Bosrand

 Ik bekeek voor de zoveelste keer de bosrand-tekeningen van Renie Spoelstra, waarin het eind zoek is. En dacht aan 'De bomen' van A.Alberts, waarin Aartje steeds wil doordringen in het bos en tot de bomen.

 Zelf groeide ik op achter een landhuis. Bij de bosrand kwam je over een wit houten bruggetje met een hoge rug. En dan moest je de lage takken opzij duwen om in de geurende duisternis terecht te komen, waar de bodem bedekt was met verende, dode den­nenaalden en het licht alleen in spikkels doordrong. Verderop begon het echte bos, met z'n rechte stammen. Hij droomt ervan:

 'Het drijvertje in het glas op het nachtkastje brandde nog en daardoor kon Aart de bomen om zijn bed zien staan. Ze stonden er in een kring omheen op de rand van de lichtvlek van het lampje. Er was geen geluid, maar Aart meende toch, dat de bomen mompelden, terwijl ze zich naar elkaar overbogen.

 Aart dacht dat ze het misschien koud hadden. Hij zei 'Het huis is vochtig.'

 De bomen knikten ernstig.

 Aart zei: Het huis is nieuw.

 De bomen mompelden.

 Aart dacht: Misschien zijn ze gekomen om me mee te nemen naar het bos. Hij vroeg: Zijn jullie het bos?'

(...)

Het zwart van Renie Spoelstra

 Wat ik gisteren schreef over haar tekenen met kneedgum in het zwart is maar een deel van de waarheid. In Kranenburgh is het grijs/zwarte boekje 'Underneath' (2015) te krijgen, waarin ze aan Ernest van der Kwast vertelt hoe ze werkt.

 Ze zoekt landschappen, zet ze op met houtskool en maakt ze eerst zwart met vrij vette houtskool van wilgen uit Zuidwest Engeland, of nog vetter en donkerder van ceders uit Amerika.

 De bedoeling is diepte suggereren. Je moet 'erin kunnen'.

 Om grijze oppervlakken te maken gebruikt ze een zwart sponsje. Voor lijnen of mist heeft ze een Amerikaanse ganzenveer.  Schaduwen brengt ze op met houtskoolpoeder, met een lapje katoen. Soms is ze weken bezig om stukken echt pikzwart te maken. Ze 'pleistert' het papier met houtskool, armen boven haar hoofd. Zwaar werk. Haar handen krijgt ze nooit meer echt schoon. Wit bestaat niet bij haar.  

 Zo ontstaat gelaagdheid. Het landschap krijgt een lading. De toeschouwer wordt er in gezogen.

 Al die plekken bestaan echt. Namiddag liefst, voor het donker wordt, eind van de zomer, als de schaduwen op hun diepst zijn en haar eigen stemming zich weerspiegelt in het landschap.

 Het gevoel een te plek te vangen. Iets van dreiging is dan welkom. 

Tags: 

Zwart en wit

 Er is licht en dan vallen er schaduwen. En zie, daar is het drama, at the dark end of the street. Liedjesschrijvers weten er raad mee. De schilderkunst leeft er van.

 Eerst het licht, dan de schaduw. Maar de schepping ging toch andersom? Eerst was er duisternis. Toen kwam het licht.

 In de tentoonstelling 'Zwart' in Kranenburgh in Bergen zoeken schilders en fotografen naar wat licht en donker vermag. Betekenisrijk, dat zeker.

 Meteen zit je tussen uitersten: goed en kwaad, het verborgene en het openlijke, angst en opluchting. De 'Drempel' (2015) van Arjan van Helmond laat de grens tussen de twee werelden haarfijn zien.

 Iets van de Bijbel draagt Renie Spoelstra - ze komt uit Drachten - in zich mee.

 Ze maakt haar zeer grote vellen papier eerst zwart met houtskool. Daarna gebruikt ze een stuk gum als omgekeerd penseel en gumt zich een voorstelling door zwart weg te poetsen.

 Een bijna bijbelse werkwijze. Er zij licht! Zoals de open plek in het recreatiegebied (2009), of de lichtplek op het water in Pacific (2016). Het omringende landschap blijft in Rembrandtesk halfduister gehuld. 

 

Tags: 

Amsterdam drawing (1)

 Tekenen brengt vaak een lichtheid met zich mee die schilderijen en installaties missen. Alsof olieverf of concept een groter soor­telijk gewicht hebben dat ze omlaag duwt. Losse lijntjes luchten op.

