Sporen

 Paulien Oltheten deed sporenonderzoek voor haar aandeel in de tentoonstelling Somet­hing thrown in to the way of the obser­ver, deze zomer in Museum van Loon. Het museum bleek vol zichtbare en onzichtbare sporen. Ze vroeg naar sporen die ik bij me droeg. 

 Wat blijft achter als je voorbij bent. Mijn eerste gedachte was voetstappen.

 Ik ben een jaar of zes. Een jongetje dat achter me loopt zegt 'Hee, je verliest wat.' Ik schrik. Maar als ik omkijk, zie ik achter me niets liggen.

'Je voetstap.'

Luid gelach volgde, om mijn verwarring. De gedachte verliet me nooit.

  Een wachtzaal op een Frans station heette, bleek later, een 'Salle des pas perdus'. Een omschrijving die doet duizelen

  De gedachte dat onze verplaatsingen denkbeeldig zijn keert altijd weer. Ik kan geen onbewaakte overweg oversteken omdat de trein er eigenlijk, in een andere tijd, nog is. En ik zelf ook. De trein is zoveel groter en sterker dan ik. Hoe zou hij ooit helemaal weg kunnen zijn?

Wacht tot het rode licht gedoofd is, er kan nog een trein komen. Maar wanneer? Tijd is onbegrijpelijk. Ik word overreden. Steeds weer.

 Aanwijsbare sporen. Een invalide vrouw kan moeilijk meer overeind komen. Daarom blijft ze in haar stoel zitten. Aan de voorkant van de stoel, die op vast tapijt staat, is een slijtagegebied ontstaan. De slijtplek zal haar overleven.

 

De handen van Paulien Oltheten

 Handentaal, voetentaal, daarover gaan merendeels de teksten en foto's van Paulien Oltheten in Museum van Loon. Meteen zwelt bij mij het hand- en voetbewustzijn aan. En zie ik ze ook op straat, overal.

 De wijzende hand, de leunende hand, de steunende, vastgrijpende, of getwee, de ontspannen op de rug ineengevouwen handen.

 De koket het haar opzij strijkende hand, de gehandschoende - er zijn intrigerende combinaties van geschoeide en een ongeschoeide handen. De hand onder de kin. De hand als zonneklep.

 En de verhalen die ze vertellen. Weet de vrouw zich gezien dan strijkt ze door het haar.

 Ongeduld spreekt uit ineengevouwen vuisten. Als handen vrij hebben nemen ze luxe posities in, zoals de los uit de pols langs de heupen strijkende hand van de flaneuse die zich bekeken weet.

 Soms is het - als bij deze afwachtende meneer - of zijn linkerhand in gesprek is met de balustrade, alsof die weet wanneer de bus komt, terwijl zijn rechter, geheven pink, het dragen van plastic zakjes combineert met elegantie. 

En dat is maar een begin. In de rondleiding in boekjesvorm van Paulien Oltheten, die hoort bij Something thrown in the way of the observer, de tentoonstelling in Museum van Loon is het hoofdstukje voeten minstens zo intrigerend. Mannen die elkaar niet kennen, op een rijtje, staande op een richel, waar hun schoenpunten net overheen steken. Wat mag daarvan de reden zijn?

 Eens vroeg ik de filosoof Jan Pieter Guépin naar zijn definitie van cultuur. Hij zei: 'Cultuur, dat is dat mensen elkaar nadoen'.  

In dit museum vallen geen doden

 Het Museum Van Loon is vanouds een grachtenpand, geheel in stijl ingericht. Schilderijen van voorouders, kunst, meubilair en snuisterijen opgespaard in de loop der tijd. Wie er binnengaat zet een voet in een onwrikbare Gouden Eeuw. Zo leek het tot Bernke Klein Zandvoort er deze week met haar ploeg binnendrong met de groepstentoonstelling Something thrown into the eye of the observer.

 Kunst van nu verspreid over een verdieping, in dat interieur. En verdomd, het werkt. Opeens slaan tangen op varkens, wordt er gevloekt in de kerk. Of juist een deuntje meegezongen met het verleden.

 Het draait allemaal om de dingen die je gezichtsveld worden binnengesmeten. Oud, nieuw, onverwacht.

 Zoals in de variaties op behang of de houtnerven van de meubels van Batia Suter. Of de geestige video van Luuk Schroder waarin een mannelijke en een vrouwelijke bezoe­ker heel gedresseerd-symmetrisch rondneuzen. Nieuwe rommel temidden van oude rommel, zei iemand.

