K.Schippers’ Niet

 In de nieuwe bundel van K.Schippers 'Garderobe, kleine zaal' staat een gedicht waarin de elementen aarde, water, vuur en lucht op een huiselij­ke schaal verbonden zijn:

 'De vaas of de doos in het middaglicht,/ het ochtendlicht, het water in de kan/ of tussen twee oevers, brandend hout,/ papier vat vlam, overal vuur.

 Licht, water, vuur, ze kunnen niet/ worden gescheiden van de doos,/ de kan, het papier, ze zijn voor elkaar/ bestemd. Eeuwige tweelingen.

 Hij probeerde het, lokte ze weg,/ licht, water, vuur, om ze te kunnen/ zien zonder bijkomstigheden.

 Heel even maar, gaf hij alles terug aan de doos, de kan en het papier. Hij/ had iets gezien, wilde niets meer aanraken.'

En zo blijft de vraag wat er gebeurt als je ze weglokt? Als je ze scheidt zoals in een schilderij van de kan afzonderlijk. Is hij leeg? Vol? De kan is dan geen kan meer, iets anders. Iets niet.

Was dat wat hij had gezien en waarvoor hij terugdeinsde? Het uiteenvallen van de wereld? De onmogelijkheid van kunst?

Tags: 
het boek
Mercuur en schilder Dave Meijer

Thom Mercuur (4)

 Het boek 'Eb en vloed' dat Mercuur samenstelde voor z'n afscheidstentoonstelling is niet alleen een catalogus, maar ook een beginselverklaring, in beeld, en in tekst. Maar welk beginsel Mercuur hier verklaart zou ik niet weten. hijzelf ook niet, denk ik.

 Dat is een zegen van beeldende kunst, er kunnen wel eens woorden bij en soms passen ze ook aardig, zoals de teksten van K.Schippers of Nescio, of een uit de mond van schipper Bootsma opgetekende uiteenzetting over de bot (je hebt linkerbot en rechter-,  Ijsselmeerbot en zoutwaterbot) maar het blijven blijven kanttekeningen.
De zegen van het beeld is dat het zonder woorden kan. Naar plaatjes kijken is een vorm van vliegen.
Hier zwijg ik stil. Verwijs nog even naar wat K.Schippers noteert: 'De zee, het duin, het strand, het wad, dit was een gebied dat mijn blik geen richting voorschreef, geen voorzijde of achterzijde had. Steeds had ik het gevoel achter me te moeten kijken omdat wat ik voor me zag op niets kon bogen dat boven andere gezichtspunten te prefereren viel.'
Kijkrichting zoek. Daar begint 't.