Oud-Bunschoten

Een bed breken

Verzonden: dinsdag 24 november 2009 22:13Aan: avonden@vpro.nlOnderwerp: een bed brekenGeachte redactie,Ik hoor zo juist de discussie tussen Grunberg en Noordhoek na een hilarisch verhaal van de eerste over de vraag, of een bed kan breken tijdens een heftige beoefening van de bijslaap. Zij sloten die mogelijkheid uit.

Ik wijs u echter op een uitdrukking uit Bunschoten-Spakenburg: ze lugge met de laonengen en âl op de êrepels=ze zakten door het bed heen en kwamen op de vooraad aardappels voor de winter terecht. De uitdrukking stamt uit de tijd, waarin men in het dorp nog in  bedsteden sliep op losse planken (laonengen) met een peluw erop. De ruimte eronder werd gebruikt voor de opslag van aardappels, turf e.d.
De uitdrukking had in het dorp zowel een komische (lachen!) als een erotische connotatie: zo heftig de liefde bedrijven, dat de losse planken begonnen te schuiven en op de voorraad vielen of braken.

Met vriendelijke groet,

Mees Hartog.

Arnon Grunberg
Beluister fragment
motorwagen 133, afgedankt
 

Gestolen tram

Luis Bunuel maakte hem in Mexico, in 1953. De Spaanse titel is 'La ilusión viaja en tranvía', de illusie reist per tram, zo was het, zo is het. In het Frans heet hij On a volé un tram, wat ook zo is, de tram en z'n personeel zijn afgedankt, er komt een trolleybus en ze maken een laatste rit, die dronken begint, na middernacht, en de volgende dag eindigt in blikkerende zon.

 Entree wordt niet geheven, het traject is willekeurig, de passagiers, slachters van het abattoir met stukken vlees, oude vrouwtjes met een Christusbeeld, schoolkinderen begeleid door nonnen, net zo. 
Iedereen wordt gratis rondgereden.
De Mexicaanse Bunuels, gemaakt tussen 1947 en 1962, zie je langzaam op DVD verschijnen, deze is een mirakel.
Al wat magisch is aan trams zit erin. Zodra je de treeplank bestijgt verdwijn je in de illusie. Bunuel zelf vertelt in het interviewboek 'Bunuel over Bunuel' van een beeld uit z'n jeugd dat in deze film terecht kwam bij de vrouwelijke hoofdrol Lilia Prado. Bij het opstappen op de treeplank ontbloot ze haar been: 'Als vrouwen met van die lange rokken op de tram stapten, stonden we ze te bekijken in de hoop dat je een stukje van hun kuiten te zien kreeg.' In 1953 is dat opgeschoven naar het dijbeen.
Maar de hoofdzaak is de vlucht, van tram 133 en z’n passagiers in een andere werkelijkheid. 
Bunuel zag deze film zelf overigens nauwelijks als surrealistisch. Zo ging het toch toe in trams in Mexico?
Ik bekeek hem ademloos. Mexico Stad in 1953. De gewoonste plek in de stad, de tram. En daar. 

Marlies Philippa

Etymologisch Woordenboek (1)

Donderdag wordt in Amsterdam het vierde en laatste deel van het Etymologisch woordenboek van het Nederlands aangeboden. Er is ook nu ook een webeditie van het woordenboek. De database van www.etymologie.nl is een week gratis te proberen.Vragen te over. Marlies Philippa, de hoofdredacteur, komt zaterdagochtend om 8.00 naar de weekendbijlage van de Avonden.

