie.'

 Als woorden tekortschieten, dan hier. Er bestaat zoiets als non-verbale intelligentie. Misschien zelfs zoiets als lompe elegantie. 

Tags: 

Toeval

 Noem het toeval - ik denk aan de 'toevalsclub' die W.G.Sebald in Norwich oprichtte. De leden kwamen veertiendaags bijeen en dronken wat, maar je mocht alleen komen als je een goed toevalsverhaal mee bracht. Maakte je op toevalsgebied iets heel sterks mee dan kon je Sebald ook tussentijds altijd bellen. Dit is een licht geval.

 Het begint bij mijn bezoek aan Jan Mulder in het Oldambt.
Jan vroeg me alsjeblieft nog één keer 'dat ene verhaal over Dick Swidde' te vertellen. Even denken, 't was jaren terug, in Studio Desmet.
O ja.
Dick Swidde, de acteur die beroemd werd als de 'boze buurman' uit Ja zuster, nee zuster. Zo er een oermodel voor de 'valse nicht' bestaat, hij was het. Ik kwam elke week een tekst bij hem opnemen. Bij hem thuis, in het Suykerhofje achter de Prinsengracht, naast café Van Puffelen.
Vaak lag hij in de bedstee van dat eeuwenoude huisje. De zelfde bedstee waarin ie zijn moedertje had verpleegd, tot het einde toe. Nu lag ie d'r zelf maar al te vaak in. Vaak gekneusd of met beenbreuken na valpartijen die voortkwamen uit drankgebruik. Er was geen leuning in dat huisje, alleen een dik touw langs de trapbocht. En bij Van Puffelen kreeg ie veel bessenjenever met Pepsi aangeboden, z'n vaste drankje.
'Eerst de kachel oppoken kind.'
Er stond en kolenkacheltje. En dan, vertelde ik Jan, keken we samen naar het zaalvoetbal op de televisie.
'O ja.'
Dick keek zijn ogen uit naar die mooie voetballers. Zaalvoetbal was voor hem pure seks. Jongens noemde ie steevast 'ze'. 
'O ja,' Jan wist het weer.
'Wat zei ie dan ook weer, precies?'
Hij zei:
'Nou valt ze alwéér.'
En dan met een zucht:
'Net viel ze ook al.'

 En weer moest Jan Mulder zo vreselijk lachen.
Ditmaal heeft ie de zinnetjes van de Boze Buurman precies genoteerd.
En nu het toeval. Thuisgekomen zie ik het nieuwe nummer van 'De Parelduiker'. En kijk, een heel stuk van Wieneke 't Hoen over het Suykerhofje, waar ook Gerard Reve gewoond blijkt te hebben, in 1948.
Maar geen woord over Dick Swidde.

 

Jan Mulder (1)

De weg terug uit 't Oldambt was lang, de maan bijna vol.

De windmolens bij het Keteldiep hingen zowat in de lucht. 
Op het Ijsselmeer lag een inktzwarte schildering met gele vlammen.
Ik noteer dit in een modernknusse uitspanning bij Joure, jee. leeg, wel erg leeg.
Met van die nieuwgemaakte sprokkelhouttafels.
Maar het voornaamste is, met Jan Mulder, in Niewolda, gaat 't goed.
Later meer.

Tags: