Seurat in Marienbad

 Eens aan de verkeerde kant begonnen - die van de gekleurde punt­jes - belandde ik nu bij het conté potlood en het grove Michallet- papier waarmee Seurat als tekenaar begon.

 Wat vettig, zeer zwart. Renie Spoelstra kwam vast al kijken. En opeens is daar een vraag: waar blijft de contour? 

 Ja, er zijn scheidingen tussen zeer licht en heel donker, maar wat het meest opvalt is wat daar tussenin ligt. En wat gebeurt er als je die scheiding opheft? Als voorgrond en achtergrond bij elkaar komen. Heel ingrijpend. Tussen licht en donker ligt de schemer. Die er overal en altijd is, binnenshuis zo goed als buiten. Figuren worden schimmen. Silhouetten vervloeien.

 Seurat maakt spanning met minimale aanduidingen. Door afstand op te heffen. Schemer vervaagt, waardoor juist een paard en wagen of een dame op avondwandeling die er uit te voorschijn komen verwachtingen oproepen. Je hoort het geluid van voetstappen en paardenhoeven naderen. Je raadt wat je ziet.  

 En wanneer je dan tenslotte de schilderijen ziet die eruit voortkwamen weet je: dit is schemering bij klaarlichte dag. Slaapwandelaars zie je, op het eiland van Grande Jatte, in gedempt licht. Ver van 'de zondagse verveling van de bourgeois' die critici er destijds in zagen. Dichter in de buurt van Resnais’ l’Année dernière à Marienbad.  

Georges Seurat

 Ik heb me altijd verkeken op de stippen van Georges Seurat, uitvinder van het pointillisme. Vanmiddag in Kröller-Müller openden zijn krijttekeningen me de ogen.

 Die maakte hij ‘s avonds tegen de schemering, in Parijse buitenwijken. Wat ze laten zien is ver van pointillisme. Het zijn gestalten, silhouetten van gebouwen. Neergezet voor de eeuwigheid. Seurat componeerde al doende. Later werden de figuren over­gebracht naar bekende doeken als zijn 'Grande Jatte'. Maar als je daar met je neus bovenop gaat staan zie je ze terug. De liggende man. De passerende vrouwen, het zwarte krijt. Wat doet dat stippelen dan? Niet veel meer dan verdiepen wat in de tekeningen al stond, in gedempte kleuren.

 Pointillisme was voor Seurat (1859-1891) een manier om de wereld tot zwijgen te brengen. Dagen en dagen doen over een doek. Figuren die er voor altijd liggen, lopen of staan. Onopvallende Normandische haventjes als Port-en-Bessin en Le Crotoy - waar ik allebei was –hult hij in de stilte van de tijd. Ga maar kijken, er is daar niets veranderd. Seurat hield niet voor niks van wandtapijten, steekje na steekje in kleurige wol gemaakt.

 Hij werd maar 31, stief aan difterie, net als het kind dat hij kreeg bij zijn jarenlange geheime vriendin en model Madeleine K­noblock. Zij was het die hem tensl­otte - doodziek - bij zijn welgesteld ouders thuisbracht. Binnen drie dagen was hij dood.

 Dinsdag verschijnt het nieuwe nummer van Kunstschrift, geheel gewijd aan het pointillisme.   

Tags: