Op 21 januari bestelde ik het brievenboek 'Trotz allem, so wie du bist' van Wolfgang (1906-1996) en Marion (1927-1984) Koeppen. Nu lees ik het.
De manisch depressieve, nymfomane alcoholiste en de twintig jaar oudere schrijver voor wie zij de liefde van z'n leven is. En zal blijven, tot het eind als hij haar verzorgt. Als je de weinige brieven leest die er van haar over zijn begrijp je waarom: ze is intelligent, geestig en mooi was ze ook. En, ze schrijft veel beter dan hij.
De liefde was bij dit alles wederzijds, en bleef het.
Hoe loste Wolfgang dit op?
In 1944 - zij was zeventien, hij achtendertig, het was oorlog, schreef hij: 'Niet mijn Marion, maar de Marion van iedereen dus, goed - zo'n schoonheid, zo'n aantrekkingskracht mogen de wereld niet onthouden worden. Een hoerenkind is van iedereen. Net zoals een schilderij van iedereen is, een beeld, een gedicht, een stuk muziek of welk kunstwerk ook, als het maar volmaakt is, zoals jij het bent.'
Maar daarmee eindigt z'n redenering niet: want een gedicht is niet van de dichter die het maakte en een Marion behoort niet toe aan de mannen die haar willen zoals ze is.
Wel zijn er goede lezers en goede minnaars, die een gedicht of een vrouw tot leven kunnen brengen.
ps. Ik denk aan de ‘impulsaankopen’ die je in het leven moet doen volgens Thomas Bernhard. Morgen teksten van Marion.