Ontmoeting

 Gisteren liep ik door de tijd. En opeens ontmoette ik mijn grootouders van moederskant. De kapitein bij de Holland-Amerika Lijn en zijn mooie roodharige vrouw - heb ik nooit gekend. Zij mij wel.

 Ze zijn na de oorlog bij mijn ouders ingetrokken. In Zutphen, in 1945. Uitgeput door gedwongen verhuizingen, ziekte en oorlog. Daar stierven ze kort na elkaar, nog maar zestig en negenenvijftig jaar oud, toen ik drie, vier was.

 Mijn grootvader was eenzijdig verlamd sinds een attaque in Havana. Pensioen was er nauwelijks. Hij liep met een stok en was grimmig. Toen ik hem als peuter eens op een been imiteerde sloeg de vrouwen de schrik om het hart. Maar hij zag het, lachte:en zei: ’Hij doet mij na!’

 Het werd me verteld. Ik weet er niets meer van.

 Met mijn moeder ben ik een keer bij hun graf geweest. Gelegen op een eiland in een grote vijver in Zutphen. En later nog eens, alleen. Het vroor, de vijver rond de begraafplaats was vol schaatsers, het dodeneiland zomaar toegankelijk.

 Ik schaatste er heen op mijn houten kinderschaatsen. En vond het graf terug.

 Kort daarna verhuisde het gezin naar Den Haag. En alle jaren tussen toen en nu sprak niemand over het graf. Mijn moeder had veel van de hare gehouden, maar zweeg.

 Ik heb altijd gedacht dat het 'geruimd' zou zijn.

 Maar gisteren zag ik op Internet dat de Zutphense Oude Begraafplaats niet meer gebruikt wordt, maar nog wel bestaat. Foto’s van een idyllisch parkje op een eiland met hoge bomen. Met hier en daar wat scheve grafzerken in het gras.

 Er staat zelfs een register op Internet. En daar vond ik ze, de kapitein en z'n vrouw, die haar kinderen zo mooi aankleedde en fotografeerde.

 Even kwamen ze heel dichtbij. 

Tags: 

Evenaar

 Mijn andere grootvader, de kapitein bij de Holland Amerika Lijn die in 1932 in Havanna een attaque kreeg en eenzijdig verlamd terugkeerde naar Den Haag, vertelde hoe aan boord - als ze passagiers hadden - het passeren van evenaar werd gevierd. Hij spande voor beide glazen van zijn zeekijker - die ik erfde - een dun zwart draadje. Keek je erdoor dan zag je een streep over zee lopen: 'Wilt u de evenaar zien?' Waarachtig, ze zagen hem. En nu lees ik in Lichtmeters, de bekroonde bundel van Ruth Lasters haar gedicht 'Even':

De evenaar na eeuwen tastbaar maken, als reuze-ersatz voor

al het niet langer aanraakbare. Een wasdraad spannen

 

glijdend, aangedreven, precies tussen de twee halfronden. In

Ecuador mal staan graaien naar een laken, opbollend door wat lijkt

 

lichaamloos geadem. In Gabon alle halen, aaien die je nog

op iemands huid had willen - maken in een enkele drogende

 

zakdoek, waarmee een werkelijkheidsgerant

hier en nu misnoegd moet wapperen tegen zulke draad-

 

verspilling. Aangezien één iel wit pluisje al verzekert dat

veel weer vorm kan vatten, zelfs - in de gedaante van

 

kastanjes, wilde én haast identiek ogende tamme -

de verwarring. 

Tags: 

Kijkduin (2)

 De oorlog en de Atlantikwall maakten een eind aan Kijkduin. Mijn grootouders werden - met 135.000 andere Hagenaars, een kwart van de bevolking - geëvacueerd. Kijkduin lag - net als heel Scheveningen en Duindorp - jarenlang leeg.

 Na de oorlog verkende ik de ruïnestad, de bunkers in de duinen. Het Kijkduin-schooltje, aan het eindpunt van de HTM-bus waarmee sleutelkinderen - tramkaart aan een touwtje om de nek - uit mijn wijk Bohemen schoolgingen, stond er nog, in de vlakte. Het huis van mijn moeder was er niet meer.

 Verderop zigzagde de tankgr­acht van de Atlantikwall waar ik kikkervisjes ving, zittend op gedumpte roestige vaten, half onder water. Grote, geheime attractie was de omheinde Milva-kazerne, waar saluerende vrouw-generaals naar buiten fietsten, de Duinlaan op.

