Zondag sprak ik de bouwer van maquettes en fantastische architectuurvarianten Frank Halmans (Heerlen 1963). Hij bereidt een grote solotentoonstelling voor in februari, in het Centraal Museum in Utrecht.In Kunsthal KaDE in Amersfoort liet hij zijn ontwerpen en tekeningen zien. In Berlijn exposeerde hij deze zomer 'I am a little space', in het Museum der Unerhörten Dinge.
Ik vroeg hem - bij de inzet van het schemerlampenseizoen - naar wonen en lezen, zoals die menselijke bezigheden in zijn werk vorm krijgen. Hij bouwt af en toe een compleet woonhuis in een plankje oude boeken, met raampjes en al.
Natuurlijk een huis is een boekenkast, althans het mijne is dat.
Je huis, thuis, het zou de veiligste, de meest besloten plek ter wereld moeten zijn, maar ondertussen. Bij Frank Halmans komt de buitenwereld maar al te vaak binnen en omgekeerd.
Hij is gespecialiseerd in grensgebieden. Die tussen binnen en buiten, maar ook die tussen waken en slapen.
Zo wil een kamerplant naar buiten en een lantaarnpaal kan z'n nieuwsgierige licht opsteken in een jongenskamer.
En wat heeft bloemetjesbehang eigenlijk te betekenen?
De drempelervaring waar Anthony Mertens z'n leven op studeerde in de praktijk.
Van de vensterbank tot de brievenbus. Of een caravan die verandert in een kruimeldief.
De huiswetenschap staat nog in de kinderschoenen, maar door Frank Halmans weet ik nu al: aan een huis hecht zich een web van gedrag en geschiedenis, van looplijnen en denklijnen.
Huizen blijven bij je, levenslang. Ze overleven je, en zullen je nabestaanden zijn, die verweesd langs de weg blijven staan tot iemand ze adopteert.