Etymologie in praktijk. In het blad Taalschrift gaf ze oa.dit voorbeeld: "In het EWN is ook plaats voor moderne woorden zoals gen en foton. En ook voor bijvoorbeeld dildo, een modern woord voor kunstpenis. De kunstpenis is als voorwerp al duizenden jaren bekend. Maar het woord dildo is nog jong. Het is een Engels (leen)woord, dat vóór plusminus 1970 in Nederland en Vlaanderen nog onbekend was. Als ik zo'n woord zie, denk ik meteen: waar komt dat vandaan? Uiteindelijk is mijn onderzoek naar het woord dildo in het EWN beland. Ik heb er o.a. ook over geschreven in mijn boekje 'Over eten en seks in taal', dat in 2004 bij Sdu Uitgevers verscheen. Daarin kun je blz. 68-69 het volgende over 'dildo' lezen: (...) Het Nederlandse woord dildo 'kunstpenis' is ontleend aan het Engels. Er bestaan diverse hypotheses voor de oorsprong van het Engelse dildo: a) uit Arabisch duldulé dat wat bungelt, stekelvarken, ezel van Mohammed'; b) uit Italiaans dilotto 'genot'; c) uit Caraïbisch-Spaans dildo, de benaming van een cactussoort; d) uit Frans argot (een soort Bargoens) dille 'penis'; e) verbastering van Engels this-will-do 'hier moet het maar mee'; f) verbastering van Engels dally 'speeltuig'; g) verbastering van Engels diddle-o, afgeleid van to diddle (een slangwoord, dus ook een soort Bargoens) 'masturberen, neuken'.
Volgens mij is de homonymie van de benaming van de kunstpenis met die van de cactus niet toevallig. Hypothese c lijkt mij dus het meest waarschijnlijk. Het betreft een fallusvormige cactus, een Caraïbische cactussoort, Cephalocereus royenii, waarbij de geslachtsnaam gebaseerd is op een combinatie van het Griekse woord kephalé 'kop' en het Latijnse cereus 'waskaars'." (wordt vervolgd)

het singletje, kostuums van moeder Frances
cover van de nieuwe CD, ontwerp van Dan, let op het zwarte elastiekje

Geesin Brothers

De Geesin Brothers zijn terug. Hun nieuwe CD heet 'Music by post'. Te beluisteren op de site van Dan Geesin, bekend als animatiefilmer, zanger, organist en liedjesschrijver te Amsterdam. Het verhaal begon met de vader van de gebroeders Dan, Fraser en Joe, genaamd Ron. Ron Geesin werd in Engeland enigszins beroemd als elektronisch componist. In 1973 had hij zelfs een kleine hit met een elektronisch doedelzaktrio 'Blow Jock'. Een dubbel CD met z'n verbluffende verzameld werk staat in m'n kast.

Daarna gokte hij op z'n zonen, die ook van jongsaf in de muziek zaten. Als trio. Een soort elektronische Osmonds, dat was het idee.
Moeder Frances maakte de kostuums. Hun liedjes heetten 'Laser love', 'Satellite girl' of 'Space fingers'. En hun optredens werden goed ontvangen.
Vader Ron nam een tweede hypotheek op het huis in East Sussex en schreef en produceerde het album ''Zap', nu een collectors item. Maar toen een flop.
En nu, 25 jaar later, zijn ze terug. Als duo. Dan en Fraser.
En dit is hun CD, ingenieus verpakt.
Je luistert en je denkt 'outer space, definitely, maar welke?' De hunne.
Ahhh.

A Shimmering of Grey (2007-2009). ''Een spel met het kleurenspectrum van licht. De bron van het licht is daglicht en valt uiteen in blauw licht (het licht van de lucht, daglicht) en in oranje licht (binnenlicht). Door een mechanische - kunstmatige- sturin

Germaine Kruip

Licht, schaduw, spiegels. Bij dag- en kunstlicht. Vluchtigheid, daarover gaat de kunst van Germaine Kruip, nu te zien in de Paviljoens Almere. Haar eerste grote solo heet niet voor niks 'Only the title remains'. Het verandert onder je ogen. Dóór je ogen. En 't is weg voor je het weet.

De zon bepaalt zelfs de openingstijden.  Vandaag sluiten de Paviljoens om 16.40., morgen om 16.39. En daarna begint de dagelijkse nachtvoorsteling 'Rehearsal'. Het licht in het hele gebouw zwelt aan en zwakt af, binnen 24 seconden. Alsof het gebouw ademt. En dat elke nacht tot 11 april.
De Paviljoens lenen zich er prachtig voor. Ze staan op ijzeren poten. Ze zullen in de lucht hangen, veranderen in een ademend ruimteschip. 
Niet vast te leggen op film of foto omdat alles steeds beweegt, ook de blik van de toeschouwer.
Laat hem wandelen.
Met iedere stap verandert een landschap, dat zegt 'I see a landscape'. Een spot die ook de zon zou kunnen zijn rijdt achter een hekwerk langs zodat de schaduwen verglijden, als de bomen langs en snelweg bij midwinterzon.
Ik word weer de vijfjarige die niet kan slapen op de logeerkamer bij m'n grootouders, waar de koplampen van schaarse passerende auto's door een gordijnspleet verbazende reflecties op de muur projecteren.
Ik wil ze aanraken, maar ze zijn ongrijpbaar.

