Antoine Wiertz - La liseuse de romans (1853).. toen het boek - als later de auto - sexy was.. wat we zien is de hand van de duivel, die het meisje een boek van Alexandre Dumas aanreikt: 'Anthony', een drama 'waarin een hoogtij van am

Leesweek

Het interessantste Boekenweek-nieuwtje kwam niet van een letterkundig medewerker, maar van onderwijsjournalist Leo Prick.

In de NRC van gisteren berichtte hij over een onderzoek naar het lezen van boeken onder 15-jarigen in 65 landen tbv. de zg. PISA-index 'plezier in lezen'. En zie, van al deze landen scoorden de Nederlandse jongeren het laagst (de Vlaamse niet veel beter). En de Turkse het hoogst, waarna Singapore.
Een verklaring wordt inderhaast gezocht in de ruime beschikbaarheid van snel internet bij ons.
Misschien niet zo raar.
Het onderzoek lijkt me onzuiver. Schermlezen en schermschrijven zijn toch ook lezen en schrijven.
Intelligentie is onuitroeibaar gebleken. En het verhaal wint het altijd weer van de realiteit.
Die twee zijn nu nog gebonden aan het papieren boek. Maar dat nieuwe media nieuwe cultuur scheppen weten we toch al sinds - noem maar - de auto de wereld veranderde.

De Boekenweek moet om te beginnen maar Lees- & Schrijfweek heten.
 

Hinke Schreuders: naald en draad...

Naald en draad

Half m'n leven heeft het geduurd voor ik iets begon te begrijpen van de vrouwenwereld. Van de kleren die ze uitzochten, hoe ze zich opmaakten, hoe ze zich tegenover mannen gedroegen.

 Een man hoort zich niet te interesseren voor vrouwenkleren, laat staan voor hoe ze gemaakt worden. Of voor de geschiedenis van de opschik. Maar ik herinner me steeds beter de mooie tantes naar wie ik ademloos keek en wier kleren ik nog zie en voel.
Zo kom ik bij Hinke Schreuders, die in april nieuw werk  exposeert in de Amsterdamse Weteringgalerie.
 De laatste keer bekeek ik haar erotische Roodkapje-visioenen en eindigden we bij de bruidsjurk van haar moeder. Een ingekleurde ansichtkaart uit de jaren '50, met naald- en draad bewerkt tot huisvrouwendroom.
En nu komt ze met haar versie van de SM-roman ‘Histoire d'O’ van Pauline Réage. Titel van de tentoonstelling is 'Nothing but vigil and night'.
Erotiek en naald en draad. Onmogelijke combinatie. Het kan niet, daardoor werkt 't.
 

2
1

Japan

Weer kijk ik naar CNN, de BBC. In de Nederlandse berichtgeving over Japan - net als in die over Libië en nu weer Jemen keert één ding tot gekwordens terug, namelijk 'of er nog Nederlanders in het gebied zijn'. En hoe ze veilig thuis te krijgen.

Pijnlijk. Terwijl duizenden mensen sterven en nog veel meer groot gevaar lopen is dát wat ons interesseert.
In Japan zijn er nog twee landgenoten niet getraceerd, 48 inmiddels wel. Moeten we niet een helikopter sturen om die twee 'loved ones' - vreselijke uitdrukking - te halen?
Weer denk ik aan de klassieke tekst, in de jaren '70 voor de vpro-microfoon uitgesproken door een Haags echtpaar uit de Schilderswijk: 'het buitenland is toch niet meer te redden'.
En wat dacht u waar het NOS-journaal net me eindigde? Met een negatief reisadvies voor Japan.

En intussen ben ik diep onder de indruk van de rust die de Japanners bewaren. En van het - voor ons merkwaardige - ontbreken van het vertoon van emoties.
Ze zijn er, dat zie je, maar incasseren, een verlies dragen in stilte, dat leer je daar jong. 

'Duits echtpaar met hond', hij de schrijver, zij de bijkomstige echtgenote..

Wolfgang en Marion (4)

In de lange brief van Wolfgang Koeppen aan zijn vrouw Marion uit 1944, die ik eerder aanhaalde, komt een vergelijking voor waar ik het al eens met Arnon Grunberg over had. Die tussen de dichter en de hoer.

Ze zijn van iedereen en toch alleen van zichzelf. Maar wat nu - zoals bij Wolfgang en Marion Koeppen - als er iets als liefde ontstaat tussen de twee. Als ze getrouwd raken?
Hij is verliefd, zij speelt in antwoord 'het saaiste, meest afgezaagde spel van de wereld, ze gedraagt zich als een kanseliersdochter, als een meisje uit de hoogste klas, als een loslopende koe'. Ze laat zich bidden en smeken.
Dichters gaan altijd met hoeren om, zegt Koeppen,want 'de hoer is de zuster van de dichter. (...) Geen man kan zo gemeen zijn als een vrouw. Alleen een dichter kan nog gemener zijn.'

Wolfgang stelt zich verderop in de brief voor dat ze seks hadden en dat zij hem achteraf bij een sigaret zou vertellen over de reis die ze juist gemaakt had: 'Die man was goed, die was slecht, die gemeen, en die wilde met me trouwen, en die wilde op me schieten, en ik lachte. En dan geef ik je een klap voor je kont, Marion, en je reist weer af, naar Frankrijk, naar Lapland, want de wereld is in oorlog, uitgestrekt en klein tegelijk.'
 

er bleef genoeg water over..
twee keer licht = Hollands licht

Hollands licht

 Ton van der Neut schrijft me over het 'Haagse licht' dat Marcel van Eeden gisteren noemde. En verwijst naar de fameuze theorie over de teloorgang van het 'Hollands licht' van Joseph Beuys.

 De weerkaatsing van het zonlicht op het zeeoppervlak en het vervolgens verdwarrelen van deze weerkaatsing in onze waterige luchten, zo, volgens Beuys, kreeg je Hollands licht. Je zag het op de schilderijen van al onze meesters. De gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee, één van onze grootste weerkaatsende wateroppervlakken, had dat licht voorgoed bedorven. Daarmee was een eind gekomen aan een visuele cultuur die terugging tot de 17de eeuw. De Zuiderzee was een grote lichtreflecterende spiegel. Met de inpolderingen hadden de Nederlanders 'zichzelf verblind'.
Een mooi verhaal. Maar hoe bewijs je het? Nooit zullen we het licht van 1900 met dat van 2000 kunnen vergelijken. Is het Hollandse licht niet gewoon een uitvinding van onze schilders?

 De oplossing lijkt me eenvoudig. Zit je te schilderen in de buurt van water, dan heb je door het spiegelen van de zon in het wateroppervlak, twee keer zoveel licht. Handig voor een schilder. Ook al maakt ie alleen een wandeling, hij neemt de indruk mee naar huis.
Zoals filmers en fotografen met spiegels werken om hun sterren van alle kanten uit te lichten, zo kenden schilders al eeuwen de natuurlijke reflectoren. En betrok de lucht, of zat je binnen? Geen nood, de tubes geel en wit waren er ook nog. Maar die reflectie tegen het wolkendek dan? Hm, niet te ver landinwaarts gaan, lijkt me. Okee, Den Haag.  
 

Cor Gout

Extaze (1)

 Op 28 april as. wordt het 0-nummer van het 'Haagse' literair tijdschrift Extaze gepresenteerd. Een blad dat vernoemd is naar de roman van Couperus en voortkomt uit het hoogsteigene van Den Haag.

 Op dit zelfde moment zijn eindredacteur Cor Gout en vormgeefster Els Kort bezig de kopij klaar te maken voor uitgever In de Knipscheer.
Ik weet dit omdat ik net een verhaal heb ingeleverd over m’n mede-Hagenaar, de tekenaar Marcel van Eeden, die in Berlijn werkt. Het is bekend: Hagenaars trekken weg.
Met hem sprak ik oa. over 'Haags licht', want dat bestaat.
Marcel: 'Een soort vitrage van wolken hangt hier over de stad. Schaduwen zijn lang en sterk, maar niet hard. Je krijgt een droomachtige sfeer door die sluier.'
Dat - veronderstelt hij - komt door de reflectie van de zee op de wolken. Waardoor extra diffuus licht wordt toegevoegd. Dat als vanzelf uitmondt in zijn tekeningen.

'Misschien denkt iemand in Arnhem wel waar hebben die mensen het over. Vreselijke stad. Maar je gaat altijd terug.'
 

deze brief in handschrift, de honden erbij getekend
Marion met de honden

Marion en Wolfgang (3)

De brieven van Wolfgang Koeppen zijn meest vrij 'literaire' reisbrieven, behalve de langere waarin ie hun liefde probeert te begrijpen. Die vind ik indrukwekkend.De weinige van Marion zijn direct als wat.Deze schreef ze vanaf het platteland waar ze met haar beide honden logeerde. Een paar fragmenten:

München, 19 mei 1953

Maak je niet ongerust, ik hou van je, ik ben alleen een natuurkind geworden, maar ik ben een monster gebleven, jouw monster... Het is nu drie uur en ik zit midden in een oude boerenhoeve, alleen, achter een bier met schuim.
Ik durf je al nauwelijks iets van m'n belevenissen te vertellen omdat je dat alleen maar zou verontrusten.
Om zeven uur ga ik naar een café om mijn kop door te spoelen, niet te láten doorspoelen.
Het is bijna of je naast me zit en ik verveel je. 

De wind zal deze brief zo meteen meenemen.

Ben je nog wulps of impotent geworden?
Droom je van ons? Heb je een schone pyjama? Slaap je met of zonder broek? Onaneer je veel?

Veel kussen met bier en schuimsmaak, een zoen op je buik en het andere ben ik vergeten.
Je krijgt de groeten van Bimbus en Trinkulo en de viespeuk.
en wordt omarmd door een mokkel dat net voorbij komt, maar eerst ik.
Marion
 

Marion Koeppen
Wolfgang Koeppen

Marion en Wolfgang (2)

Op 21 januari bestelde ik het brievenboek 'Trotz allem, so wie du bist' van Wolfgang (1906-1996) en Marion (1927-1984) Koeppen. Nu lees ik het.

De manisch depressieve, nymfomane alcoholiste en de twintig jaar oudere schrijver voor wie zij de liefde van z'n leven is. En zal blijven, tot het eind als hij haar verzorgt. Als je de weinige brieven leest die er van haar over zijn begrijp je waarom: ze is intelligent, geestig en mooi was ze ook. En, ze schrijft veel beter dan hij.
De liefde was bij dit alles wederzijds, en bleef het.
Hoe loste Wolfgang dit op?
In 1944 - zij was zeventien, hij achtendertig, het was oorlog, schreef hij: 'Niet mijn Marion, maar de Marion van iedereen dus, goed - zo'n schoonheid, zo'n aantrekkingskracht mogen de wereld niet onthouden worden. Een hoerenkind is van iedereen. Net zoals een schilderij van iedereen is, een beeld, een gedicht, een stuk muziek of welk kunstwerk ook, als het maar volmaakt is, zoals jij het bent.'
Maar daarmee eindigt z'n redenering niet: want een gedicht is niet van de dichter die het maakte en een Marion behoort niet toe aan de mannen die haar willen zoals ze is.
Wel zijn er goede lezers en goede minnaars, die een gedicht of een vrouw tot leven kunnen brengen.

ps. Ik denk aan de ‘impulsaankopen’ die je in het leven moet doen volgens Thomas Bernhard. Morgen teksten van Marion.
 

Berliner Fernsehturm, restaurant op 200 meter..

Beerholm

Nooit eerder overkwam het me dat het niet lukte een boek uit te lezen. Niet op deze manier. Niet omdat het me verveelde, maar juist omgekeerd, omdat het naderende einde van het verhaal me benauwde.

 Ik las het in wachtkamers, werd daardoor veel onderbroken en moest steeds hernemen waardoor ik het vele malen las. En, de naderende afloop leek zich te verstrengelen  met mijn eigen levenslot.
Het gaat om de roman Beerholms Vorstellung, debuutroman van Daniel Kehlmann, bekend van 'Het meten van de wereld'.
Beerholm is een magiër, hij laat dingen gebeuren die niet kunnen.
Eindelijk, na weken aangekomen in het slothoofdstuk nam de spanning angstig toe, toen bleek dat Beerholm zijn boek had zitten schrijven in het café bovenin de Fernsehturm van Berlijn.
Langzaam ontvouwt hij in détail de sprong die hij heeft voorbereid, maakt precieze berekeningen van de valsnelheid, de kans dat een omstander hem nog bij een been zal grijpen.
Op dit punt heb ik het boek vele malen moeten verwisselen voor de Marie Claire.
Maar vandaag kwam ik, aan de hand van Beerholm, op pagina 248, nog een stap verder.
Bij de onmogelijkheid te sterven.
 

Thomas Bernhard

Thomas Bernhard

Arnon Grunberg schreef gisteren op z'n weblog over de memoires van Thomas Bernhard, waarvan na 'Mijn prijzen' nu het tweede deel 'De kelder' verschenen is.

Bernhard schrijft dat hij zich het leven redde door een roekeloze beslissing: hij ging van school af en werd leerjongen bij een kruidenier.
Een beslissing als een impulsaankoop. Een parodie van een fatale beslissing, en op precies dezelfde manier tot stand gekomen: arbitrair, meedogenloos, absoluut.
'Zoals het moet met een ethisch of artistiek project,' zegt Bernhard.
Waaruit volgt een pleidooi voor 'het omhelzen van het belachelijke', in jezelf, in de wereld.
Zo kon hij, zegt hij, de eenzaamheid verdragen.
Dat 'belachelijke', zo blijkt, is vaak iemand. Bernhard noemt het 'mijn tante'.
Arnon zegt daarop: "Ik besloot naar mijn levenspartner te verwijzen als 'mijn moeder'."   
Morgen na negenen praten we erover.
 

Tags: 

Pagina's