Isaac Israels - Lezend naakt

De mensen

 Dit lezend naakt van Isaac Israels (1865-1934) werd dezer dagen verkozen tot 'mooiste naaktschilderij aller tijden'. Van Nederland dan. Door wie? Ze kreeg de meeste stemmen tijdens een verkiezing, uitgeschreven door de glossy genaamd 'Oog', een uitgave van het Rijksmuseum.Op de site www.oogvoornaakt.nl kon je kiezen uit zeventig naakten. Moesmans 'Het Gerucht' werd derde.

 Een mooi schilderij, daar niet van, Israels schildert losser dan Lucian Freud.
Maar, een naaktwedstrijd, wie verzint zoiets? En dat bij een instelling als het Rijksmuseum. Verdrietig. Zoals die hele 'glossy' verdrietig maakt. Je hoort de makers denken 'betrek de mensen bij kunst, in godsnaam, hoe? dondert niet.'   

ps. En ja, is het nu lezen wat ze doet? Of staart ze over het boek heen opzij. Ze moest natuurlijk lang blijven liggen. Hoewel Israels snel werkte. Misschien was het boek maar een loos attribuut.  

Tags: 
been 1
been 2
been 3

Been (1)

 Op de Berlijnse tentoonstelling van modetekeningen 'Pailletten, Posen, Puderdosen' leerde ik kortgeleden dat het vrouwenbeen zoals wij het kennen een uitvinding is van kort na de Eerste Wereldoorlog. Ik bedoel het onderbeen, dat zichtbaar werd toen een generatie zich emanciperende vrouwen niet alleen het zandlopercorset afdankte maar ook de bijpassende lange rok en het lange haar. Bij de Bubikopf hoort het onderbeen. Met een rok die op, net boven of even onder de knie valt. En daar komen dan weer kousen van. Een revolutie was het.

 Op foto's uit die beginjaren zie je nog betrekkelijk vormloze onderbenen. Maar vrouwenbenen hebben een groot aanpassingsvermogen. 
Het jaren '20-been heeft decennialang standgehouden.
De kuitlengte rok kwam en ging twee keer, maar de laatste jaren vormen broek en mini ernstiger bedreigingen.

 De fotograaf Roger Cremers exposeert momenteel beenfoto's in het Amsterdamse café de Engelbewaarder.

Tags: 
Venster op het voorjaar
Ton Frenken

Ton Frenken

Wie was Ton Frenken (1930-2004)? Hij schilderde, maar hij schreef ook. In een catalogus van 1995 staat:

'Ik geloof niet dat ik ooit in een hotel heb geslapen, zelfs maar voor één nacht, zonder eerst de kamer te hebben heringericht. Mijn behoefte om me de plek toe te eigenen gaat zo ver dat ik het bed voor het raam zet, of met de lange kant tegen de muur. Voor een enkele overnachting kan ik uren in de weer zijn met het herschikken van de ruimte. Ik vervang de lieflijke landschappen aan de muren, de bloemstukken en nostalgische registraties van het ongeschonden leven van weleer door eigen werk dat ik op mijn reizen met me mee tors. Het is een vorm van esthetiek waarin men zich volkomen kan verliezen, ik besef het. (...)' 

Op zijn site zijn meer teksten te vinden.

In Utrecht is een overzichtstentoonstelling, onder de titel 'Utrechtse notities' nog tot 13 september. Bij galerie Frank Welkenhuysen, Lichte Gaard 3.
Tussen 15 juli en 20 augustus is de tentoonstelling alleen op
afspraak te bezoeken. Bel dan 06-25592388.

Hilarion wordt in verzoeking gebracht - Papety (1843)
door de heilige uitgedreven demonen komen als kikkers naar buiten door de monden van mens en dier

Hieronymus (3)

Met de classicus Vincent Hunink lang gezeten op een bank in de Arnhemse Eusebiuskerk. Maandagavond 21.00 zijn we te horen in de Avonden. 't Voerde ver. Hieronymus, de eerste schrijver van heiligenlevens in het Latijn schrok er niet voor terug saters, centauren en andere wonderwezens op te voeren. Dat kostte hem geloofwaardigheid. Hij kreeg slechte kritieken. Was ook een onuitstaanbaar heethoofd, een ruziezoeker, een schrijver van scheldpolemieken, kortom een nogal onchristelijke kerkvader.

