Pete met echtgenote Gerda (haar naam werd consequent  op z'n Amerikaans uitgesproken)
Pete Felleman met de Supremes

Walk of Fame

Jazz-kenner Bert Vuijsje kreeg het volgende bericht van Gerardo Eijbersen, werkzaam bij de VVV-Zandvoort.

'Wij zijn momenteel bezig met een "Walk of Fame" waarbij  beroemde personen die een speciale band met Zandvoort hebben worden vereeuwigd met een mooie steen in het plaveisel. Deze steen wordt voorzien van een foto en een korte beschrijving van deze persoon. Eén van mijn voorstellen om een persoon hiermee te eren betreft Pete Felleman die in Zandvoort geboren is. (...) Om mijn informatie te completeren, heb ik nog één enkel gegeven nodig. Ik weet namelijk niet waar hij is overleden. Dit gegeven wordt zowel op de tegel vermeld alsook in een nog te maken boekwerkje .'

Vuijsje reageerde positief: Waarop hij mij mailde omdat ik bij de vpro jarenlang over de rubriek 'De jazz van Pete Felleman' ging en hem tot het eind van nabij meemaakte.
Pete Felleman was de eerste Nederlandse disc-jockey, en verder bekend als jazzliefhebber (hij kende Coleman Hawkins) en promotor van Motown in Nederland (hij was bevriend met oa. Diana Ross) leefde van 1921 tot 2000 in welk jaar hij vrijwel zeker op 11 februari overleed in het ziekenhuis van zijn woonplaats Amstelveen, waar ik hem heb bezocht. 
Ik zou tal van verhalen over hem kunnen vertellen. Verhalen die niet passen op een Walk of Fame-tegel in Zandvoort.
Luister naar zijn gesprek met Diana Ross in het radioarchief (dat hoogst eigenaardige, zelfgemaakte Amerikaans). Dat geeft een indicatie. Diana begroette hem bij concerten vanaf het podium met naam en toenaam!

Wendelien Schönfeld vanmiddag
de bibliotheek

Wendelien Schönfeld

 Het achttiende-eeuwse Hôtel Turgot in Parijs herbergt de collectie (tekeningen en grafiek van Rembrandt, Goltzius, correspondentie van Mondriaan etc. etc.) van kunstverzamelaar Frits Lugt (1884-1970).

 Ze kregen daar het idee om de statige behuizing te laten vastleggen. Niet door er een fotoserie van te maken, nee, het - heel letterlijk - lumineuze idee rees om Wendelien Schönfeld te vragen om een reeks kleurhoutsneden.
Vanmiddag waren die te zien in de Amsterdamse Galerie Petit. Een boekje is er ook van (inclusief de schetsen die voorafgingen en haar beschrijving van hoe ze te werk ging).

 Kleurhoutsneden! Het procédé dwingt je als het ware met je neus op het afgebeelde te gaan staan, je te buigen over hoe de maakster haar onderwerpen heeft getackeld. Welke delen van een afbeelding werden in welk kleurblok ondergebracht (er zijn meerdere drukgangen)? Wat werd aan het wit overgelaten. Welke standpunten neemt ze? Hoe valt het licht?
Je moet wel kijken, met Wendelien Schönfeld mee.
En het is het licht dat de aandacht wegsleept. Op een parketvloer die net geboend is en je bijna verblindt. Of in de tussentonen van het schemerduister in de bibliotheek. Als in dit paleisje licht binnenvalt is het echt een indringer. Elke prent bevat meerdere soorten licht: direct buitenlicht, lamplicht in soorten (een luchter!), bovenlicht...:
 Wendelien schrijft dat ze daar in Parijs vier en een halve dag de tijd had om schetsen te maken. Daar moest dan echt alles op staan. Ze heeft zich er bijna maniakaal op gestort, krijg ik de indruk. Want, zegt ze streng, als je de gemaakte schetsen uitwerkt 'dreigt het risico dat de ervaring op de achtergrond raakt en er niet meer ervaren maar nagetekend wordt'.
Het vasthouden van een ervaring?    
Ja, zoiets kan.

foto: Bart Egers

Non

Bart Egers schrijft, onder het kopje ‘Wél gebouwd Rotterdam’:

Gisteren las ik het stukje over Nooit gebouwd Rotterdam, en vandaag - met de hond op weg naar Het Park (bij de Euromast) - werd ik aangesproken door een Duitse non (echt waar!) die naar de Ojroo-mast vroeg. Daar waren we niet ver vandaan, zij stond er met haar rug naartoe. Toen ik haar de mast en de weg wees, bleek ze er niet heen te willen, ze wilde hem alleen gezien hebben:
"Ach so... das habe ich mich doch ganz anders vorgestellt!"

Sputnik (2008)
The place to hide above the ground (2007)

Andrei Roiter

Komende zaterdag hoop ik vanuit het Stedelijk Museum in Den Bosch een indruk te geven van de tentoonstelling 'One' van deze Russische schilder, fotograaf, installatiebouwer. Een tamelijke kosmopoliet, hij verbleef in Brussel, Rome, Keulen, en San Francisco en naar het schijnt ook eens een tijdje in een afgedankte supermarkt in Amsterdam.Een nomadisch bestaan.

