Het Amsterdamse fotomuseum FOAM, biedt een overzicht van het werk van de Russische avant-gardefotograaf Alexandr Rodchenko (1891-1956). Samengesteld door het Moskouse Huis van de Fotografie. Nederlandse conservator was Marcel Feil. Maar hij kreeg de tentoonstelling pasklaar aangeleverd, vertelt hij maandagavond na 21.00 in de Avonden.
Aan de telefoon komt uit Rusland Oleg Klimov, ook fotograaf. Hij schreef op 11 december in NRC-Handelsblad over zijn onderzoek naar het verblijf van Rodchenko aan het Belomorkanaal, dat van 1930-1933 onder Stalin gegraven werd van de Witte Zee naar St. Petersburg. Een dwangarbeidproject waarbij minstens 100.000 politieke gevangenen stierven. En waar Rodchenko, zo ontdekte Klimov, aanwezig was in opdracht van de geheime dienst om propagandafoto's te maken. Zijn vriend, NRC-redacteur Hubert Smeets vertaalde het stuk.
De foto's en fotomontages van de kanaalbouw hangen nu in het FOAM. Zonder erg veel toelichting. En de vraag luidt: welke rol speelde Alexander Rodchenko daar nu eigenlijk?
En, hoe kwam deze Amsterdamse tentoonstelling tot stand?
Ik nodigde de betrokkenen uit in de studio. Er ontspon zich een felle maar genuanceerde discussie die uitmondde in de conclusie van Smeets dat men in Rusland nooit is toegekomen aan een 'bewältigung' van het Stalinistisch verleden.
Er bestaat zwart en wit, nog geen grijstonen. Rodchenko was een overtuigde communist, van het eerste begin tot het bittere eind. Hij stierf in 1956, net toen de eerste kritiek op Stalin door Chroestjov werd toegelaten. Wat waren de onmogelijke keuzen waar hij voor kwam te staan?
De Russische catalogus vermeldt daarover niets. De tentoonstelling in Amsterdam zwijgt zo goed als. Vandaar.