 Alle vier mijn grootouders hadden in 1942 moeten verhuizen, de kapitein en z'n vrouw naar Leersum. Het huis van mijn vaders ouders aan de Anemoonstraat was gesloopt.  

 Het kaalgeslagen Sperrgebiet tussen Den Haag en het ontvolkte Scheveningen, Duindorp en Kijkduin zag er spookachtig uit. De schilder Carel van Eeden heeft er onvergetelijke gouaches van gemaakt. Vanuit de Sneeuwbalstraat waar hij opgroeide keek je in een maanlandschap, met in de verte het silhouet van de Sportlaankerk.

 

Kijkduin (1)

 Twee verdwenen steden heb ik gekend, Reimerswaal en Kijkduin. Hun namen zijn niet van de kaart verdwenen, maar dat is alles, er is op die plaatsen nu iets heel anders.

 Het Kijkduin even buiten Den Haag waar ik als kind speelde was een ruïnestad. Mijn moeder had er met haar zus, broer en ouders gewoond in de verdwenen Noordwijkselaan. Er stonden op die plaats nog wat brokkelige muurtjes in het duinzand. De geschiedenis van Kijkduin is ongeschreven gebleven, al zijn er fragmenten van Clara Eggink, die er met J.C.Bloem en hun zoontje Wim - een Wim is bij Campert altijd een zeurpiet of erger - woonde, aan de Duinlaan, naast Joekie Broedelet en haar zoontje Remco Campert. Remco heeft duinver­halen geschreven in De jongen met het mes. Ook in z'n hoor­spel ‘Het einde van een stad’ ruist de zee. Hij woonde er in 1937, mijn moeder ook. Remco was toen acht, zij net twintig. Ze zijn langs elkaar heen gelopen. Of gefietst.  

 Mijn groot­vader, de afgekeurde, invalide zeekapitein van de Holland Amerika Lijn, pacht de fietsenstalling achter het strandhotel. Vergeefs, de kinderen fietsen weg zonder te betalen. Remco schrijft in 'Herinner je je nog?' (1956):

 'De storm blies de zomerkuilen in het strand dicht, blies het zand in de verlaten houten limonadetentjes en de keet van de reddingbrigade, zwaaide het zand in bijtende golven het lege terras van het badhotel op, tegen de grote spiegelruiten aan, waar niemand zich in spiegelde. Het hotel stond als een spookhuis aan het einde van de boulevard.

Kapitein (slot)

 Hier is ie, mijn grootvader de kapitein voorgoed aan wal, in 1932. Met echtgenote Co en de haan Petrus. De stok waarmee hij liep staat in de hoek.

 Wat voorafging in de boeken van de Holland-America Line: '4 okt. Hospitalized Havana. Stroke' en '1 april 1932. Dismissed and put on standby wages.'

 Die wages waren gering. Mijn moeder moest zo snel mogelijk onderwijzeres worden.

 Hier de laatst bewaarde brief die hij haar als kapitein schreef. Mijn moeder heette Robbi of Robby. Omdat haar oudere broer Bob heette had de kapitein een tweede jongetje gewenst dat Rob zou heten: Bob en Rob. Toen het een meisje werd hield hij koppig vast aan die naam en heette het meisje 'Robby'.

 

Tags: 

Koorts

 Nood breekt wet in tijden van griep. Hier het slot van het 'stamboek' van deze kapitein, zoals bijgehouden door de Holland Amerika lijn. Met dank aan HAL-archivaris Albert Schoonderbeek.

19 Nov.     1930     Captain           Binnendijk        620,‑‑  

In three years sailed until mid march 1931

09 Apr.     1931     Captain           Bilderdijk          620,‑‑

11 Sep.     1931     Captain           Boschdijk          620,‑‑

04 Oct.     1931     Hospitalized in Havanna. Stroke.

05 Nov.   1931      Boarded Boschdijk at Havanna. Coming home as passenger

22 Nov.     1931    Temporary ashore at 70%        496,‑‑

01 Apr.     1932     Dismissed and put on standby wages.       

 Zijn ziekte - gevolg: eenzijdige verlamming - had onmiddellijke gevolgen voor zijn gage. Even later zat ie thuis in Den Haag. Van pensioen was nauwelijks sprake. In het laatste oorlogsjaar werden hij en z’n vrouw door mijn ouders opgevangen in Zutphen. Daar zag ik hem voor het eerst. Hij liep met een stok. Ze waren bang voor hem. Maar mij mocht hij wel. Toen ik eens, vlak achter z’n rug, z'n manke loopje probeerde te imiteren merkte hij dat en schoot in de lach: 'Hij doet mij na!'