 Een compliment. Immers, wat doet nieuwe bric á brac met oude bric á brac? Je kijkt met nieuwe ogen naar allebei.  

 De raadselachtige stukjes oranje 'zeep' en witte balken van Rosa Sijben - genaamd 'Zouden zijn zullen' - die strategisch door het klassieke interieur verspreid staan en liggen geven komische effecten. De voorouders kijken er op z'n minst van op. Net als de toeristen vanmiddag.

 Laten ze de titel van de rondleidingen van Paulien Oltheten maar in hun oren knopen: 'In dit museum vallen geen doden'. Haar schitterende boekje met foto's en teksten onder die titel is er te krijgen. Alleen al daarom, op naar Van Loon. 

Stok

 Door omstandigheden loop ik met een stok. Hoezeer daardoor de wereld verandert vond ik terug in 'It's a small world after all' (2004) van Paulien Oltheten, specialist in mensen-op-straat. Deze Indische mevrouw trof ze op de Oude Graafseweg in Wijchen. Langzaam, heel langzaam lopend naar de winkels. Elke dag. Paulien is geïnteresseerd in langzaam.

 'Als ze de arm waarmee ze haar tas vasthoudt helemaal uitstrekt raakt de tas net niet de grond. Haar andere arm houdt stevig een stok vast. Ze leunt erop, dat zie je. Zonder stok komt ze niet ver. Soms staat ze stil. Dan zet ze haar tas op de grond en steunt met beide armen op de stok.'

 Paulien kon makkelijk naar huis fietsen om haar camera te halen, de vrouw was nog maar dertig meter verder. Dan wil ze ook weten hoe dat voelt. Beladen met tassen - maar zonder stok - legt ze het zelfde traject af. Gewoonlijk is ze de snelste op straat, nu de langzaamste. En ze registreert de verschillen. In hoe ze geluiden hoort, die nu stuk voor stuk langskomen, en hoe ze de vlugge medemensen - iederen haalt haar in - waarneemt op hun heen- en terugweg.

 Ze haalt Jean-Jacques Rousseau aan, voor wie het paard te vlug ging, dan raakte zijn kijken en denken in de war, zei hij. Hij liep liever.

 Als stok-ervaringsdeskundige zie ik dat de oude dame een pijnlijk linkerbeen heeft - andersom dan je zou verwachten. Wie met een stok loopt steunt elke eerste stap voluit op het stabiele rechterbeen, De stok ernaast en het pijnlijke linkerbeen - de pijn straalt door - overbruggen dan samen de tweede stap. 

 Als de vrouw soms stilstaat is dat om het pijnlijke been tot rust te laten komen. Voor de echte stok-experience is het wachten op een blessure.

 ps. Behalve in het Amsterdamse Stedelijk exposeert Paulien Oltheten nu ook - samen met Aukje Koks - in Gent. 

 

 

Spelen

 Paulien Oltheten brengt je in de wereld van het spel. Ga naar het Amsterdamse Stedelijk en zie haar 'situaties', vastgelegd in film, foto, tekst en krabbelschetsen.

 Vreemd, de grote schrijvers die ik ontmoette bleken in de praktijk zo vaak te willen spelen. Willem Frederik Hermans met zijn onzingedichtjes, vermenigvuldigd op een oude vloeistof duplica­tor ('O wat had die beer een honger, o wat had die beer een dorst, gauw een glaasje limonade en een boterham met worst..' en dan: 'Ja er moest toch iets staan?'), Gerard Reve die afdrukken van de natte voet van een wijnglas maakte op zijn brieven en dan zei 'breng hem zo maar naar Johan Polak, dan geeft hij er meer voor', Rudy Kousbr­oek, aandachtig in de weer met z'n zelfgemaakte katapult...

 Waarom? Daarom. Daarom is geen reden. Als je van de trap af valt dan ben je gauw beneden. Onthechting? Kindge­luk? Lang niet altijd grappig ook. Paulien beschrijft de gezegende state of mind die wie zijn jeugd nog meedra­agt herkent. In haar eerste boek 'It's a small world after all...' (2004) ziet ze op een Rotterdams schoolplein temidden van gillende en rennende kinderen dit blonde meisje in haar rode jas dat heel alleen, doodstil, ondersteboven hangt aan een rode rekstok. Paulien vraagt of ze nog even zo wil gaan hangen om haar te filmen.

