Thomas Bernhard

 Op 22 oktober 2010 is het tijdschrift Raster online gegaan. Geleidelijk komen de archieven beschikbaar. Nu is de beurt aan de 'Ereignisse' van Thomas Bernhard, eenendertig voorvallen waarvan dertien met dodelijke afloop, want: 'Wir hassen, was wir sind, was wir aufschreiben, ist der Tod'. Vertaald in 1982 door Hans W. Bakx. De serie begint zo:

  TWEE JONGE MENSEN vluchten een toren binnen die tot verdediging van de stad heeft gediend en beklimmen hem, zonder een woord te spreken. Ze willen hun zwijgen niet door verraad teniet doen en brengen in gedachteloze haast hun plan ten uitvoer. Halverwege zien ze een onbestemde flard van het landschap waarin de toren staat. Tussen de kilte van de muren tuime­len ze als in een ijsklomp naar boven: met open monden en gestrekte armen, in het idee met die halfware gebaren de afstand die ze willen afleggen kunstmatig te verkleinen. Nu blijkt dat het meisje door haar fantasie tot groter snelheid in staat is dan de geestelijk onvolwaardige jongen, en het is belangrijk vast te stellen dat zij, hoewel ze acht of tien trappen achter de jongeman, haar minnaar, aan naar boven klimt, in werkelijkheid vijftien of twintig traplengtes op hem voorligt. De geheel en al vensterloze toren is een voorpost van het donker en als zodanig heel duidelijk herkenbaar. Als ze eindelijk boven zijn aangekomen, kleden ze zich uit en vallen naakt in elkaars armen.

Tags: 
Thomas Bernhard

Thomas Bernhard

Arnon Grunberg schreef gisteren op z'n weblog over de memoires van Thomas Bernhard, waarvan na 'Mijn prijzen' nu het tweede deel 'De kelder' verschenen is.

Bernhard schrijft dat hij zich het leven redde door een roekeloze beslissing: hij ging van school af en werd leerjongen bij een kruidenier.
Een beslissing als een impulsaankoop. Een parodie van een fatale beslissing, en op precies dezelfde manier tot stand gekomen: arbitrair, meedogenloos, absoluut.
'Zoals het moet met een ethisch of artistiek project,' zegt Bernhard.
Waaruit volgt een pleidooi voor 'het omhelzen van het belachelijke', in jezelf, in de wereld.
Zo kon hij, zegt hij, de eenzaamheid verdragen.
Dat 'belachelijke', zo blijkt, is vaak iemand. Bernhard noemt het 'mijn tante'.
Arnon zegt daarop: "Ik besloot naar mijn levenspartner te verwijzen als 'mijn moeder'."   
Morgen na negenen praten we erover.
 

Tags: