Nerveuze vrouwen (3)

 Zaten er in meerderheid vrouwen in de inrichtingen voor zenuwpatiënten? Geen wonder, mannen stelden de regels. Vrouwen uit de betere standen hadden genoeg aan wat pianospelen en nuttige handwerken, echt werk zou ze overspannen maken. Wat ze wilden was wat voor mannen normaal werd gevonden, vrijheid, ook in seksualiteit. 

 Eenmaal opgenomen werden ze vastgeketend. Het was de Parijse arts Charcot die besloot ze niet meer te ketenen. En Breuer, collega van Freud, die ze liet praten. Freud was dus niet de uitvinder van de praattherapie.

 Charcot vond het ziektebeeld hysterie uit en maakte het salonfähig. En tegelijk was de fotografie in opkomst, zodat hij zijn werk kon documenteren. Zijn meest fotogenieke patiënte was Augustine, die een soort ster werd, wispelturig, mooi, extravagant. Een profetes die door haar waanzin heen de waarheid sprak. De Parijse Salpêtrière werd een bezienswaardigheid voor deftige dames en heren. Augustine (geb. 1860) speelde begaafd voor gekkin, kon aanvallen krijgen wanneer gewenst. Tenslotte ontsnapte ze, als man verkleed. Nooit is er meer iets van haar vernomen.

 

Tags: 

Newtons liefdesmachine

 In 1988 schreef Henk Bernlef in het blad Raster, waar ie jaren redacteur van was een stuk dat heette 'Newtons liefdes­machi­ne'. Het speelt zich af in het grootste pretpark ooit, op Coney Island, waar ook Freud eens op bezoek ging (zie eerder op Avondlog). Bernlef schreef:

 'Het moet een vervaarlijke machine zijn geweest. Bedeesd, hand in hand, liepen de paren over de bontgeverfde stroken van het omringende plankier. Eén voor één werden ze opgesloten in de kooien die daarna zwaar vergrendeld werden. Een ogenblik zaten ze stil tegenover elkaar. Voor het hek stonden hun kinderen, hun vrienden en bekenden. Een soort afscheid, maar tijdelijk. Ze sjorden de veiligheidsriemen vast. (...)'

 (lees verder op Raster online)

Freuds Droomland (3)

Een bezoek aan het spookhuis op de kermis. Was dat wat Freud in 1908 overkwam op Coney Island? Herkende hij daar de spooksels uit het onbewuste van zijn patienten?

 Honderd jaar na Freuds bezoek was er een kleine tentoonstelling,  die nu in Haarlem te zien is. Het Dreamland op Coney Island moet een blijvende indruk op hem gemaakt hebben. Die uitvergrote versie van het spookhuis. waar je vroeger in een karretje door het duister werd rondgereden langs gillende geraamtes en spoken, terwijl glibberige sliertjes langs je gezicht gleden.
Herkende Freud in 1908 op Coney Island zijn eigen demonen?
Mij deed zijn belevenis denken aan de beschrijving die Johnny van Doorn gaf van een mislukte LSD-trip. In de 'krochten van de geest' bevocht hij angstaanjagende visioenen. Tot hij de demonen kon ontmaskeren als afkomstig uit het spookhuis op de kermis'.
Kennelijk huist in ons achterhoofd een reservoir aan demonie.
Je kunt ook denken: Freud zag de toekomst van het amusement, hij zag de demonische games die zouden komen. Een studie naar games en het onbewuste? 
Freud komt de eer toe als eerste het pretpark ernstig te hebben genomen. Met Walter Benjamin als tweede.
 

Freuds Droomland (2)

Het boek over 'The Coney Island Amateur Psychonalytic Society', te krijgen in het Haarlemse Dolhuys bevat een wonderlijke geschiedenis.

Dromen wij nog? De psychoanalyse en het surrealisme lijken verdwenen. Niemand hoor je meer over wat hij droomde.
Hoe anders het was leer je hier.
Het Freudiaanse onbewuste was in het vooroorlogse Amerika een hit, een bron voor thrillers en misdaad. Nog een dubbele persoonlijkheid. Waar bleven ze? Ik herinner me 'Eve black and Eve white'. Je wist het van jezelf niet.
En waar bleef de macht van de psychiater die wist wat je 'eigenlijk' wilde en bedoelde.
Freuds ontdekking werd in de VS onmiddellijk vertaald in amusement, misdaad en seks.
Het Amerika waar Freud zelf op die dag in 1908 dat hij Coney Island bezocht van de ene verbazing in de andere viel. Nog op z'n sterfbed sprak ie over Coney Island. Niets was er heilig. Hij betrad in Dreamland de attractie Creation door de opening tussen de benen van een naakte reuzin, ging de Hellepoort binnen en verbleef twintig minuten in de onderwereld, waar bezoeksters door duivels werden beetgepakt en gillend in de hel gegooid. Satan stond erbij te lachen.

'Een nachtmerriewereld en ze vinden het fantastisch,' noteerde de professor in z'n dagboek. De gruwelijke 'Chicago fire', waarbij vrouwen uit brandende ramen sprongen vond ie zelfs leuk.
'Een vreemd, onverantwoordelijk plezier.'
Hij wist er geen raad mee. Maar vroeg zich tenslotte toch af:
'I have often wondered if the shape of the Coney Island parks resembles my model of the mind?'

