Eten met Ischa

 Nu het steeds over Ischa gaat nog een belevenis, waar verder niemand bij was behalve de eigenaar van het Chinese restaurant in Ankeveen, aan de binnenweg langs de vaart naar Hilversum. Dat er nog is, even voor de molen. Chinese restaurants leven lang.

 Omdat Ischa en ik er uit Hilversum komend of er heen gaand vaak iets over fantaseerden dit:

'Daar zou ik nog eens willen eten,' zei Ischa meer dan eens. En somde alle denkbare Chinese gerechten op. Maar we hadden haast of waren moe. Tot het er van kwam.

'Wat wil je dan eten,' vroeg ik voor we binnengingen.

'Gewoon alles,' was het antwoord.  

Het was leeg binnen. We waren de enige klanten.

Met de kaart erbij was bestellen niet moeilijk. Dat werd zowel haaievinnensoep als een loempia vooraf en daarna niet alleen Foe Yong Hai als Tjap Tjoi en vooral sateh.

Kroepoek ook, veel kroepoek.

De eigenaar en zijn assistente - vermoedelijk zijn dochter - vertrokken geen spier. Onze tafel werd beladen met rechauds waaruit weldra de bekende geuren opstegen. Ischa leunde voldaan achterover.

'Dat bedoel ik nou,' zei hij, en barstte in een tomeloze lachbui uit.

Van eten kwam niet veel. Een enkel hapje hier en daar. Het was het idee. En de aanblik.

De Chinees en zijn dochter keken onbewogen toe.

En Ischa rekende af.

Tags: 

Ischa weer en nog

 Ischa Meijer en Annie Schmidt, weer en nog eens. Met Ischa werkte ik lange tijd wekelijks. Mijn radioregie bestond er voorna­melijk in dat ik, als hij volgens het draaiboek nog 1 minuut had voor zijn gesprek, een briefje op tafel legde met '1 min­uut'. Waarop hij het gesprek binnen precies een minuut afron­dde en de muziek kon inzetten.

 Een week later legde ik dat zelfde briefje dan weer neer. Ik heb het nog.

 Voor de voorstelling deden we het spel van de lerarenzonen. De zijne gaf Geschiedenis, de mijne Duits. Ze hadden zelfs allebei leerboeken voor het Middelbaar onderwijs gesch­r­even. Wij waren bezeten van de auteursnamen van schoolboekjes - net als W.F.Hermans, die ze gebruikte in z'n werk - en noemden ze beurtelings op.

 Ik: Ahn en Moret. Hij: 'Mots et tournures difficiles'. Ik: Verdenius, Verdenius en Schouten. Hij: Duits. Ik: 'De Liefde en Mooy. Hij: Gallia. Ik: Schwere Wörter. Hij: Brouwer, Ras en Aler. Ik: Novem. Hij: Wereld in wording.

 En dan kwam het verhaal hoe Wereld in wording, geschreven door negen geschedenisleraren waaronder de mijne, het meesterwerk van vader Meijer van de markt had geveegd. Dat hij tenslotte in eigen beheer had uitgegeven en waarvan nog grote onverkochte stapels in huize Meijer op zolder lagen. Het getal negen (Novem) was daar taboe. Maar pestkop Ischa smokkelde het alle conversatie binnen. Hoe laat is het? 'Negen uur rotjong.'

 En dan begon ons radioprogramma. 

Tags: 

Voorbij

 Het was op mijn eerste verkiezingsavond in Amsterdam dat ik Joop den Uyl in het echt zag. In die tijd hadden de partijen allemaal een zaal waar je heen kon. De VVD in de Poort van Kleef, de kleintjes in De Kroon op het Rembrandtplein.

 De PvdA had de grootste zaal, de Koopmansbeurs van Berlage. Ik zat als eerstejaars student onder het podium met de katheder, waar Den Uyl het woord voerde. Hij was toen nog wethouder van Amsterdam. Wat hij zei ontging me, zoals van wat dominees en sprekers zeiden weinig tot me is doorgedrongen

 Maar wat ik nooit vergeten ben is dat hij heel opvallend een pantalon van een C&A-achtig kostuum droeg en daarbij een jasje van weer een ander ­pak. Ook stond hij bekend om het morsen van sigarenas op die pakken.

