idem, détail
Venus, Mars en Amor, ca. 1490

Piero di Cosimo

'Venus, Mars en Cupido', geschilderd door Piero di Cosimo (1462-ca. 1521). Ik zag het pas weer in Berlijn, in de Gemäldegalerie. Wie was Di Cosimo? Tegen het einde van de jaren 1480 vestigde hij zich in Florence waar hij leefde als een zonderling en misantroop, op een dieet van hard gekookte eieren, die hij steeds per vijftig bereidde, tenminste zo beschrijft de 16de-eeuwse kunstenaarsbiograaf Vasari het.Vasari heeft trouwens dit schilderij bewaard 'als aandenken aan Piero, en zijn bijzondere invallen'.

Die zin geeft te denken, vaak loop ik te prakkizeren of een oude schilder iets nu zelf bedacht heeft of overgenomen van een collega (wiens werk best verloren gegaan kan zijn). Of dat wat een vondst lijkt voortkomt uit een traditie.
Neem dit konijn. Iemand heeft ooit eens als eerste een konijn naast een naakte man en vrouw geschilderd, als knipoog. Maar was het Piero?
Ik zoek op.
Een kunsthistoricus omschrijft: '...een langorig konijn, een symbool van seksuele excessen. De witte en zwarte vogels beneden lijken de minnaars te symboliseren: Venus en een uitgeputte en ingeslapen Mars...'

Hm. Seksuele excessen? Die brave konijnen. En deze vogels zijn duiven, professor. Wat ze doen heet in het Duits 'snavelen'.
Tja, Mars viel in slaap. Vind u 't gek?

Sigmund (2)

Bij Peter de Wit thuis tref ik een klassieke Nederlandse gezinssamenstelling, vader, moeder, twee kinderen. De Wits enige ervaring in de spreekkamer blijkt een relatietherapie geweest te zijn. En 'die heeft gewerkt'.

Van Ischa Meijers radio-therapeut Isaac Weiszkopf heeft ie nooit gehoord. Als bij Sigmund dus een stomme trut gaat denken dat ze een superwijf is herhaalt de geschiedenis zich eenvoudig blind.
Er blijven raadselen, ook voor hemzelf. Waarom het rechterbrillenglas van Sigmund zwart is werd bijvoorbeeld nooit opgehelderd. ‘De psychiater ziet geen diepte.’
Als ik vraag naar de reacties op Sigmunds vrouwonvriendelijkheid komt De Wit met een verbazende vaststelling. Vrouwen vinden de seksuele grofheden van de kleine psychiater meestal leuk, terwijl mannen er bezwaren tegen hebben. Voorbeeld: als een vrouw hem zegt dat hij 'niet geschikt is voor een lange relatie' antwoordt ie unverfroren: 'Er is een hoer waar ik al vijf jaar elke week kom'.
De Sigmund-bundels gaan over Vrouwen, Kinderen, Managers, Vakantie. Maar over Mannen is er geen. Hoe komt dat? De Wit weet het ook niet. Lastig geval, de man.

Laatste nieuws zijn 'Burka babes' ontstaan in 2005 komen nu ook in een Spaanse krant. De boodschap? Vrouwen blijven vrouwen.
Zegt de ene Burka tegen de andere: 'Geloof is toch eigenlijk meer een mannending.'

 

 

Tags: 
Peter de Wit
Beluister fragment

Sigmund (1)

Elke ochtend brengt De Volkskrant (met wat geluk) Gummbah en (altijd) Sigmund.Morgen ga ik op bezoek bij Peter de Wit, de tekenaar wiens kleine psychiater nu 15 jaar bestaat.

Veel te vragen. Bijvoorbeeld of hij ooit de radiopsychiater prof. Weiszkopf van Ischa Meijer heeft beluisterd: 'Meine Name ist Weiszkopf. Ich bin Psychoanalytiker. Ik maak dat Menschen die denken dat zij ziek zijn wieder gaan denken dat zij gesund zijn....'.
Weiszkopf stierf met Ischa, in 1995. Sigmund leeft. In hun methode hebben ze veel gemeen: ze zeggen de waarheid, over onderwerpen waarover veel gelogen wordt. Het welbevinden, het huwelijk, de kinderen - en dezer dagen de vakantie. 
Sigmunds adviezen eindigen vaak met een gebroken brilleglas en niet zelden is op het laatste plaatje de stoel tegenover die van de therapeut leeg.
Zijn vrouwbeeld (denk ik): de vrouw wil groots en meeslepend leven. Zijn manbeeld: de man wil geen gedonder.
Sigmund zelf wordt door vrouwen bijna altijd afgewezen. Hij is niet voor niks klein, brildragend en kaal.
Ik wil ook graag iets weten over De Wits documentatie. Hij is bv. een meester in het afbeelden van eigentijdse vrouwenkleding, weet precies wat er op scholen en in supermarkten aan de hand is. Later meer.

