De oorlog en de Atlantikwall maakten een eind aan Kijkduin. Mijn grootouders werden - met 135.000 andere Hagenaars, een kwart van de bevolking - geëvacueerd. Kijkduin lag - net als heel Scheveningen en Duindorp - jarenlang leeg.
Na de oorlog verkende ik de ruïnestad, de bunkers in de duinen. Het Kijkduin-schooltje, aan het eindpunt van de HTM-bus waarmee sleutelkinderen - tramkaart aan een touwtje om de nek - uit mijn wijk Bohemen schoolgingen, stond er nog, in de vlakte. Het huis van mijn moeder was er niet meer.
Verderop zigzagde de tankgracht van de Atlantikwall waar ik kikkervisjes ving, zittend op gedumpte roestige vaten, half onder water. Grote, geheime attractie was de omheinde Milva-kazerne, waar saluerende vrouw-generaals naar buiten fietsten, de Duinlaan op.
Alle vier mijn grootouders hadden in 1942 moeten verhuizen, de kapitein en z'n vrouw naar Leersum. Het huis van mijn vaders ouders aan de Anemoonstraat was gesloopt.
Het kaalgeslagen Sperrgebiet tussen Den Haag en het ontvolkte Scheveningen, Duindorp en Kijkduin zag er spookachtig uit. De schilder Carel van Eeden heeft er onvergetelijke gouaches van gemaakt. Vanuit de Sneeuwbalstraat waar hij opgroeide keek je in een maanlandschap, met in de verte het silhouet van de Sportlaankerk.