oefening: 'Verdediging van een spoorbaan'. mijn vader is de  man met bril die naar de fotograaf kijkt.
in de Bredase Kloosterkazerne: mijn vader oefent met de Lewis M20. de bril even af voor de foto.

Foto (2)

Tussen 1938 en 1940 was mijn vader in militaire dienst. Bij het regiment wielrijders, waar hij niet alleen leerde hoe je een fiets uit elkaar moest nemen en weer in elkaar zetten maar ook deze mitrailleur, een Lewis M20 ('blind' staat er bij).

Dit gebeurt in de Kloosterkazerne in Breda waar hij voor zijn 'eerste oefening' moest opkomen. In de meidagen van 1940 werd zijn eenheid ingekwartierd in Pijnacker, waar ze de opdracht kregen Duitse parachutisten gevangen te nemen. In één geval lukte dat ook.  
In uniform was mijn vader gelukkig. Het woordje 'mess' had in zijn mond een speciale klank.
Na de oorlog diende hij bij de grensbewaking en nam deel aan de 'politionele actie' in Indië. Hoewel hij tegen was had hij dat 'nooit willen missen'.
In de jaren '70 werd hij burgerdocent Duits aan de Militaire Academie.

ps. in 1962 werd ik zelf 'voorgoed afgekeurd' voor de Militaire Dienst 'wegens gebreken' (S5).   

mijn moeder (links) en m'n tante Bé op Kijkduin omstreeks 1937

Foto (1)

 Het zijn de dagen. Mijn broer kwam langs met foto's. Van vaderszijde en meer nog van moederszijde. Mijn ouders leven al lang niet meer. Vooral mijn moeder is me altijd een raadsel gebleven. Ik hoop iets van haar terug te vinden in deze vele foto's.

 Ze was de dochter van een kapitein op de Holland Amerika Lijn die in 1935 uit Havana naar huis terugkeerde met een eenzijdige verlamming als gevolg van een attaque. Pensioen was er nauwelijks. Ze verhuisden uit Den Haag naar de Katwijkselaan op Kijkduin. Dat was goedkoop wonen toen.
Afgebroken in de oorlog, dit laantje.
Deze foto laat m'n moeder en haar jongere zus Bé zien, ze deed conservatorium maar emigreerde in 1953 naar Nieuw-Zeeland en heeft daar nooit meer een piano aangeraakt.
Mijn moeder werd onderwijzeres.
 

 De foto's zitten deels in albums, met onderschriften, waaraan je goed kunt zien waarom Judith Herzberg formuleerde 'leven is wat ze vroeger deden'.
Alles deed er zo toe. Ik denk dat de meisjes naar de stad gaan, naar iets feestelijks (waar hadden ze de feestjurken vandaan?). En dat ze staan te wachten op de open auto die ze er heen zal brengen.  

Tags: 
Sigmund Freud
Marcel van Eeden, die me het citaat stuurde

Freud (2)

 Freuds vroege carrière was een reis van de biologie naar psychoanalyse. Van een neuroloog, gespecialiseerd in het zenuwstelsel werd hij een therapeut die hysterie en neurosen behandelde. Zie de afbeelding van hysterie-patiënte met een boogvormige samentrekking van de ruggengraat.

 Noteerde Freud:
'In zekere zin bleef ik trouw aan de lijn van mijn oorspronkelijke werk. Het onderwerp dat Brücke me had voorgesteld voor mijn onderzoek was de centrale zenuwbaan van een van primitiefste vissoorten (Ammocoetes Petromyzon);  en nu ging ik over naar het centrale zenuwstelsel bij de mens.' (Freud, An Autobiographical Study)

 In 1885 kreeg Freud een beurs om in Parijs te gaan studeren bij de wereldberoemde Jean-Martin Charcot, directeur van de Salpêtrière-kliniek, die toen gold als 'een museum van levende pathologie' vanwege de veelsoortige patiënten en afwijkingen die je er aantrof. Charcot's presentatie van gevallen van hysterie maakte indruk op hem.
'Een leek vindt het zonder twijfel moeilijk te begrijpen hoe pathologische aandoeningen van lichaam en geest kunnen worden geëlimineerd door 'alleen maar' de woorden van de dokter.
Hij zal de indruk krijgen dat hem gevraagd wordt in wonderen te geloven. En zo ver zal hij er niet naast zitten, want de woorden die we in het alledaagse taalgebruik hanteren zijn niets anders dan een restant van magie.'
(Freud, 1890)

 Onthou het: wat wij tegen elkaar zeggen is niets anders dan een restant van magie.

zoals gezien in Dr. Guislain in Gent
het door Marcel aangetroffen origineel

Freud (1)

De bovenste prent trof ik in het Museum Dr.Guislain, nog steeds deels inrichting voor geesteszieken, deels museum voor 'outsider kunst'. De prent diende als decoratie boven een deur, een bijschrift was er niet bij.

Ik vroeg reacties. Met daarbij de veronderstelling dat het iets met de - verdwenen - 19de eeuwse ziekte 'hysterie' te maken zou kunnen hebben.
Bleven er vragen.
Vanwaar deze houding?
Was het toeval dat hier een mooie vrouw getroffen was?
Marcel van Eeden wist de vermoedelijke herkomst van de prent.
In 2006 was er een tentoonstelling in het Freud-museum in Wenen. Waar oa. werd uitgelegd dat de vroegste wetenschappelijke onderzoekingen van Freud tot onderwerp hadden de wervelkolom van bepaalde primitieve vissoorten.
Later zette zich dit onderzoek voort naar de 'medulla oblongata'  (het gedeelte van de hersenen dat de hersenstam met het ruggenmerg verbindt ) van het menselijk brein.
Hoewel Freud zich verder in de jaren 1880, 1890 specialiseerde
als neuroloog bleef hij de biologie trouw. 
Zie de site van het Freud Museum voor meer uitleg over de vreemde, boogvormige positie van de ruggegraat.

het boek
Mercuur en schilder Dave Meijer

Thom Mercuur (4)

 Het boek 'Eb en vloed' dat Mercuur samenstelde voor z'n afscheidstentoonstelling is niet alleen een catalogus, maar ook een beginselverklaring, in beeld, en in tekst. Maar welk beginsel Mercuur hier verklaart zou ik niet weten. hijzelf ook niet, denk ik.

 Dat is een zegen van beeldende kunst, er kunnen wel eens woorden bij en soms passen ze ook aardig, zoals de teksten van K.Schippers of Nescio, of een uit de mond van schipper Bootsma opgetekende uiteenzetting over de bot (je hebt linkerbot en rechter-,  Ijsselmeerbot en zoutwaterbot) maar het blijven blijven kanttekeningen.
De zegen van het beeld is dat het zonder woorden kan. Naar plaatjes kijken is een vorm van vliegen.
Hier zwijg ik stil. Verwijs nog even naar wat K.Schippers noteert: 'De zee, het duin, het strand, het wad, dit was een gebied dat mijn blik geen richting voorschreef, geen voorzijde of achterzijde had. Steeds had ik het gevoel achter me te moeten kijken omdat wat ik voor me zag op niets kon bogen dat boven andere gezichtspunten te prefereren viel.'
Kijkrichting zoek. Daar begint 't.

museum Belvédère vanmiddag
Mercuur en Fuchs bekijken de tentoonstelling
lokvogels uit de verzameling-Mercuur, er zijn meer niet-schilderijen

Thom Mercuur (3)

Vanmiddag in Heerenveen bij de opening van 'Eb en vloed', de tentoonstelling waarmee Thom Mercuur afscheid neemt van 'zijn' museum Belvédère dat nu vijf jaar bestaat. 't Is behoorlijk zijn. Het museum drijft op Mercuurs eigen collectie en op wat hij bijeenbracht.

En daaruit zie je nu de kern, al wat gaat over de zee, van schepen aan de einder tot vis en hoe je die klaarmaakt, van badseizoenen van lang geleden tot dukdalven en pieren van nu. 
Rudi Fuchs vergeleek Thom Mercuur in z'n openingswoord met Syl de strandjutter.
En zei een paar behartenswaardige dingen over zijn dwarsheid. Zo dwars als het Belvédère in het landschap staat, zo dwars gaat de kennis van Thom Mercuur door de schilderkunst heen, en de kookkunst, de kunst van het vissen of van het jagen.
En dat zie je allemaal terug in deze expositie. Thom Mercuur weet waar ie het over heeft. Waar vind je nog zo'n curator?
Buiten vroor het letterlijk dat het kraakte, binnen stonden tegen de vijfhonderd mensen. Later meer, ook over de catalogus.

Komende zaterdag is Mercuur te horen in de Avonden.  

Melancholie 23-2-09
Armando

Armando

... en de melancholie van het scheppen.' Heet de studie van Katja Rodenburg, die morgen langskomt in de weekendeditie van de Avonden. Drie essays, schilderijen, sculpturen, litho's,Het citaat dat als motto dient zegt meteen veel: 'Zonder mijn thematiek zou ik niet tot een tekening of schilderij in staat zijn. Uiteindelijk resulteert de thematiek in een schilderij, en tekening of een ander kunstwerk. En dan krijg je plotseling met andere maatstaven te maken, het is op een onveilige manier in een nieuw domein terecht gekomen.'

Dat spreekt aan. Je maakt iets, om hoogst persoonlijke redenen. En vervolgens is er een schilderij. En dat brengt vragen met zich mee. Die te maken hebben met kunst, met publiek enzomeer.
Terwijl de oorspronkelijke beweegredenen lagen in een hoogstpersoonlijke thematiek.
Armando's 'Schuldige landschappen' raken nooit uitgeput. Integendeel. Ik denk dat ze uitingen zijn van een guerrilla tegen de tijd.
Zelf zal ik er nooit aan wennen dat ik een spoorrails kan oversteken waarover nog maar minuten eerder een trein reed.
Op de zelfde manier kan Armando niet aanvaarden dat de bomen zijn blijven groeien op die plek bij Amersfoort.
En zo ga ik denken 'die rails weten er meer van'.
Morgen vragen genoeg. 

