Vanmiddag kreeg Hans Verhagen de P.C.Hooftprijs. Zoiets noemt men wel 'een daad van rechtvaardigheid'.Je kunt ook zeggen: waarom zijn er anders P.C.Hooft-prijzen. De manier waarop hij hem in ontvangst nam was magistraal.Net als zo vaak in Music-Hall nam hij het tempo in handen vanaf het moment waarop hij op het podium werd genood. Daar was hij, met z'n tas. Denk niet dat ie z'n teksten tevoren al nerveus tussen de vingers geklemd hield. Nee, hij moest ze uit de tas halen, waar waren ze, o hier.
De volle zaal volgde zijn woorden en bewegingen op de voet.
Hij stond, keek nog eens, vond de drie gedichten die hij zou doen.
'Hij is bovenal musicus,' dacht ik, 'hij legt de zaal zijn tempo op.'
En daar ging hij. Al bij zijn eerste woorden was al het voorafgaande verdwenen. Er was alleen nog de stem van Hans Verhagen.
'Ik kan leven naar gelang mijn jas hangt
(en m'n jas kan hangen tot ik er zelf in hang)
maar hoe kan ik, opgezadeld met de zekerheden
van de dood, ooit vechten voor mijn leven?'
(...)