Nederland volgens Sigmund’ In Het Nederlands Stripmuseum Groningen (Westerhaven 71) tot en met 27 september 2009.

de H.Antonius Abt
Vincent Hunink in de Eusebiuskerk in Arnhem

Antonius

Van Vincent Hunink, die onlangs de kluizenaarsverhalen van Hieronymus vertaalde, kreeg ik ook z'n eerdere vertaling van het leven van de eerste kluizenaar Antonius Abt (ca. 251-356), opgetekend door Athanasius.Ook daar tref je tussendoor overwegingen betreffende het geschreven woord:

'Het helpt ook tegen het zondigen als we het volgende in acht nemen. Ieder van ons moet zijn daden en zieleroerselen waarnemen en opschrijven, alsof we elkaar erover gaan vertellen. Reken dan maar dat we uit pure schaamte dat onze zonde bekend zou worden ermee stoppen en zelfs geen slechte gedachte meer hebben. Want wie wil er gezien worden als hij zondigt? En wie wil er na de zonde niet liever liegen om onopgemerkt te blijven? (...)
De letters moeten voor ons dan gelden als de ogen van mede-asceten, zodat we evenzeer blozen bij het schrijven als wanneer we werden gezien...'   

En de verzoekingen dan, waaraan de heilige blootstond en die zoveel voor de kunst betekend hebben? Daarvan vind je bij Athanasius maar schaarse aanduidingen, meest Bijbelcitaten. Maar genoeg voor Jeroen Bosch en lateren.  

Daniel Kehlmann (34)

Daniel Kehlmann (2)

Sinds ik 'Die Vermessung der Welt' las volg ik alles wat over Daniel Kehlmann bekend wordt extra aandachtig. 'Die Vermessung' is het beste boek dat ik in jaren heb gelezen. Alleen het werk van W.G.Sebald liet even diepe sporen na. Ik lees en herlees 'Het meten van de wereld' nu al weken lang op alle plaatsen waar je zoal een boek meeneemt, in wachtkamers, op het strand, op parkbanken. Het is daar uitstekend tegen bestand.

Kehlmann (1975) heeft een doorsnee van de wereld geschreven.    
En nu kwam hij in het Duitse nieuws omdat hij - bij de opening van de Salzburger Festspiele - het Duitse 'regisseurstoneel' heeft aangevallen. Dat komt, zegt men, zijn vader was een conventionele theaterregiseur die daar niks mee te maken wilde hebben. Het kostte hem de kop.
Zoon Kehlmann: 'Waarom altijd videowanden en spagheti eten, waarom wordt er altijd iemand met iets besmeurd? Waartoe al dat gesjor en dat geroutineerd hysterisch gegil? Wordt dat van staatswege voorgeschreven?'
Regisseurs kunnen, zegt hij, ook dienstbaar zijn aan 'historisch accurate' opvoeringen van Shakespeare of Schiller.
Hij noemde het 'regietheater' een restant van linkse ideologie. Een overblijfsel van de succesvolste alliantie van de afgelopen jaren, die van kitsch en avantgarde'.
En?
De theaterwereld is collectief diep verontwaardigd.

foto Roger Cremers

Been (2)

De foto's van Roger Cremers brachten me terug naar de wereld van het been. Ik ben erin opgegroeid. In het zitten, beter het gehele proces van het gaan zitten van vrouwen.

Het hield verband met de mode in nauwe, vrij korte rokken en het oprukkend zitcomfort. Vrouwen zakten erin weg, hun knieën priemden de kamer in.
En dan kom ik nog niet toe aan het over elkaar slaan van de benen. En het voor een jongen van twaalf hoogst onrustwekkende 'gaan verzitten'.
Nog zie ik mijn tante Suze gaan zitten. 
Onvergetelijk hoe ze haar rok gladstreek en hem daarna - steeds weer - bij de zoom pakte en strak trok over haar knieën. Alsof ze daarmee wilde zeggen 'kan ik het helpen dat de mode zo kort is'.
Ik gedenk tante Suze.