 Later hoorde ik over hem van mijn vriend die het schopte tot assis­tent van eerste ministers. Eerst Den Uyl, later Van Agt. Van Agt was veel aardiger, die maakte een praatje en nam hem mee voor de lunch. Den Uyl liet hem tussen de middag een broodje ei uit de kantine halen dat hij onder het doornemen van de stukken naar binnen propte.

 Later kreeg ik hem eens aan de telefoon uit New York toen hij voorz­itter van den gedichtenjury was geworden. Hij kende veel poëzie, Ischa Meijers 'Een jongetje dat alles goed zou maken' kende hij van buiten.

 Maar als het aan hem als wethouder gelegen had was het huis waarin ik nu al zo lang gelukkig woon allang gesloopt, de 19de eeuwse wijken afgebroken en de binnenstad gesneuveld onder 'cityvorming'. Alles voor de arbeiders.

 Sociaal democraten weten wat goed is voor een ander. Dat kan niet goed blijven gaan. Tot eergisteren heb ik op ze gestemd.

Tags: 

Ischa Meijer online

 Nieuws! Radioarchivaris Nienke Feis heeft 't voor mekaar. Het bijna complete radiowerk van Ischa Meijer staat sinds vanmid­dag online. 

 Al in de jaren '70 en begin '80 had Ischa veel incidenteel radio­werk gedaan, maar in '84 werd de vpro B-omroep en kreeg hij een eigen show. Aanvankelijk in de studio. Dat liep niet goed. Na elk gesprek kwam hij de controlekamer binnen met de vraag 'hoe was ik?' Wat hij wilde was 'instant response'. Tegelijk maakte hij in die jaren in het theater de ene misluk­kende oneman-show na de andere. Dat bracht me op het idee de twee te combineren: een inter­viewprogramma voor publiek. Hij woonde toen in de Plantage Kerklaan, zijn stamcafé was Eik & Linde en eigenaar Paul Verberne wilde ons graag in z'n bovenzaaltje - nota bene de voormalige foyer van de Hollandse Schouwburg - hebben. Zo ontstond 'Een uur Ischa'.

Ischa regisseren was niet moeilijk. Tegen het eind van elk van de drie interviewtjes legde ik het briefje waarop in het handschrift van producer Leonie Smit geschreven stond '1 minuut' onder zijn neus. Dan rondde hij het precies binnen een minuut af en kondigde de band aan. Dat briefje stak ik na de uitzending in m'n binnenzak en gebruikte het een week later weer. Ik heb het nog. 

Tags: 
een zwembad.. voor altijd..
de kinderen bij de trouwdagviering..  

Dogtooth

Is ook het Engelse woord voor 'pied-de-poûle', maar toch vooral voor de menselijke hoektand. In de gelijknamige film houdt een welgestelde vader z'n kinderen liever thuis in de ommuurde villa met zwembad.

Hij ommuurt heel hun bestaan, laat alleen toe wat past in zijn idee van het gezin. Ontwerpt een fantastische schijnwereld die ze bang houdt voor wat achter de muur ligt en al wat hem niet zint.
En de kinderen - dit is de steeds weer vergeten kern van het gezinsleven - doen zijn zin, want ze weten niet beter. Hun vader is immers god.
Denk niet dat dit bizar is.
Toen Ischa Meijer het gezin vergeleek met het concentratiekamp leek me dat heel logisch. De meeste criminaliteit vindt plaats binnen familieverband.
Als ouders hun kinderen wezenlijk niet kwijt willen - op z'n minst in de geest niet - dan doen ze alleen maar wat de taal al zegt. Ze 'hebben' kinderen. En wie iets heeft wil het toch graag houden? 
'Dogtooth' doet niets anders dan daaruit de consequenties trekken. En aan wie dacht ik? Aan Alex van Warmerdam.  
 