Auto #1, 2009, houtskool op papier
Renie Spoelstra

Renie Spoelstra (3)

 Komende zaterdag is nieuw werk van Renie Spoelstra te zien in galerie Ron Mandos in Amsterdam.Na haar vele (ze zit aan nummer 65) recreatiegebieden zal daar nu opeens, je gelooft het niet, een Auto te zien zijn. Met deze 'Auto #1' schaart Renie zich in het gilde der autoschilders. Ach hoe lang geleden is dat ik Arie Schippers als enige ontwaarde.

 Op de terugweg van een reis naar New England heeft Renie nieuwe onderwerpen aangevat. Ook verschijnt zaterdag de monografie 'Darkness is a Place'. Met veel houtskooltekeningen, een essay van Arno Kramer en een interview door Hans den Hartog Jager. Ze bereidt nu een tentoonstelling in museum Boijmans voor.

 

Tags: 
Renie Spoelstra
Beluister fragment
de gemaîtraiteerde kinderen van het dorp
het iets te ontroerende contra-moment. jongetje brengt z'n tyrannieke vader een vogel.

Das weisse Band

Mensen zijn slecht. Zeker op het platteland, waar in de kleine gemeenschappen iedereen elkaar gegijzeld houdt en niemand - puur om economische redenen - weg kan. In een Duits dorp, vlak voor WOI. Standsverschillen bepalen wie nog iets uit het leven kan halen en wie niet. Zo kijk ik naar de nieuwe Michael Haneke ‘Das weisse Band’.

Het feodale tijdperk heeft tot 1914 - de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand - geduurd. De baron regeert nog steeds, geholpen door de notabelen: een dominee, de rentmeester en de dokter. De jonge onderwijzer doet braaf mee en vertelt het verhaal.
Slachtoffers zijn als vanouds kinderen, vrouwen en armen.
We zitten in het leerstuk 'erg'. De mens is de mens - zonder uitzondering - een wolf.
Is dat het dan, in deze Haneke? Ja dat is het. Tot de oorlog uitbreekt en 'alles anders zal worden'. Niet beter, dat weten we.
De film brengt een heel klassieke boodschap. De karakters houden zich strikt aan de hun toegewezen rollen en komen nauwelijks tot leven.
Zij het dat er raadselachtige ongelukken gebeuren op het dorp, nogal wat. Wie veroorzaakt ze? Dat komen we niet te weten. 
Dat ik desondanks bleef kijken kwam door de gezichten. Zelden zulke kundig gemaakte koppen gezien, inclusief kapsels en kleding. En het zwartwit brengt de fotografie van voor WOI tot leven. Het lijkt of je foto's van August Sander ziet bewegen.

Frank in z'n atelier onder Bunnik

Schemerseizoen

 Zondag sprak ik de bouwer van maquettes en fantastische architectuurvarianten Frank Halmans (Heerlen 1963). Hij bereidt een grote solotentoonstelling voor in februari, in het Centraal Museum in Utrecht.In Kunsthal KaDE in Amersfoort liet hij zijn ontwerpen en tekeningen zien. In Berlijn exposeerde hij deze zomer 'I am a little space', in het Museum der Unerhörten Dinge.