 Geven de kijker de ruimte. Bij Amsterdam Drawing op het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord was het ook nogeens onwezenlijk heet, wat gek genoeg hielp. Er komt ook een mooie bak licht van boven. En buiten kabbelt het IJ.

 Tekenaars dus, werkers met krijt en pen of waterverf als Emo Verkerk, Peter Morrens en Marcel van Eeden, Jantien Jongsma en Renie Spoelstra varen daar wel bij. Het idee van losheid, alsof het zo weer uitgegumd kan en weer anders gedaan. 

 Dat brengt, zo lijkt het wel vanzelf grapjes met zich mee. Grapjes met het medium. Zoals bij de onderbroek van Keetje Mans die van de lijn in de taken woei, of de dolende Jan Arends van Verkerk, ernstige grapjes zoals de eilanden van de Japanse Fumito Urabe, waar je geen Robinson Crusoe vindt maar een autowrak.

 Een enkele keer overheerst ernst als die van Ronald Noorman of de jonge Enkhuizenaar Thijs Zweers die in zijn Zero One no. 10 de wereld omkeert. Wat beschadigingen van de voorstelling lijken zijn juist zorgvuldig uitgespaarde plekken wit papier, net niet overgroeid door een enorm, broeierig bosschage.

 Later meer.

Seurat in Marienbad

 Eens aan de verkeerde kant begonnen - die van de gekleurde punt­jes - belandde ik nu bij het conté potlood en het grove Michallet- papier waarmee Seurat als tekenaar begon.

 Wat vettig, zeer zwart. Renie Spoelstra kwam vast al kijken. En opeens is daar een vraag: waar blijft de contour? 

 Ja, er zijn scheidingen tussen zeer licht en heel donker, maar wat het meest opvalt is wat daar tussenin ligt. En wat gebeurt er als je die scheiding opheft? Als voorgrond en achtergrond bij elkaar komen. Heel ingrijpend. Tussen licht en donker ligt de schemer. Die er overal en altijd is, binnenshuis zo goed als buiten. Figuren worden schimmen. Silhouetten vervloeien.

 Seurat maakt spanning met minimale aanduidingen. Door afstand op te heffen. Schemer vervaagt, waardoor juist een paard en wagen of een dame op avondwandeling die er uit te voorschijn komen verwachtingen oproepen. Je hoort het geluid van voetstappen en paardenhoeven naderen. Je raadt wat je ziet.  

 En wanneer je dan tenslotte de schilderijen ziet die eruit voortkwamen weet je: dit is schemering bij klaarlichte dag. Slaapwandelaars zie je, op het eiland van Grande Jatte, in gedempt licht. Ver van 'de zondagse verveling van de bourgeois' die critici er destijds in zagen. Dichter in de buurt van Resnais’ l’Année dernière à Marienbad.  

Het water van Renie Spoelstra

 Soms laat ze er een paar los, in het klein op Facebook. En daar zit steeds meer water bij. Komt er een watertentoonstelling?

 Voor wie haar hallucinerende recreatiegebieden kent, mottige grasveldjes in schemering, diepe schaduwen, opent het nieuwe werelden. Water? Nederlandse landschapsschilders - waar zij toch toe behoort - deelden de wereld in twee. Boven de lucht, beneden het land. Onze 17de eeuwers deden weinig aan stille wateren en diepe gronden. Hun god woonde boven. Het aandeel van de lucht groeide sinds de gouden eeuw. De lucht, de hemel waarin alles kan. Waar de Hollandse abstractie ontstond.

 Maar Renie, met haar groot formaat houtskoolwerken, ontstaan uit indrukwekkende zwoegerij, is geen horizontenmens. Wordt haar andere wereld het water?

 Ik leerde dat het water alles verdubbelt, de wereld twee keer zo groot maakt. Amsterdam heeft dubbel zo veel huizen als Bern. Sta je te pissen in de gracht dan doe je dat twee keer. Maar Renie laat haar wateroppervlakken nauwelijks spiegelen. Bij haar bewe­egt, rimpelt het, altijd. Haar oneindigheid zit hem in de eindeloos wisselende patronen die ze tot stilstand brengt. Minimal music. Watermusic.

 Ik denk dat ze luchten te druk vindt.

Tags: 

Renie Spoelstra in Twenthe (2)

 Vlak voor onweer heb je het ultieme licht, zei ze tegen Herman Haverkate van de regionale krant. Dan trekt ze er op uit.