Wat was nu een kluizenaar?
De verhalen over hallucinaties door kou, honger en dorst zijn overdreven. De 'woestijnvaders' waren juist heel aards: werken, mediteren, weinig praten, saai, stabiel.
Het kluizenaarschap, in eenzaamheid in de woestijn heeft eeuwenlang goed gewerkt.
Over Hilarion, de door Hieronymus beschreven wonderdoener, die zijn laatste twee jaar op Cyprus genezingen verrichte: 'In alle omliggende dorpen lette men nog maar op een ding: Hilarius mocht er niet op de een of andere manier vandoor gaan. Over hem had zich namelijk het gerucht verbreid dat hij het nooit lang uithield op een en dezelfde plaats. In zijn geval was het geen kwestie van lichtzinnigheid of onvolwassen gedrag, maar hij probeerde eerbetoon en onnodig gedoe te vermijden. Altijd verlangde hij naar stilte en een leven in het verborgene.'

Hierin leest Vincent Hunink toch wel iets over het leven van de populaire Hieronymus zelf. De wonderdoende heilige als antieke popster. 

Vincent Hunink
Beluister fragment
de nieuwe kaart, in drie dimensies, kijk verder onder de link

Stilte (2)

 De Stilte van het Hondenlosloopgebied te Hemmeland, Monnickendam werd door Sarah van Sonsbeeck gemeten tussen 18 juni en 4 augustus 2009 om 8:00, 14:00 en 22:30. Haar nieuwe Stiltekaart is een compilatie van al deze gegevens. Er blijkt een onbekend maanlandschap van de stilte met pieken en kraters aanwezig, dat even ongrijpbaar is als de stilte zelf.Een blaffende hond veroorzaakt een bergspits terwijl de zeldzame afwezigheid van vogels en krekels een krater kan slaan.De decibelschaal is logaritmisch, dat wil zeggen: +10 DB betekent: 10 keer zo hard.82 dB blaffende hond negeert roepend baasje75 dB het 'hondenstrand'

 Sarah schrijft: 'Echt stil is het eigenlijk nooit. Mijn opnameapparaat (de Voltcraft SL300) kan niet minder meten dan 30dB kennelijk produceert hij dat zelf dan al? En ook ik maak geluid. Lopen door gras blijkt 10dB harder dan stilstaan, dus 10x zo hard als wanneer ik niet zou lopen, maar het apparaat meet continu (automatisch) dus hoe kan ik meten zonder me voort te bewegen. Hoe precieser ik wil meten hoe onduidelijker het wordt. Meer en meer vraag ik me af of die stilte überhaupt wel bestaat en waar ik dan mee bezig ben...'.

 Wat een stiltekaart!
De kraters, en ook de 'achtergrondruis' die opeens zichtbaar is.
Maar wat me het meest treft is de vorm. Dit is een 'jong gebergte'. Het meeste geluid is dus jong. Geluid wordt zelden oud.
Het 'sterft weg', vrij snel.
Zou tijdsverloop kunnen? Denk aan eindeloze sluitertijd van de achterlichtjesfoto in een avondstad?
Ik zou wel een vliegtuig willen zien.
Gaat de hond op de loop?

ps de nieuwe stiltekaart werd voor de manifestatie 'Een Dijk van een Kust' gemaakt door Kars Alfrink en Alper Çugun.

Antonius, Paulus en de raaf die het brood bezorgt

Hieronymus (2)

Morgen afgesproken in Arnhem - aan de voet van de Eusebiuskerk - met Vincent Hunink vertaler van de drie verhalen over kluizenaars van Hieronymus (ca. 347-420), die nu verschenen zijn als 'Op weg naar de hemel'.Hieronymus herzag de bijbelvertaling in het latijn, hij is de auteur van het Vulgaat, dat tot voor kort gebruikt werd, maar was ook schrijver, zijn verhalen over de kluizenaars Paulus van Thebe, Hilarion van Gaza en Malchus en zijn vrouw hebben alle kenmerken van literatuur. Treffende citaten, puntige en bloemrijke formuleringen en blijken van rijke fantasie. Visioenen, duiveluitdrijvingen, genezingen, wat er van waar is mag god weten, dit zijn geloofswaarheden.