 'Ze lachte weer, zei niets en duikelde voorover zodat ze weer op de kop hing. Ik filmde haar. Alles aan haar was zo prachtig rustig. Ze hing zo beheerst en zo stil.' Zo lang dat Paulien zich zorgen gaat maken en zegt dat het niet zo lang hoeft.

 'Langzaam beweegt ze haar hoofd iets opzij, een teken dat ze me gehoord heeft. Ze blijft nog even hangen, alsof ze moet ontwaken en komt dan langzaam overeind.' Het geheim van het spel. Je terugtrekken in een eigen, zelfbedachte wereld - ver van het rumoer - waar jij alleen de regels bepaalt. Daarbij soms geluidjes makend.

 

Paulien Oltheten (2)

  Hoe beweegt een fotograaf als Paulien zich onder de mensen? Na haar tentoonstelling in het Stedelijk gaf ze me haar boek uit 2004 ‘It's a small world after all’. En daar lees ik oa.:

 'Ik laat altijd zien wat ik aan het doen ben. Een vrouw fotografeert. Ik ga nooit achter een boom staan bijvoorbeeld. Meestal hoop ik wel dat de persoon mij niet opmerkt, maar ik ga de confrontatie niet uit de weg. Het is vooral belangrijk om aan de omgeving duidelijk te maken wat je aan het doen bent. Dat haalt een hoop spanning weg, dat haalt een deel van de betovering weg die mijn fotopersonage omringt.'

 Ze heeft gelijk. Stiekem fotograferen werkt niet. Je manier van doen moet je apparatuur onschuldig, bijna onzichtbaar maken, net zoals je bij een interview je microfoon de wereld uit moet kletsen. Paulien geeft het voorbeeld van de winkeldiefstal: 'Als je een fles bodylotion wilt stelen kun je dat het beste doen door de fles heel nonchalant, alsof het heel normaal is, in je tas te stoppen.' Ze is tegen besluipen. 'Besluipen is iets onmenselijks en levert vaak onnatuurlijke situaties op. Je moet als fotograaf optreden. Een deel van dit boek gaat niet toevallig over acteurs en regie. Over het klassieke 'method acting'. Acteren vanuit je zintuiglijke geheugen.

 Ik heb Paulien nooit zien werken, maar durf te wedden dat haar aanwezigheid met camera een grote vanzelfsprekendheid heeft, zodat door haar gefotografeerd worden ook vanzelfsprekend wordt.

 De dames op deze foto - van mij - gaan op in het borduurwerk, die achter de tafel ook, maar het ging me om de zwaar gesluierde moslimvrouw naast haar. Het tragisch contrast tussen haar kleding en de opschik om haar heen. Toch, mag ze mee doen. En wieweet wat ze onder haar boerka draagt. Of anders wel in haar gedachten.

 En ik? Ik was een onnozele man. Ook een rol. Ze zagen me wel, maar ach. Alleen van de gesluierde weet ik het niet.

Lines of thought

 Paulien Oltheten is terug! Nu in het Amsterdamse Stedelijk. Met Drawing lines of thought. Weer zo’n heel eigen samengang van foto's, filmpjes, bijsch­riftkrab­bels, tekeningen en teksten. Van mensen die zich bewegen in het openbaar.

 Drawing lines of thought. In alle betekenissen die je maar kunt verzinnen. Trek je een streep over het plaveisel dan zullen voetgangers hem volgen. Komt er iemand van de andere kant die dat ook doet dat volgt een aarzelmoment: wie wijkt uit?

 Vragen. Waarom gaan mensen midden in een cirkel staan? Waarom vormen ze kringetjes.

 Indrukwekkend is de langzaam lopende man. Op Wall Street, waar iedereen zich haast. Paulien filmde hem. Maar was niet tevreden en ging terug. Een bankreceptioniste spoorde hem op. Hij bleek advocaat en zover ik begreep betrokken geweest bij een bankdebacle. Langzaam liep hij, in diepe gedachten voor de rechtbank waar faillissementen behandeld worden. Zijn briefje aan Paulien hangt erbij, in het Stedelijk. Langzaam lopen valt erg op.

