Arnon Grunberg schreef gisteren op z'n weblog over de memoires van Thomas Bernhard, waarvan na 'Mijn prijzen' nu het tweede deel 'De kelder' verschenen is.
Bernhard schrijft dat hij zich het leven redde door een roekeloze beslissing: hij ging van school af en werd leerjongen bij een kruidenier.
Een beslissing als een impulsaankoop. Een parodie van een fatale beslissing, en op precies dezelfde manier tot stand gekomen: arbitrair, meedogenloos, absoluut.
'Zoals het moet met een ethisch of artistiek project,' zegt Bernhard.
Waaruit volgt een pleidooi voor 'het omhelzen van het belachelijke', in jezelf, in de wereld.
Zo kon hij, zegt hij, de eenzaamheid verdragen.
Dat 'belachelijke', zo blijkt, is vaak iemand. Bernhard noemt het 'mijn tante'.
Arnon zegt daarop: "Ik besloot naar mijn levenspartner te verwijzen als 'mijn moeder'."
Morgen na negenen praten we erover.