De reden dat ik op de 21 schilderijen in Den Bosch afga is dat huizen en wonen voor Andrei Roiter zo'n groot onderwerp zijn.
Voor mij net zo. In mijn angstdromen is altijd iets met een huis. 
Andrei Roiter schildert wat je noemt 'woondromen'. Ook wel 'woonnachtmerries'.
Hoe droomt een nomade over huizen?
Bij hem kan een zolder van een vroeg twintigste-eeuws huis worden gerukt. Ook lijkt hij regelmatig in een huisvormige zeepbel te huizen.
Dan weer zie je het soort verlaten, tijdelijke bouwsels waarin zwervers de nacht doorbrengen.
Maar, die losgerukte, verwaaide, zeer tijdelijke behuizingen zijn beweeglijk.
Ze zweven, bijna altijd. Ze verheffen zich. 

 

socioloog Bas van Stokkom

Na de Prachtwijken

Fietste vanmiddag naar de Vrije Universiteit om te praten met Bas van Stokkom, co-auteur van 'De sociale cohesie voorbij - Actieve burgers in achterstandswijken'.De follow-up van 'Prachtwijken?! De mogelijkheden en beperkingen van Nederlandse probleemwijken' (2007). Minister van der Laan zal het in ontvangst nemen.

Onderweg kwam ik langs een samenscholing van politiepaarden, hun berijders en hun aanhangkarretjes en ook een menigte in geel gestoken agenten, bij elkaar tegen de tweehonderd.
Probeerde vergeefs te ontdekken 'waar het voor was'. En merkte pas 's avonds thuis dat het voor Wilders z'n rechtszaak was. 
Over burgerschap gesproken.
Dacht ondertussen aan wat Van Stokkom zei over averechtse gevolgen van 'sociale cohesie', die ook bestaan. In achterstandswijken met veel isolement en wantrouwen kunnen makkelijk diep-wantrouwende wij- en zij-gevoelens postvatten.
De veelgeprezen sociale netwerken ('buurtcohesie') kunnen ook een hindernis worden voor veiligheid en leefbaarheid.
Waarom woon ik zelf in een stad? Om te kunnen kiezen met wie ik omga, en, sorry, om me te kunnen onttrekken aan gezelligheid.
Voor mij geen straatdiners. Ik probeer een 'burgerschap-light' te ontwikkelen. Goed?

bolvormige constructie van Claus en Kaan (2008) boven het Hofplein
die toch weer familie is van ''het huis van de tuinman'' van Ledoux (1804)
..of het grafmonument voor Newton van Boullée (1728-1799). niet bouwen dit, niet. 
 

Nooit gebouwd Rotterdam

Het Historisch Museum Rotterdam laat de nooit gebouwde stad zien... Mooie ironie, een verdwenen stad en een nooit gebouwde. Geesten oproepen...

De reusachtige, kleurige champagneglazen die de Engelsman Alsop ontwierp voor bij het station kwamen er niet.
Ik wil gaan zien wat voor vreselijks ons bespaard bleef en wat er - eeuwig zonde - niet van kwam.   
In Duitsland verbaas je je toch altijd weer over de ruimte die er na '45 opeens was voor een architectuur van brede gebaren. Rotterdam is daarin een Duitse stad. Zijn de kansen benut?
Er zit een andere kant aan het nooit gebouwde.
Pas nog sprak Sandro Setola zijn liefde voor de architectuur van de geest uit.
En mijn eerste bezoek, lang geleden, aan wat er terecht kwam van de koninklijke zoutziederij van Ledoux in Arc-et-Senans zal me heugen...
Sommige ontwerpen blijven beter tekening. Als tekening overtuigen ze, jagen ze je geest op hol. Eenmaal in steen verstard zie je alleen nog hun fouten en kleinheid.
Zoals Sandro zei 'dan zijn ze dood'.   

Ike & Tina, zoals ze begonnen
Jerry Lee met z'n 13-jarige bruid Myra (1957), die ook nog z'n nichtje was

Het Zuiden (2)

Vorige week kon ik nog eens disc-jockey zijn, voor het Studium Generale van de Rietveld Academie, in het kader van hun project over het Zuiden van de VS. Religie, slang, voedsel, Obama, maar vooral muziek.

Hier wat Youtubes die ik draaide. Van Robert Johnson (1937)  wiens smartelijke dood (rattengif) me eens door Honeyboy Edwards werd verteld. Muddy Waters, de man die geleidelijk uitvond wat tot op vandaag een popbandje is (bas, drums, keyboards, gitaren) en Fats Domino, de New Orleans-piano ondersteund door blazers, die overal in het Caraïbisch gebied via de AM-radio werd gehoord, Jerry Lee Lewis, de blanke rocker uit Ferryday, Louisiana, die de zwarte muziek mee de wereld in hielp en Tina Turner zoals ze begon.