Leven voor God deed je in de late oudheid op een paradijselijke plek, liefst in de woestijn, strijdend met demonen. De eerste kloosters ontstonden uit gemeenschappen van kluizenaars in het Midden-Oosten.
Literaire kritiek was er ook al, zijn Paulus van Thebe werd matig ontvangen. Met Hilarion van Gaza nam hij revanche.

Deze Velasquez toont een scène uit het verhaal van de heilige Paulus. Als Antonius bij hem op bezoek komt brengt de raaf hem niet zoals elke dag een half brood, maar een heel: 'Ter ere van uw komst heeft Christus het rantsoen van zijn soldaten verdubbeld,' zegt Paulus aangedaan.  

op de terugweg van het Westerpark

Désanne van Brederode (2)

Is morgen van 19.00-22.00 te horen in de Zomeravond.Een gesprek dat begon bij haar thuis en eindigde in het Amsterdamse Westerpark. Daar aangekomen ging het over morele maatstaven en waar je ze vandaan haalt. Zij is immers katholiek. Of beter het katholicisme maakt haar geloven mogelijk.Wij denken vaak dat we onze maatstaven zelf verzinnen. Maar we ontlenen ze aan de verlichting of de romantiek of het Christendom.

'Misschien een halve procent van wat ik nu zeg is door mij bedacht. Dat ik kan praten en denken en de dingen beleven zoals ik nu doe komt voort uit eeuwenlange denktradities. Daar ga je te rade om je morele ijkpunten te vinden. En als je dat weet voel je een zekere nederigheid.'

In je laatste roman 'Hart in hart' komt de zaak op scherp te staan. Wat kan je doen wat niet? Sekstoerisme. Naar de hoeren. Zulke onderwerpen zijn dreigend aanwezig. Je maakt er een punt van, wat de meeste mensen nadrukkelijk niet doen.
'Ja, dat komt gewoon omdat ik Schorpioen ben. Kan ik ook niks aan doen.'
Volgt gegiechel. Ik zeg 'ik ben ook Schorpioen'.
We blijken beiden Schorpioen. Dat krijg je met dit soort zwaarwichtige gesprekken.
Toch vraag ik verder. Zij schreef tenslotte over stuurloze mensen van nu.

'Dat heeft niet zo veel met moraal te maken. Ik zal niet zeggen als mensen in m'n omgeving vreemdgaan 'dat mag niet'. Het is meer dat als ik het heel eerlijk bij mezelf hou, het gaat om de waarden van je eigen lichaam. Waarden, meervoud hè. Ik heb natuurlijk ook het nodige gerommeld en one night stands gehad en noem maar op. Maar zelf weet je, ik ben daar niet het type voor, juist omdat seksualiteit kennelijk voor mij zoveel betekent ga ik daarna toch van zo'n jongen houden. Lag helemaal niet in de planning, maar mijn lichaam hield dan - zelfs als ik helemaal niet leuk met hem kon praten - hield dan nog dagen zoniet weken een vreselijk heimwee.'

Johnny op school

Johnny van Doorn (4)

 Bij de biografie door Nico Keuning komt ook het teruggevonden 'libretto' van Johnny's langspeelplaat Oorlog & Pap (1981). Cellist Ernst Reyseger en slagwerker Martin van Duynhoven verzorgden de geluidseffecten. Een fragment van kant twee:

 ('psychedelische' kakafonie van Ernst en Martin)

 't Kabaal gehoord? Jaaa? Zo is het een kleine stap naar de LSD. Halverwege de Sixties kregen we er duchtig mee te maken. Talloze vrijgevochten mensen van mijn generatie gingen het gebruiken, LSD. We wilden weten wie we eigenlijk waren, en wat dat allemaal om ons heen beduidde, we wilden kosmische sensaties ondergaan want zonder dàt leefde je niet echt, dachten we. LSD, het middel van de toekomst, gonsde 't door de Westerse metropolen.
We hebben het geweten. Ik heb er nù nog wel eens pijn in mijn kop van.

 (zoemerige klanken t/m kleurenpracht)

 Zonder flauwekul, in het begin was het best aardig. Het vibreerde er op los. Soms kon je zelfs door de muren heenkijken – erg handig zoiets. Tippen van de sluiers werden opgelicht. GOD HIMSELF die door de verwarmingsbuizen sprak. TIK TIK, zei de verwarming – en inderdaad: the sounds of the Radiator. De geluiden van het Straálende. In morse sprak de Heer tot ons. En wat een licht en kleurenpracht!