Tags: 
Sunrise - still (3)
Sunrise - still (1)
Sunrise - still (2)

David Claerbout

 Zonsopgang. Zo heet de video van achttien minuten die het museum De Pont in Tilburg heeft gekocht van de Antwerpse kunstenaar David Claerbout. In maart zag ik er al zijn films en sprak met hem. Hij heeft een groot beeldarchief. Kan een jaar bezig zijn met één foto.

 'Als je ze zoekt vind je niet,' zei hij. 'Ik wacht tot ze tot mij komen.' 
Zijn tentoonstelling heette niet voor niets 'The shape of time'. Hij wil tijd 'sculpturaal' maken, breed en panoramisch, groter dan wijzelf.  De blik bevrijden van snelle, eenduidige montage, de tijdsdwingelandij van televisie en film.
Deze nieuwe film ken ik niet.
Uit welk fotomateriaal zou hij zijn voortgekomen?
Op de site is een slide-show te zien die een indruk geeft.
Claerbout neemt ons me naar het ochtendkrieken.
Het raadseluur.
Een vrouw in een keuken. Een vrouw op een gang. Een vrouw op de fiets.
Ochtendschemer is anders dan avondschemer. Doordat je ogen uit het duister vandaan komen zijn ze gespitst op het eerste licht.
En zien ze eens te beter de schemerkleuren.
Maar wat er gebeurt?

De Pont maakt reclame met een nieuwe Bill Viola. Maar wanneer Claerbouts 'Sunrise' te zien zal zijn is niet bekend.

Tags: 
D.Hooijer

Catwalk

Nu heb ik 'Catwalk', de eerste roman van D.Hooijer uit. Maar wat is uit. Meteen begin ik weer te bladeren. Te drentelen door de wederwaardigheden van de uitgebreide familie die ik in het boek heb leren kennen. De titel Catwalk kun je ook nog heel letterlijk nemen want er worden kleren genaaid en geshowd, je komt veel te weten over de overwegingen van zich kledende vrouwen - en dit zijn nogal bizarre.

Zonneklaar dat Hooijer deze hele club heeft verzonnen om haar - en mij - gezelschap te houden.
Steeds proberen buitenstaanders zich in te dringen, wat aanleiding geeft tot veel overwegingen. 'Wat mooi,'dacht ik een paar keer, 'dat ze zo lang op iemand kauwen voor ze hem/haar wegdoen'. Als ze dan tenslotte op een cruiseschip terechtkomen wordt dat zowat een Ark van Noach (al geloof ik niet dat bij Noach iemand over boord wilde springen omdat ze 'niks om handen' had).
Het gezelschap bestaat uit zinnetjes die bij personages horen. 'Humor moet je blijkbaar jong leren'.
Of, als een man een vrouw versiert, nu ja:
'Hij had het gevoel dat hij een hert uit het hertenkamp had geschoten in plaats van uit het bos.'

Er komt een actrice in voor van wie gezegd wordt:
'Was ze maar een kanjer van een vrouw op toneel, een emotiewijf met een zware alt. Maar haar kracht ligt in lijdelijkheid en elegante zwakte. En dat is zwaar spelen, want je mag niet neuzelen of fluisteren, nee je moet kracht zetten, maar subtiele kracht en daarbij mag je de klinkers niet lang aanhouden. Anders ben je een gekke, zwakke vrouw. Zo'n type is te vaak gespeeld.'  
Wat een wereld. Ik begin weer op pagina 5.

Tags: 
lijn 11 in 1958...

Leeg

Wim de Bie stuurde deze Haagse tramfoto.Van motorwagen 828, die dienstdeed op lijn 11. Hier gezien in de Kompasstraat, in september 1958. Dit is Scheveningen. Het laatste stuk naar de keerlus aan zee. Wim noteert:

'Het was leeg in 1958.
Maar zo leeg?
Ik zie ook geen bestuurder.'

Vragen.
Was het altijd zo leeg, vroeger in Den Haag?
Ik ben geneigd te zeggen ja.
Het kan zijn dat deze tramfotograaf expres op zondagochtend was uitgetrokken om geen obstakels voor zijn lens te krijgen, maar ik betwijfel het.
Weinig autobezitters nog in de Kompasstraat. 
Ik herinner me die leegte.
Vaak dacht je 'waar zouden de mensen toch zijn?'
Nu ja, op straat was doorgaans 'niets te doen'.
Men zat binnen. Achter de vitrage.

Nu schiet me onze werkster te binnen. Een geboren Haagse, maar ze had nog nooit de zee gezien.     
'Waarom niet?'
Ze zei dat er nooit een reden was geweest. Ze had er niets te zoeken.

ps. P.J.Roggeband heeft misschien de oplossing van het raadsel van het lege voertuig: de bestuurder is ook de tramfotograaf!

Tags: 

Pagina's