Morgen na 22.00 in de Avonden meer
 

uit: The adventures of a dreamer van Albert Grass (jaren '30)

Freuds Droomland (1)

'Freuds Droomland' gezien in 't Dolhuys in Haarlem.Niet gedacht, maar het is hartveroverend. Er was in New York vanaf 1926 een club van amateur-analytici die een Freud-pretpark ontwierpen voor Coney Island.

De Traumdeutung als kermis, met strips, films, bewegende poppen. Door amateurs verfilmde dromen, droomstrips.

Freud was in 1909 in New York en bezocht Coney Island. Albert Grass verzon in 1927 'Dreamland', uitgaand van de Traumdeutung. De miniversie van Zoe Beloff die hier te zien is dwingt je psychoanalyse te bekijken als een Efteling..
Wat wij doen en denken zonder te weten waarom, het onbewuste was Freuds grote ontdekking.
Freud zelf wist geen raad met Coney Island. In Europa was psychoanalyse tenslotte diepe ernst. Maar achteraf bekroop hem de twijfel.
 
Vrijdag na 22.00 in de Avonden meer
 

Sigmund Freud
Marcel van Eeden, die me het citaat stuurde

Freud (2)

 Freuds vroege carrière was een reis van de biologie naar psychoanalyse. Van een neuroloog, gespecialiseerd in het zenuwstelsel werd hij een therapeut die hysterie en neurosen behandelde. Zie de afbeelding van hysterie-patiënte met een boogvormige samentrekking van de ruggengraat.

 Noteerde Freud:
'In zekere zin bleef ik trouw aan de lijn van mijn oorspronkelijke werk. Het onderwerp dat Brücke me had voorgesteld voor mijn onderzoek was de centrale zenuwbaan van een van primitiefste vissoorten (Ammocoetes Petromyzon);  en nu ging ik over naar het centrale zenuwstelsel bij de mens.' (Freud, An Autobiographical Study)

 In 1885 kreeg Freud een beurs om in Parijs te gaan studeren bij de wereldberoemde Jean-Martin Charcot, directeur van de Salpêtrière-kliniek, die toen gold als 'een museum van levende pathologie' vanwege de veelsoortige patiënten en afwijkingen die je er aantrof. Charcot's presentatie van gevallen van hysterie maakte indruk op hem.
'Een leek vindt het zonder twijfel moeilijk te begrijpen hoe pathologische aandoeningen van lichaam en geest kunnen worden geëlimineerd door 'alleen maar' de woorden van de dokter.
Hij zal de indruk krijgen dat hem gevraagd wordt in wonderen te geloven. En zo ver zal hij er niet naast zitten, want de woorden die we in het alledaagse taalgebruik hanteren zijn niets anders dan een restant van magie.'
(Freud, 1890)

 Onthou het: wat wij tegen elkaar zeggen is niets anders dan een restant van magie.

zoals gezien in Dr. Guislain in Gent
het door Marcel aangetroffen origineel

Freud (1)

De bovenste prent trof ik in het Museum Dr.Guislain, nog steeds deels inrichting voor geesteszieken, deels museum voor 'outsider kunst'. De prent diende als decoratie boven een deur, een bijschrift was er niet bij.

Ik vroeg reacties. Met daarbij de veronderstelling dat het iets met de - verdwenen - 19de eeuwse ziekte 'hysterie' te maken zou kunnen hebben.
Bleven er vragen.
Vanwaar deze houding?
Was het toeval dat hier een mooie vrouw getroffen was?
Marcel van Eeden wist de vermoedelijke herkomst van de prent.
In 2006 was er een tentoonstelling in het Freud-museum in Wenen. Waar oa. werd uitgelegd dat de vroegste wetenschappelijke onderzoekingen van Freud tot onderwerp hadden de wervelkolom van bepaalde primitieve vissoorten.
Later zette zich dit onderzoek voort naar de 'medulla oblongata'  (het gedeelte van de hersenen dat de hersenstam met het ruggenmerg verbindt ) van het menselijk brein.
Hoewel Freud zich verder in de jaren 1880, 1890 specialiseerde
als neuroloog bleef hij de biologie trouw. 
Zie de site van het Freud Museum voor meer uitleg over de vreemde, boogvormige positie van de ruggegraat.

een van de vliegmachine-ontwerpen van Da Vinci (1488)
helicopter-ontwerp van Da Vinci

Roes (3)

 In 'Archeologie van de kick' schrijft Lieven de Cauter ook over de door Leonardo da Vinci ontworpen vliegmachines, waarover veel gespeculeerd is, oa. door Freud. Vliegen is altijd meer dan vliegen, de Duitsers spreken over seks als 'vogelen', in het Italiaans heb je 'l'ucello' voor het mannelijk lid. Denk aan de ucello magico, die mooie opwindbare speeldoos in Fellini's Casanova.

De Cauter ziet in Da Vinci's vliegavontuur de oerscène van onze 'imaginaire omgang met de machine'. Dat zijn machines niet echt konden vliegen was niet te wijten aan zijn technisch onvermogen: het waren 'vogelmachines'.
Zou het niet kunnen zijn, zegt hij, dat Leonardo zijn vliegtuigen met opzet zo ontwierp en construeerde dat ze niet kónden vliegen. Immers, stel je voor dat ze dat wel hadden gekund? Dan hadden ze iets gekund wat hun meester zelf niet kon. Heel bedreigend! Daarom zat er voor Da Vinci niet anders op dan steeds nieuwe modellen te bedenken, die steeds weer niet werkten. En zo, zegt De Cauter, gaat het toch eigenlijk met alle machines die mensen ontwerpen.