Stad aan Zee, Savornin Lohmanlaan
Victory Boogie Woogie en stadsplattegrond: de navel van Den Haag

Maarten Schmitt (2)

En nu, nu komt er op Scheveningen dan een nieuwe Boulevard, ontworpen door de Spanjaard De Sola Morales, die in Barcelona al stad en zee bij elkaar bracht. Het dorp Scheveningen, de badplaats en de haven worden één.

Schmitts beeld was steeds dat van de Piazza San Marco in Venetië, zegt hij in het themanummer dat het architectenblad Forum over zijn Den Haag maakte. Over de stad die in elf jaar totaal veranderde.
Zo wist niemand ooit waar eigenlijk het centrum lag.
Nu heeft Den Haag een navel, en die ligt pal voor het Centraal Station, heeft Schmitt bepaald. Dat komt, eens, in een vergadering legde hij een reproductie van Mondriaans Victory Boogie Woogie over de kaart van Den Haag heen en iedereen zag: Den Haag is een assenstelsel, hier kruisen ze elkaar. Een stad om in te flaneren, dat was zijn ideaal. Het Passagenwerk van Walter Benjamin in de praktijk.
We kijken omhoog naar de nieuwe skyline. Rem Koolhaas, die het Stedelijk Masterplan tekende noemt Den Haag een 'hoogbouwdorp'.
Architect worden, dat wilde ik, toen ik hier opgroeide aan de stadsrand waar overal gebouwd werd en ik mijn schoen verloor in een kalkput, en ik de bouwstellingen beklom en naar binnen keek in de keten van de wederopbouw, naar de tekentafels.

Maandagavond na 21.00 lopen Maarten Schmitt en ik van de poffertjeskraam naar de navel van Den Haag , langs de skyline.

Maarten Schmitt
Beluister fragment
Schmitt bij de poffertjestent op het Malieveld, achtergrond: de onder zijn bewind gebouwde Hoftoren
Stad aan zee, schets van Schmitt

Maarten Schmitt (1)

Den Haag, stad die grenst aan de oneindigheidMet een scherpe lijn. Links alles, rechts niks. Een paar golfbrekers, wat meeuwen en lopertjes. De afgelopen decennia voegden de kraaien zich bij ze. Tegenwoordig komen zelfs duiven seafood halen aan de waterlijn.

Duitsers waren er altijd al. De zee trekt. De reden van de Duitse bezetting was de kuilenstrijd. Iedere Haagse jongen weet dat de zeggenschap over een gegraven kuil duurt tot zonsondergang. De volgende dag is de kuil van de eerste die hem in bezit neemt.
Dat zagen de Duitse badgasten anders. Die wilde de volgende dag hun kuil weer, ook al zat er inmiddels een Hagenaar in.
Hagenaars rukken uit zodra de zon doorbreekt. Volle trams, meteen, en weldra volle terassen aan de boulevard.
Vraag maar aan Maarten Schmitt, de stadsarchitect die na elf jaar afscheid neemt.
Hij kent het Haags zeesentiment. Waar grenst natuur zo aan een stad. Duin, zee en stad bij elkaar brengen, dat is wat hij fantaseerde. Zoals Panorama Mesdag 't in 1881 vastlegde. Een luchtspiegeling in verf. En zoals je het nog steeds kunt zien vanaf het Zwarte pad. De doorsteek naar zee is zo oud als de Scheveningseweg van Constantijn Huygens (1653).
'Wat mankeert er aan de badplaats Scheveningen?'
'Alles.'
In de oorlog werd de relatie tussen stad en zee verstoord door de Atlantik Wall die duizenden mensen uit hun huizen dreef en een hele strook stad wegbrak. Daarna werd Scheveningen overgelaten aan projectontwikkelaars.
Wat vindt hij van de plannen om te gaan bouwen in zee?
'Onzin.'

Marcel van Maele

Marcel van Maele (1931-2009)

Het was koud in Gent. In het huis aan de singel van Guido Lauwaert waar ik logeerde werd maar in één kamer gestookt. Daar zat al dagen achtereen een groepje mensen bijeen. 'Ja dat gebeurt hier vaker'. Men dronk. Een andere reden om de kamer te verlaten dan drank halen was er niet. Toen kwam er iemand binnen met een envelop.''t Is voor u Marcel,' zei hij. Dit was gericht tot de dichter Marcel van Maele die in een stoel zat en soms wat prevelde. Onverstaanbaar. Hij keek niet op. ''Uw kinderen staan op het station Marcel,' zei de binnenkomer. 'Ge moet ze gaan afhalen.'Het bleef stil. Zwijgend las de boodschapper het bericht uit.En zei toen: ''Ach nee,' 't was gisteren.' Het drinken werd hervat.