Tags: 

Sigmund (2)

Bij Peter de Wit thuis tref ik een klassieke Nederlandse gezinssamenstelling, vader, moeder, twee kinderen. De Wits enige ervaring in de spreekkamer blijkt een relatietherapie geweest te zijn. En 'die heeft gewerkt'.

Van Ischa Meijers radio-therapeut Isaac Weiszkopf heeft ie nooit gehoord. Als bij Sigmund dus een stomme trut gaat denken dat ze een superwijf is herhaalt de geschiedenis zich eenvoudig blind.
Er blijven raadselen, ook voor hemzelf. Waarom het rechterbrillenglas van Sigmund zwart is werd bijvoorbeeld nooit opgehelderd. ‘De psychiater ziet geen diepte.’
Als ik vraag naar de reacties op Sigmunds vrouwonvriendelijkheid komt De Wit met een verbazende vaststelling. Vrouwen vinden de seksuele grofheden van de kleine psychiater meestal leuk, terwijl mannen er bezwaren tegen hebben. Voorbeeld: als een vrouw hem zegt dat hij 'niet geschikt is voor een lange relatie' antwoordt ie unverfroren: 'Er is een hoer waar ik al vijf jaar elke week kom'.
De Sigmund-bundels gaan over Vrouwen, Kinderen, Managers, Vakantie. Maar over Mannen is er geen. Hoe komt dat? De Wit weet het ook niet. Lastig geval, de man.

Laatste nieuws zijn 'Burka babes' ontstaan in 2005 komen nu ook in een Spaanse krant. De boodschap? Vrouwen blijven vrouwen.
Zegt de ene Burka tegen de andere: 'Geloof is toch eigenlijk meer een mannending.'

 

 

Tags: 
Peter de Wit
Beluister fragment

Sigmund (1)

Elke ochtend brengt De Volkskrant (met wat geluk) Gummbah en (altijd) Sigmund.Morgen ga ik op bezoek bij Peter de Wit, de tekenaar wiens kleine psychiater nu 15 jaar bestaat.

Veel te vragen. Bijvoorbeeld of hij ooit de radiopsychiater prof. Weiszkopf van Ischa Meijer heeft beluisterd: 'Meine Name ist Weiszkopf. Ich bin Psychoanalytiker. Ik maak dat Menschen die denken dat zij ziek zijn wieder gaan denken dat zij gesund zijn....'.
Weiszkopf stierf met Ischa, in 1995. Sigmund leeft. In hun methode hebben ze veel gemeen: ze zeggen de waarheid, over onderwerpen waarover veel gelogen wordt. Het welbevinden, het huwelijk, de kinderen - en dezer dagen de vakantie. 
Sigmunds adviezen eindigen vaak met een gebroken brilleglas en niet zelden is op het laatste plaatje de stoel tegenover die van de therapeut leeg.
Zijn vrouwbeeld (denk ik): de vrouw wil groots en meeslepend leven. Zijn manbeeld: de man wil geen gedonder.
Sigmund zelf wordt door vrouwen bijna altijd afgewezen. Hij is niet voor niks klein, brildragend en kaal.
Ik wil ook graag iets weten over De Wits documentatie. Hij is bv. een meester in het afbeelden van eigentijdse vrouwenkleding, weet precies wat er op scholen en in supermarkten aan de hand is. Later meer.

Nederland volgens Sigmund’ In Het Nederlands Stripmuseum Groningen (Westerhaven 71) tot en met 27 september 2009.

Snijders in Eik & Linde op 13 december 2008

Bordeaux met ijs (2)

MIjn bedoeling was het gesprek dat Ischa Meijer in december 1992 met A.L.Snijders had hier onmiddellijk hoorbaar te maken. Het heeft even geduurd. Dankzij radio-archivaris Nienke Feis is het er nu. Intussen noteerde Snijders op 16 december wat hem de avond van de dertiende overkwam. Onder het kopje ''Spiegel''.