 Ik vroeg hem - bij de inzet van het schemerlampenseizoen - naar wonen en lezen, zoals die menselijke bezigheden in zijn werk vorm krijgen. Hij bouwt af en toe een compleet woonhuis in een plankje oude boeken, met raampjes en al.
Natuurlijk een huis is een boekenkast, althans het mijne is dat.
Je huis, thuis, het zou de veiligste, de meest besloten plek ter wereld moeten zijn, maar ondertussen. Bij Frank Halmans komt de buitenwereld maar al te vaak binnen en omgekeerd.
 Hij is gespecialiseerd in grensgebieden. Die tussen binnen en buiten, maar ook die tussen waken en slapen.
Zo wil een kamerplant naar buiten en een lantaarnpaal kan z'n nieuwsgierige licht opsteken in een jongenskamer.
En wat heeft bloemetjesbehang eigenlijk te betekenen?
De drempelervaring waar Anthony Mertens z'n leven op studeerde in de praktijk.
Van de vensterbank tot de brievenbus. Of een caravan die verandert in een kruimeldief.
De huiswetenschap staat nog in de kinderschoenen, maar door Frank Halmans weet ik nu al: aan een huis hecht zich een web van gedrag en geschiedenis, van looplijnen en denklijnen.
Huizen blijven bij je, levenslang. Ze overleven je, en zullen je nabestaanden zijn, die verweesd langs de weg blijven staan tot iemand ze adopteert.

Tags: 
Nico Keuning: Bob den Uyl, Jan Arends, Johnny van Doorn
Yvonne van Doorn en redacteur Alfred Schaffer
vriend Hans Verhagen

Biografieën

 Afgelopen donderdag was de doop van 'Oorlog en pap', de biografie van Johnny van Doorn (1944-1991) door Nico Keuning, aangevuld met het 'libretto' van de 'hoogstpersoonlijke documentaire' die in 1981 door de schrijver op een langspeelplaat werd gezet en een CD met radiofragmenten.

 Zo kun je waardevolle mensen tot leven wekken.
Bij een gelegenheid als deze merk je hoe slordig Nederlanders met hun geschiedenis omgaan.
Anders dan in de Angelsaksische landen of Duitsland hebben we weinig biografen. Nico Keuning heeft in z'n eentje Van Doorn, Jan Arends en Bob den Uyl gedaan en ik zou bij god niet weten wie het anders had moeten doen.
In non-fictie zit het iets ruimer, maar ook daar mag je blij zijn dat Eric Duivenvoorde zich nog tijdens diens leven over Jasper Grootveld heeft ontfermd.

 Die tijdigheid merkte ik laatst ook bij Nop Maas, die verklaarde, nu allerlei getuigen nog leefden, eerst de geschiedenis te willen optekenen. De duiding laat hij graag aan anderen over, later.
Elly Kamp is bezig met Bordewijk en zijn echtgenote. 't Moet over drie jaar klaar zijn. En binnenkort komt de (uitgestelde) monografie over Nijhoff van Niels Bokhove.
Maar wie neemt Dick Hillenius, Frits Hotz of A.Alberts onder z'n hoede? Ik weet, het is sappelen. Ronald Plasterk zou voor weinig geld goede sier kunnen maken met een Fonds Biografieën.
Over Erfgoed gesproken.

 Zaterdagochtend 28 november brengt de weekendeditie van de Avonden een Van Doorn-programma, tussen 10.00 en 12.00 

 ps. NIco Keuning mailt dat Aleid Truijens bezig is met F.B.Hotz (verschijnt in 2010). Zelf deed hij nota bene ook nog Max de Jong!

niet op maandag

Blauwe Maandagen

Als alles loopt, zoals Eddy Esman hoopt verschijnt in januari volgend jaar de eerste aflevering van Blauwe Maandagen, een boektijdschrift over leven en werk van Arnon Grunberg. Een initiatief van Esman, Wim van Anrooij (van de Universiteit Leiden) en Johannes van der Sluis (assistent van Arnon), en - op afstand - Jos Wuijts (zijn bibliograaf).Een tijdschrift in boekvorm.

Arnon weet ervan, zal een column schrijven, maar blijft verder op afstand zei hij vanavond in De Avonden.
Verder komt in het eerste nummer het begin van een
foto/tekst-biografie van Arnon van de hand van mevrouw Grünberg, een interview met Rainer Kersten en een verhaal van Aad Meinderts over de door Toos Janssen ontworpen sarcofaag voor Arnon Grunberg. Ze vroegen mij ook om kopij. Maar ik zie me niet in staat tot beschouwingen. Nu zal er wieweet elke maand een stukje uit de maandagse radiogesprekken van Arnon en mij - uitgetikt en gefatsoeneerd - in komen. 
 
Het adres: Blauwe Maandagen, uitgeverij Ekstreem, Tielsestraat 192, 6673 AE Andelst

Tags: 

Pagina's