Van Maele diende onder meer in de Koreaanse Oorlog. Hij deed mee met het experimentele tijdschrift Labris (gesticht 1962) en werkte naar eigen zeggen 'in een niemandsland tussen literatuur en plastische kunsten'.
Optredens op poëzieavonden maakten hem een cultfiguur. Door drank-, medicijnen- en druggebruik had hij het regelmatig aan de stok met politie en gerecht. De laatste twintig jaar van zijn leven was hij volledig blind. In 2007 zond Canvas de film ‘Nee, ik speel niet mee’ over hem uit.

Als de dichter aan de toog gezeten
door de grote beer gebeten
aan het betogen gaat:
"Zonder tamtam, zonder blabla
ik heb tram tien gezien, voilà."
Hij heeft zijn krukken weggegooid
en mag nu blijven zitten. Iemand sprak
over de hond van de man in de maan,
't is van horen zeggen zou je zeggen.
(…)

Thomas Rap

Thomas Rap (2)

Morgenavond na achten gaat het in de Avonden over de legendarische uitgever Thomas Rap (1933-1999). Wim Brands en ik praten met Dirk-Jan Arensman schrijver van de net verschenen biografie 'Thomas Rap, een vrijbuiter in boeken'.Hans Vervoort was een van de velen die bij Rap debuteerde. Voor een eerdere, nooit doorgegane biografie schreef hij z'n herinneringen op. Waaruit:

 'Thomas was een gezelligheidsdier, er moest gelachen kunnen worden. En dan kwamen de boeken vanzelf.
In die rol leerde ik hem kennen toen we met een groepje jonge schrijvers in het begin van de jaren 70 de achterpagina van het weekblad de Nieuwe Linie vulden. Thomas was de jeugdherberg-vader van de groep en wekelijks kwamen we een uurtje bijeen op zijn kantoortje om onze stukjes in te leveren en het 'lijstje van de week' te maken.
Dat kon een lijstje zijn van manieren om korzelig afscheid van iemand te nemen tot nieuwe typebenamingen voor auto's (Ford Meniscus, Citroen Migraine, Lambretta Lambiek). Of nieuwe muziekinstrumenten: banjoline, trommelharp, knijpfluit, grondtoeter...
Er werd veel gelachen op die middagen. Toch sloeg een enkele keer het uitgeversvak toe. Thomas had in die tijd het idee om een Groot Nederlands Soldatenboek te maken, en daarvoor een oproep om materiaal geplaatst in een krant. Met als resultaat een grote stapel boeken, foto's en geschriften, een kogel, een knoop, en wat ridderorden. Maar hoe moest het nu verder? '

 Toen hij hoorde dat ik in dienst was geweest, een zeldzame uitzondering in de Amsterdamse bevolking, greep hij mij meteen bij de kladden. Dat boek moest gemaakt worden! Ik kende een Haarlemmer die ook zijn dienstplicht had vervuld en via een oude schoolvriend (inmiddels bibliotheek-directeur) kregen we de hulp van een stagiaire, die Robert Kennedy heette en daarom ook prominent vermeld werd op de titelpagina. We maakten een collage van het ingestuurde materiaal, schreven er wat olijke teksten bij en in 1970 verscheen  bij Rap het 'Klein Nederlands Soldatenboek, eerder aangekondigd als Groot Nederlands Soldatenboek'.
Die langwerpige titel was van Thomas en ik kan het niet helpen, ik word er nog steeds lacherig van.
De kogel, de knoop en een aantal andere inzendingen heb ik nog lang bewaard, want administratie was niet Thomas' sterke kant en al uitpakkend had hij wel eens vergeten het adres te noteren.
Mijn echte eigen debuut was de verhalenbundel 'Kleine stukjes om te lezen' dat ook in 1970 verscheen.
(...)
 Als iemand geschikt was voor de rol van bekende Nederlander dan was het toch wel Thomas, met zijn vlotte babbel en vrolijke 'uitstraling'. Maar ik heb hem nooit gezien bij ontbijt- of lunch- of avond-televisie, bij praatprogramma's of bij spelletjes. Hij zal toch te serieus, te netjes en te kritisch geweest zijn om dat pad te begaan. Een uitstervend ras, de Thomas Rappen van deze wereld.

Tags: 

Pagina's