 Haar lands­chappen 'zonder specifieke ken­merken' vindt ze in Nederland maar nu ook in New Engla­nd, boven New York, waar Edward Hopper werkte, vooral bij laat zomerlicht, als de bomen zwaar in het blad staan.

 Van 's ochtends tot begin middag staat ze te werken op een ladder aan vellen van twee bij drie. Houtskool aanbrengen kost kracht, nog afgezien van het voortdurende fixeren. Ze doet bokstraining om in conditie te blijven. Eens had ze een assistent, die hield het nog geen uur vol. Ik kijk naar Side of the road with forest en stuit dan op Field/Anything to bring you back (2013). Erg duister.

 'Als een spons neem ik alles op, maar op een gegeven moment moet dat eruit, anders krijg je er last van. Ik vind het mooi als mensen zich afvra­gen waar kijk ik precies naar. Iets spookachtigs of iets herkenbaars?' Sluipt er toch een romantische toets in dan noemt ze ze 'Wallpaper', behang, zoals 'Towering pines' (2012).

 Morgen na 22.00 in De Avonden meer. Excuseer m'n foto's, er waren geen andere hiervan. Ga kijken.

Tags: 

Renie Spoelstra in Twenthe (1)

 Wat er al niet kan opdoemen. Starend in de diepe schemer van Renie Spoelstra word je een kind, dat wil doordringen in het donker. De wanden van haar zalen in het Enschedese Rijksmuseum zijn niet voor niks grijs, de belichting spaarzaam. Eerst wennen aan het duister, dan pas komt er van alles op je af.

 Soms priemt zonlicht gaten in de schemer. En de laatste tijd duiken tussen haar omineuze 'recreatiegebieden' - dat is nou Nederland - nieuwe vergezichten op, zoals een prachtige serie uit de trein geziene schemerlandschappen.

 Je gaat met je neus op het houtskool staan en ziet hoe gelaagd het is, hoe het bewerkt is met kneedgum. Renie Spoelstra tekent niet, ze schildert.

 Haar momenten kiest ze uit zelfgemaakte filmpjes, waarvan er een te zien is. Zodat je mee kunt kijken of het komt: 'Het dode punt van de schommel', zoals ze de tentoonstelling heeft gedoopt. Net tussen licht en donker. De eerste blik, de tweede, de stap terug, en weer zie je iets dat er zopas nog niet was.

 

Tags: 

Het dode punt van de schommel

 Morgen opent de tentoonstelling van Renie Spoelstra in het Rijksmuseum Twenthe. Houtskooltekeningen van soms wel twee bij drie meter die - in haar woorden - dat 'ene moment' willen laten zien.

 Het moment overal tussenin, tussen omhoog en omlaag, stilstand en beweging. Vooruit, niks en alles. De 'recreatiegebieden' waarmee ze bekend werd zijn nu soms een 'plaatsje' geworden, je ziet weleens iets van een huis of auto. Maar het delicate 'net-niet' bleef onaangetast.

 Opeens zag ik haar verwantschap met Marijke van Warmerdam. Bij wie je ook blijft zoeken naar tijd- en plaatsaanduidingen. En vaak blijft steken in 'ergens', in 'nog net' of 'bijna'. Zodat je haar werk, net als dat van Renie Spoelstra, gaat zien als een ontsnapping aan al wat ons vasthoudt.

 In het blad van Twenthe zegt Renie dat ze uit is op vooral het gevoel 'waar kijk ik precies naar'. En stelt vast dat toeschouwers altijd betekenis gaan zoeken - en die ook vinden.

 Later meer.

Tags: 
Auto #1, 2009, houtskool op papier
Renie Spoelstra

Renie Spoelstra (3)

 Komende zaterdag is nieuw werk van Renie Spoelstra te zien in galerie Ron Mandos in Amsterdam.Na haar vele (ze zit aan nummer 65) recreatiegebieden zal daar nu opeens, je gelooft het niet, een Auto te zien zijn. Met deze 'Auto #1' schaart Renie zich in het gilde der autoschilders. Ach hoe lang geleden is dat ik Arie Schippers als enige ontwaarde.

 Op de terugweg van een reis naar New England heeft Renie nieuwe onderwerpen aangevat. Ook verschijnt zaterdag de monografie 'Darkness is a Place'. Met veel houtskooltekeningen, een essay van Arno Kramer en een interview door Hans den Hartog Jager. Ze bereidt nu een tentoonstelling in museum Boijmans voor.

 

Tags: 
Renie Spoelstra
Beluister fragment

Pagina's