De muziek waarvan Robbie Robertson van The Band later, toen hij met rocker Ronnie Hawkins door het Zuiden had getoerd,  zei: 
'''Rock'n roll, rhythm & blues... I found it so heavy in my heart that I couldn't get around it.' 

Op Toutube zie je hoe toevallig beeld van deze muziek in de jaren '50 en '60 nog was. Er is zo weinig. En iedereen weet onderhand 'waar geen beeld van is heeft nooit bestaan'.

 

 

door Rodchenko (die ook schilderde) voor propaganda-drukwerk gemaakte schets: een pauze in de dwangarbeid
Marcel Feil, conservator van het Foam
Hubert Smeets

Rodchenko (3)

Het Amsterdamse fotomuseum FOAM, biedt een overzicht van het werk van de Russische avant-gardefotograaf Alexandr Rodchenko (1891-1956). Samengesteld door het Moskouse Huis van de Fotografie. Nederlandse conservator was Marcel Feil. Maar hij kreeg de tentoonstelling pasklaar aangeleverd, vertelt hij maandagavond na 21.00 in de Avonden.

Aan de telefoon komt uit Rusland Oleg Klimov, ook fotograaf. Hij schreef op 11 december in NRC-Handelsblad over zijn onderzoek naar het verblijf van Rodchenko aan het Belomorkanaal, dat van 1930-1933 onder Stalin gegraven werd van de Witte Zee naar St. Petersburg. Een dwangarbeidproject waarbij minstens 100.000 politieke gevangenen stierven. En waar Rodchenko, zo ontdekte Klimov, aanwezig was in opdracht van de geheime dienst om propagandafoto's te maken. Zijn vriend, NRC-redacteur Hubert Smeets vertaalde het stuk.
De foto's en fotomontages van de kanaalbouw hangen nu in het FOAM. Zonder erg veel toelichting. En de vraag luidt: welke rol speelde Alexander Rodchenko daar nu eigenlijk?
En, hoe kwam deze Amsterdamse tentoonstelling tot stand?
Ik nodigde de betrokkenen uit in de studio. Er ontspon zich een felle maar genuanceerde discussie die uitmondde in de conclusie van Smeets dat men in Rusland nooit is toegekomen aan een 'bewältigung' van het Stalinistisch verleden.
Er bestaat zwart en wit, nog geen grijstonen. Rodchenko was een overtuigde communist, van het eerste begin tot het bittere eind. Hij stierf in 1956, net toen de eerste kritiek op Stalin door Chroestjov werd toegelaten. Wat waren de onmogelijke keuzen waar hij voor kwam te staan? 
De Russische catalogus vermeldt daarover niets. De tentoonstelling in Amsterdam zwijgt zo goed als. Vandaar.

Hubert Smeets, Oleg Klimov en Marcel Feil
Beluister fragment
Frankfurt, Eiserner Steg
Gustave Caillebotte - la Place de l'Europe, temps de pluie (1877)

Regen

De regen van vandaag bracht de paraplu’s terug op straat. Wat was overgebleven van de sneeuw verdween tussen de vroege ochtend en zonsondergang, snel. Mijn laatste regen moet ik gezien hebben in Frankfurt.

Ja, daar was het.. Ik liep over de ijzeren brug tussen de Museumoever en de binnenstad, zag de paraplu’s en dacht 'Caillebotte’. Meteen maakte ik een foto omdat ik  me een schilderij meende te herinneren van die schilder dat er vrijwel zo uitzag als mijn uitzicht op de Frankfurter binnenstad.
Maar nu, terug, zie ik dat er niets van waar is, Gustave Caillebotte (1848-1894) heeft nooit zo’n brug met paraplu’s geschilderd. Wel een ijzeren brug, maar bij zonlicht en ook paraplu’s - vrij veel, hij is de regenschilder bij uitstek.-  maar nooit op een brug.
Het was een eigen compositie. 

jaren '70
cover van de soloplaat uit 1972

Bobby Charles

Bobby Charles is gestorven (1938), de liedjesschrijver en zanger wiens stem al zo lang in mijn hoofd zit. Sinds 1972 eigenlijk, toen zijn solo-album uitkwam waarop hij begeleid wordt door de jongens van The Band.

Die plaat bezat ik als langspeelplaat, ik gaf hem weg. Later kocht ik de CD, maar ook die gaf ik weg. Ik weet heel goed aan wie en waarom. Omdat hij zo onvergetelijk mooi is, en, dacht ik, hij zit toch in m'n hoofd.  
Nog vaak komt de Tennessee Blues een paar dagen logeren.
Een cajun was hij, Robert Charles Guidry kwam uit Abbeville, Louisiana. Hij schreef oa. 'See You Later, Alligator,' 'Walking to New Orleans', voor Fats Domino en '(I Don't Know Why I Love You) But I Do' voor Clarence Frogman Henry, maar voor mij zijn het liedjes als Small town talk en Grow to old die niet wijken.
Hoewel hij nauwelijks voorkomt in de afscheidsfilm van The Band uit 1976 (alleen even kort in de finale 'I Shall Be Released', grotendeels net buiten beeld) zong hij wel mee.

Pagina's