 Maar er zijn ook veel alledaagse denklijnen. Zoals die in de broekspijpen van de fietser, die bij elke trap omhoog worden getrokken. Zo brengt Paulien Oltheten het lijnenspel in beeld dat lijf en geest voortdurend vormen. Waarom ik daarbij steeds moet giechelen weet ik niet. Je voelt je voortdurend betrapt, dat zal het zijn.

eerst deze blik..
toen deze..

Metz

 Het station van Metz is een monument uit de tijd dat de Duitsers hier heersten, tussen 1870 en 1914. Het ligt in een wijk die geheel in ‘Wilhelminische’ stijl is opgetrokken. Onverwoestbare bouw. Kolossaal. Veel natuursteen aan gebouwen van Openbaar Nut.

 Morgen meer daarover.
Ik logeer er middenin.
Ben al onder de sporen doorgelopen naar het laatste perron. Van daar heb je namelijk een schitterend uitzicht op de gloednieuwe dependance van het Centre Pompidou waar ik morgen dv. ga kijken.
Onderweg naar dat station kwam ik deze familie tegen.
Het mag niet, zomaar mensen fotograferen.Maar alleen het meisje heeft me door.
Wat zegt haar blik?
Daarover zal ik nog lang piekeren.  

En ik vraag het Paulien Oltheten.
   
 

uit: ''Theorie van de straat'' (Uitg. NAi, 2007)

Paulien Oltheten (2)

 Morgen hoop ik tegen kwart voor twaalf verslag te doen vanuit De Balie in Amsterdam, waar nieuw werk hangt van Paulien Oltheten. Niet makkelijk. Deze fotografe wijst je op de vreemde beheptheden die je met je meedraagt.Het onuitputtelijke schouwspel van mensengedrag in het openbaar. In haar eigen woorden: mensen die ''duwen, trekken, leunen, hangen en wankelen'' op straat.

 Net als zij volg ik hoe mensen, wanneer ze zitten, hun hakken tegen richels aan zetten.
Schoenen worden vaak half uit gedaan. 
De zittende mens is bij haar een onderwerp apart.
In haar boek 'Theorie van de straat' liet Paulien al zien hoe het komt dat de pijpen van mannenbroeken zó 'opkruipen' dat je de van onderaf in volgorde schoen, sok en een stuk bloot been ziet voor je aan de broekspijp toekomt.

 Wat bijna niemand laten kan: met de vinger langs een ketting gaan die tussen twee paaltjes hangt.
En, in De Balie zijn ook weer veel mensen met eindjes touw in de weer. Waarom? Ik probeer iets te verzinnen, morgen. 

colberts met de dubbele split in Japan
het raadsel
nog 'n colbert. twee opgerolde documenten in de zakken. en dan.

Paulien Oltheten (1)

 Haar boek 'Theorie van de straat' (2007) werd in liefhebberskring een classic.Ze maakt niet alleen foto's, ze denkt er hardop bij, in handgeschreven teksten en schetsjes.Wat haar kennelijk dwarszit is hoe je je kunst moet laten zien. Nu was ik - net op tijd, 9 juni is het weer voorbij - in het café van De Balie in Amsterdam. Waar nieuwe foto's van haar hangen. Aan de muur, maar Paulien gaat verder. Op de bladen van verscheidene tafeltjes heeft ze foto's en kladjes uitgestrooid en daar doorschijnend plastic overheen geplakt. Zodat je af en toe een bezoeker moet vragen z'n espresso wat te verschuiven, of de suikerstrooier te verzetten. Of gewoon moet wachten tot zo'n tafeltje vrij is.

 Nu die ene foto. Gemaakt in Japan, want daar werkte ze een tijdje.
De dubbele split in colbertjasjes zit me al dwars sinds ik de politici Jozias van Aartsen en Robin Cook er eens allebei mee zag rondlopen. Parmantige kereltjes met dikke billen.
Hoe werkt zoiets? Door dikke billen - zag ik bij forse dames - gaat een split wijken of uitstaan. En zo'n dubbele split moet dan kennelijk 'afkleden'. Of? Hm. Ik denk altijd, afkleden maakt het erger.
Paulien Oltheten betrekt de kijkers in de raadselen die het straatbeeld haar opgeeft. Dit raadsel zet zich voort. Op één van de tafeltjes ligt een foto waarop je ziet hoe een derde Japanner de split van de rechterman optilt. Zit hij in Pauline's complot? Of is hij een toeschouwer net als zij.
Er is veel dat we nooit zullen weten.

Zaterdag tegen twaalven in de weekendeditie van de Avonden. meer.

Pagina's