Ik ben in Amsterdam in café Eik en Linde. Vroeger werden hier in het bovenzaaltje radio-uitzendingen gemaakt. Ik ben er in 1992 geïnterviewd door Ischa Meijer. Hij vroeg waarom ik zo de pest had aan Amsterdammers. 'Vanwege hun arrogantie, vanwege de vanzelfsprekendheid waarmee ze de rest van het land kleineren en negeren, en vanwege hun onweerstaanbare humor'.Ik ben in Eik en Linde om iets voor te lezen. Langs de muren en aan de bar hangen en zitten de benevelde habitués, in het midden staan de mensen die ik heb uitgenodigd. Ik lees voor, maar alleen mijn eigen mensen zijn stil, de dronkaards blijven kaarten en schreeuwen en leveren commentaar. Een vrouw roept honend: 'Al die aandacht voor één man!' (Dit is trouwens humor waar ik om lachen moet.)Als de avond voorbij is en ik mijn auto opzoek in een zijstraat, zie ik scherven op straat liggen. Mijn buitenspiegel is met een zwaar voorwerp vermorzeld. Ik tape de resten aan elkaar tegen zwabbering en verlies, en rijd over de A1 naar huis. Het mist behoorlijk, ik moet langzaam rijden.Ik kan de vandaal wel begrijpen, het vernielen geeft grote bevrediging. Hij moet de hele dag horloges maken, hij zit geconcentreerd met zeer fijne instrumenten te werken, een vergrootglas in zijn oog, hij vermoedt dat zijn vrouw niet meer van hem houdt, hij vreest dat Ajax onder Feijenoord zal eindigen in de competitie, hij ziet dat zijn kinderen geen belangstelling hebben voor Kafka en Gogol, ze spelen alleen computerspelletjes. Hij kan er niet tegen dat de poolkappen smelten en dat er bijna geen volwassen kabeljauw meer in de Noordzee zwemt. 's Avonds loopt hij door de stad, hij is een gevoelige man, hij houdt van de natuur, in de zomer zet hij zijn tent op aan de bosrand van een natuurcamping waar geen elektriciteit is en waar alleen pompwater gebruikt wordt.Soms wordt zijn aandacht getrokken door de uitbundige spiegel van een glimmende auto, het is dan altijd na twaalven. Hij slaat erop los met grote kalmte, eigenlijk met een soort spijt. Daarna gaat hij slapen, het duurt weken voor hij weer opgeladen is. Misschien ben ik wel langs zijn anonieme huis gereden, misschien woont hij wel aan de uitvalsweg.De volgende dag laat ik een nieuwe spiegel op de auto zetten, kosten E 119. De monteur zegt dat het veel duurder zou zijn geweest als het fijne bewegingsmechaniek beschadigd was. Hij zegt ook dat ik beter niet meer naar Amsterdam kan gaan. Maar ik denk dat de horlogemaker ook in Zutphen of Deventer kan wonen.

Tags: 
Ischa Meijer igm. A.L.Snijders op 27-12-1992
Beluister fragment
A.L.Snijders signeert. Eik & Linde 13 december 2008

Bordeaux met ijs (1)

Heet de nieuwe bundel zeer korte verhalen van A.L.Snijders, die vanavond werd gedoopt in café Eik & Linde in Amsterdam. Het zelfde café waar Snijders bij het verschijnen van zijn eerste bundels werd geïnterviewd door Ischa Meijer. Datum 27 december 1992.Die - heel vermakelijke - opname was daar te horen en verschijnt komende week in Avondlog. Onderstaand zkv kreeg ik per mail op vrijdag 7 november 2008 om 1:21:

'Ik ben symboolblind. Als de priester zegt dat de wijn het bloed van Jezus is, moet ik lachen. En ik geloof hem ook niet als hij beweert dat het ouweltje het lichaam van Jezus is. Ik houd niet van gelaagdheid, ik heb genoeg aan de werkelijkheid. Op de boot die in de nacht door de haven van Rotterdam vaart, leg ik uit dat mijn verhalen geen lagen hebben, enkel oppervlak. Ze zijn wat ze zijn. Een paar dagen later vertel ik dat nog een keer in de bibliotheek van Emmen. Ik heb een kleine theorie. In onze christelijke cultuur zijn niet alleen Connie Palmen en Hans van Mierlo gelaagd opgevoed met de bloedwijn van Jezus, iedereen is vertrouwd gemaakt met het eigenlijk-gevoel. In de supermarkt doen de caissière en de mevrouw die haar boodschappen op de band zet, wat de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek wil: ze praten over 'twee vrouwen', de kleine roman van onze belangrijkste schrijver, voor deze gelegenheid gedrukt in een miljoenenoplage. De caissière zegt: 'Eigenlijk zijn het twee mannen, dat heb ik gisteren op de televisie gezien'. De lerares Nederlands die het boek uitlegt in de bibliotheek van Borculo, vertelt dat de Amstel eigenlijk de Styx is, de doodsrivier. Dat is heel goed gezien door de schrijver, want de hoofdpersoon wordt ten slotte doodgeschoten aan het eind van het boek. De vraag hoe ze dat weet, beantwoordt ze heel vertrouwelijk: ik houd van puzzelen.In deze weken van culturele concentratie heeft de symboolblinde het erg moeilijk.'

Tags: 

Gelukkige doden (3)

Dat er mensen zijn met talent voor doodzijn lijkt me onmiskenbaar. Bij hun leven zie je het al. Ze ontwikkelen iets voldongens, ontstijgen het ogenblik. Je ziet ze ook als ze er niet zijn. De dood wordt dan een kleine stap. Ze zijn er. Maar niet steeds, en niet op afroep.Zoals een blinde alleen een dak heeft als het regent en een grintpad in zijn tuin als er iemand over loopt. Sommigen verdwijnen met een vloek, zonder een spoor achter te laten. Was mijn vader zo iemand? Ik zie hem nooit.

Op de bouwrijpe moddervlakte waar de Stopera moet komen staat een tent. In één ervan treedt Dick Swidde op. Hij zingt zijn Duitse liedjes, vooral die van Friedrich Holländer. Van bladmuziek die hij uit zijn jeugd bewaard heeft, met piano en vioolbegeleiding: 'Bleibe bei mir' en 'Johnny wenn du Geburtstag hast'. Rond de zingende Boze Buurman neemt het publiek -niet toevallig- een brede kring niemandsland in acht. Wie herinnert zich niet Ja Zuster, Nee Zuster. Daar zit hij, op een barkruk, de zoon van de kachelsmid uit Purmerend, die de moeder van Fien de la Mar nog heeft zien optreden als Die tolle Lola, door een kier in een houten schouwburg. Hij draagt zijn pet met pompoen en de broek, die hij zelf heeft uitgelegd. Twee rode, V-vormige stukken zijn van achteren onder de broekband ingezet, in het grijs. Stoelen matten kan hij ook, als het moet.Opeens komt uit het publiek een klein negerjongetje op hem toe. Ik hou m'n hart vast. Ik ken zijn idee van kinderen: 'Het zijn krengen, dat weet ik want ik ben er zelf een geweest.' Dit jongetje bemerkt te laat dat het een grens overschrijdt. 'Zo kind,' zegt Dick op een toon waar een immense dreiging van uitgaat. 'Ga jij maar weer gauw naar je moe.'Het jongetje deinst terug of het de duivel heeft gezien. Ik ga Dick ophalen op het Suikerhofje aan de Prinsengracht. Hier, in de bedstee, heeft hij zijn moeder verpleegd, tot het eind. Een laatste blik in de spiegel, 'handjes wassen, tandjes plakken' en dan gaan we Ischa Meijer ophalen. Ischa bewondert Dick mateloos, vraagt hem het hemd van het lijf. Het is 'meneer Swidde' voor en na. Ze staan vanavond allebei in 'Hoorspel' van Peter Handke. In mijn Renault 4 rijden we naar Hilversum. Halverwege zegt Ischa: 'Kunnen we niet ergens iets te eten te halen?' Er is nog tijd, ik rijd Weesp in , we trekken frikadellen en een bamibal.'Maar kind, moet je nou nog meer eten,' zegt Swidde, 'je bent al zo dik.'