 Echter – voor ik me in het jeugdbederf stort, en dat ben ik geenszins van plan – is een Waarschuwend Woord noodzakelijk. Blijf er van af! Ik heb tientallen mensen gekend die in het middel zijn gebléven, de Kluts kwijtraakten en de Kluts niet meer konden terugvinden.
Vleermuizen, wandelende lijken, zwarte gaten.
Voor je het weet, zit je in het gekkenhuis.
Ik heb een persoon meegemaakt die onder LSD niet meer wegwilde uit het portiek van een lingerie-winkel waar hij zich had geposteerd.'

Thomas Rap (2)

Thomas Rap beschikte over een onweerstaanbare charme, waarvoor ook Gerard Kornelis van het Reve bezweek. Het was niet niks om in de deftige, wat opgedirkte uitgeverswereld van de jaren '60 opeens binnen te komen als een soort kwajongen. Die jongensachtigheid deed het hem.

 Op zekere dag mocht ik met Thomas mee naar Van het Reve, die toen nog niet verhuisd was naar Friesland, maar met Willem van Albeda op een flatje in Osdorp bivakkeerde. Rap zou zijn 'Veertien etsen' uitbrengen.
Daar aangekomen legde hij me uit hoe het spel gespeeld moest worden.
'Dat vindt Gerard leuk, let maar op.'
Beneden was een rijtje bellen met naamplaatjes en een intercom, merk Bumifoon.
Thomas Rap belde, lang en nadrukkelijk.
En door de Bumifoon kwam de stem van Gerard van het Reve, die een oude dame nadeed, leek het wel.
'Wiedáár?'
Waarom Rap met een lange uithaal riep:
'Deee Huitgeeverr...'.
Alsof hij iets aan de deur verkocht. 
De deur werd opengedrukt. Gegiechel door de Bumifoon.
'Kijk dat vindt ie leuk.'

Tags: 
tijdens de Denkbaar-opnamen bij de VRT
een pecten, kleiner dan een sintjacobsschelp

Wonderen van het heelal (2)

Ik vertelde W.F.Hermans van de avonden die ik met dit prentenboek doorbracht. Ook de 'pecten' staat erin, het 'gidsfossiel' uit De God Denkbaar. De pecten, 'kleiner dan een sintjacobsschelp', die Denkbaar onder meer aantreft aan de halsband van de beer, eerst onbeheersbaar gevaarlijk, maar tenslotte niet meer dan een uiteenvallende oude teddybeer. Nu iets vreemds.

Voor ik het radiogesprek kon opnemen wilde Hermans dat ik een 'schuldbekentenis' schreef en ondertekende voor het afgesproken bedrag. Hij kwam aan met wat bleek een papierklem te zijn, in de vorm van een dubbele, gietijzeren schelp. Inderdaad, een pecten, waartussen wat vierkante velletjes papier geklemd zaten. Gekocht op de rommelmarkt op het Vossenplein, vertelde hij.
Hij dicteerde, en ik schreef: 'Hierbij verklaar ik... schuldig te zijn aan de heer W.F.Hermans te Brussel... De somma van...'. etc.. Hierbij denkend aan de weerkerende regel in 'Denkbaar': Doorhalen wat niet verlangd wordt; het bedrag in cijfers.  
Maar nu.

Ik herlees de God Denkbaar en begin te vermoeden dat De Wonderen van het Heelal minstens op tafel hebben gelegen toen Hermans het schreef. Net als de papierklem.
Tweemaal is er sprake van gietijzeren schelpen. Eentje zit aan het luik van een haard (p.56) de andere wordt aangetroffen aan de halsband van de beer (p.58). Het ouderlijk huis, Hermans' jeugd doemt op.
Wanneer Denkbaar toekomt aan zijn eerste 'grote wening' (p. 98) legt hij deze schelpen op zijn beide ogen.  
Ik denk dat de papierhouder niet in Brussel is gekocht, maar al veel eerder in Hermans bezit was. Denkbaar dateert uit 1956 en werd geschreven aan de Spilsluizen in Groningen.     

Pagina's