Hij stierf in 1946, ik was nog geen drie.

Tags: 

Kapitein (2)

 Terwijl mijn grootvader als gezagvoerder de zeven zeeën beva­art houd ik het bed met een hardnekkige griep. Mijn scheep­sarts houdt het op uitzieken. En 'water, veel water'.  

 Kapitein Albert stuurde me kopieën van de 'stamboeken' van de HAL, waarin heel zijn varend leven (1904-1931) is geboekstaafd.  Een paar fragmenten: Sjerp; David, born: Schiedam, 1 Aug. 1888. Joined the Holland America Line as Cadet on 31 July 1903. Steeds datum, jaar, rang, schip en gage:

26 May      1904 Cadet             Potsdam    15,‑‑

08 aug.     1904     Dismissed due to a boyish prank. (Kicked in the door to the doctors office when he could not find the key fast enough). Returned to the company after having served with the Java - China - Japan Line.

Obtained 3nd mates certificate in Dec. 1904

Obtained 2nd mate's certificate in Apr. 1909

26 apr.     1909     2nd Officer    Zijldijk       60,‑‑

-----------------

09 Mar.  1915     Chief Officer      Veendijk  150,‑‑

16 Mar.  1915     Temporary ashore due to trip to England 

30 Mar.  1915     Chief Officer     Rijndam     150,‑‑

27 Aug.  1915     Temporary dismissed.

01 Sep.   1915     Chief Officer    Maasdijk     150,‑

28 Apr.   1916     Wages increased to             170,‑

11 Sep.   1916     Wages increased to             180,‑‑

19 Jul.     1917     Wages increased to             190.--

18 Sep.   1918     Chief Officer      Schiedijk    190,‑‑

01 Mar.   1918     Chief Officer      Schiedijk  200,‑‑  

05 May.   1919 book on Rotterdam account, came home as passenger on Noordam.

 Je ziet de Eerste Wereldoorlog hem van huis houden. Later meer.

Tags: 

Kapitein (1)

 Van Albert Schoonderbeek, archivaris van Holland Amerika Lijn, die informatie over alle HAL-kapiteins ooit verzamelt (totnutoe 177) deze informatie over mijn grootvader, tot 1931 Kapitein bij de HAL.

 Allereerst dus de gegevens over mijn grootvader zoals die voorkomen in de Stamboeken van de HAL. Er is een knipsel van een vermelding in de krant dat kapitein Sjerp een Medaille kreeg van het KNMI. Wat klopt met de mooie brieven die hij m'n moeder als klein meisje sc­hreef over weer­systemen. Op mooi blauw HAL-papier. Ontroerend. Vanavond stuurde ik 'Kapitein Albert' - nu varend onder Austr­al­ië, dacht ik, wat foto's.

 De documenten bevestigen me wat ik bij benadering wist: dat kapitein Sjerp in 1931 in Havanna een beroerte kreeg, op 4 oktober aan boord van het vrac­hts­c­hip de Boschdijk.

 Hij moest naar huis. Pensioen was er nauwelijks. Crisis.

 Later meer.

Tags: 
mijn moeder (links) en m'n tante Bé op Kijkduin omstreeks 1937

Foto (1)

 Het zijn de dagen. Mijn broer kwam langs met foto's. Van vaderszijde en meer nog van moederszijde. Mijn ouders leven al lang niet meer. Vooral mijn moeder is me altijd een raadsel gebleven. Ik hoop iets van haar terug te vinden in deze vele foto's.

 Ze was de dochter van een kapitein op de Holland Amerika Lijn die in 1935 uit Havana naar huis terugkeerde met een eenzijdige verlamming als gevolg van een attaque. Pensioen was er nauwelijks. Ze verhuisden uit Den Haag naar de Katwijkselaan op Kijkduin. Dat was goedkoop wonen toen.
Afgebroken in de oorlog, dit laantje.
Deze foto laat m'n moeder en haar jongere zus Bé zien, ze deed conservatorium maar emigreerde in 1953 naar Nieuw-Zeeland en heeft daar nooit meer een piano aangeraakt.
Mijn moeder werd onderwijzeres.
 

 De foto's zitten deels in albums, met onderschriften, waaraan je goed kunt zien waarom Judith Herzberg formuleerde 'leven is wat ze vroeger deden'.
Alles deed er zo toe. Ik denk dat de meisjes naar de stad gaan, naar iets feestelijks (waar hadden ze de feestjurken vandaan?). En dat ze staan te wachten op de open auto die ze er heen zal brengen.  

Tags: