donderdag 10 februari 2011 - 22:11
Op 18 februari opent in het Van Goghmuseum de grote Picasso-tentoonstelling. En zo loop ik weer tegen m’n eigen Picasso-geschiedenis aan. Kortgezegd, het wou niet. Gisteren zag ik in het Haags Gemeentemuseum al een selectie uit z’n oeuvre. En werd overvallen door Picasso-moeheid. Begint het allemaal weer opnieuw?
Er zit me teveel poppenkast in. Nergens een menselijke figuur die naar je toekomt. Eindeloze herhalingen van motieven. Niet nóg een harlekijn - komisch en triest tegelijk - naast 'n meisje als de schilder en z'n model. Niet wéér het Parijse uitgaansleven, de zelfkant, dat hadden Lautrec en Van Dongen al zoveel beter gedaan. En niet nóg een stier.
De vormvernieuwer dan?
Maar de meervoudige aanzichten van Afrikaanse maskers die in het kubisme terecht kwamen waren al ontdekt door André Derain, en Cézanne had de wereld al in kubussen, bollen en kegels gezien.
En dan de composities, z'n zwakke plek. Zo theatraal dat geen van z'n figuren de aandacht vasthoudt.
Poppenkast.
Morgen in de Avonden meer.