Lucas Cranach der Ältere (3)

 Kenneth Clark maakte in zijn klassieke boek 'The Nude' (1956) het onderscheid tussen bloot en naakt: naakt is bloot waaraan een vorm is gegeven.

 Dat heeft vaak tot levenloosheid geleid. Bij Cranach niet. Zijn naakten leven door wat hij ze uit het bloot meegaf: rare tenen of een zeer groot oor bij Venus. Terwijl de Italiaanse Renaissance van zijn dagen juist gedragscodes kende voor vrouwenbenen, met vaste posities.
Bij Cranach bereikt het gotische vrouwenlichaam z'n apotheose. Het laat-Middeleeuwse lichaam met z'n smalle schouders en grote, ovale buik, lange slanke benen, smalle taille, kleine borsten en golvende contouren.

 Gek, zegt Clark, het heeft tot vandaag aan schoonheid niets verloren. Hij noemt Cranach de patroonheilige van alle modeontwerpers. En somt de attributen op die hij schildert: halsbanden, gordels, de flinterdunne draperieën om de vrouwenlichamen, in schijn om te bedekken, maar met het omgekeerde, fluwelige effect.
Venus, naakt, maar  met een enorme hoed.
Ik dacht aan Randy Newmans 'You can keep your hat on'.  

Harry Mulisch en Het Ene

 In 1984 deed Harry Mulisch de Huizinga-lezing, over het onderwerp 'Het ene'. Hij zette zijn eigen 'unifying theory' uiteen in de Leidse Pieterskerk.Wij, de VPRO-radio zonden de speech uit.

 En en week later ook een discussie waarin Harry zijn theorie verdedigde tegenover een groepje wetenschappers, waaronder de bioloog Dick Hillenius, de sterrenkundige H.C. van de Hulst en de filosoof Fons Elders. Gespreksleider was Max Pam.
Het werd een verbluffende uitzending. Enigszins meewarig bespraken de geleerden Harry's stellingen.
'Ja vroeger werd er in de wetenschap wel zo gedacht,' hoor ik er één nog zeggen. 'Maar dat is wel erg lang geleden hoor.'
Aan het slot was Mulisch de deemoedigheid zelf.
'Een schrijver mag toch wel bellen blazen?' vroeg hij.
'Natuurlijk,' zeiden de geleerden, 'natuurlijk mag een schrijver dat.'

 Radio Archivaris Nienke Feis spoorde de lezing en de - nogal ontluisterende, en ongewild komische - discussie op.
Beluister ze op VPRO's radioarchief, waar nog veel meer Mulischiana te horen zijn.
 

Venus met Amor als gestoken honingdief bij Cranach in 1531

Lucas Cranach der Ältere (2)

Hoe het vrouwelijk naakt terecht kwam in het Noorden, in de jaren rond 1500. En hoe het begon te leven.

Ik lees erover in de catalogus bij de Brusselse tentoonstelling. De wat oudere Dürer (die in Italië geweest was) en de wat jongere Cranach in Wittenberg weken af van de klassieke praktijk.
Cranachs Venus uit 1531, in de lichaamsbedekkende maar vrijwel onzichtbare sluiering, was een uitwerking van een houtsnede uit 1508.
Haar zoontje Cupido flankeert haar als aangeslagen 'honingdief'. Naar het Griekse verhaal van Theokritos (3e eeuw vChr.), leer ik.
'Liefde is als honing zo zoet,' zegt Venus, 'maar bijen steken. Net als jij met je pijlen.'

Een motief dat grappig genoeg terugkeert bij de zwarte blueszangers uit de jaren '50.
Maar dan omgekeerd. In 'I'm a kingbee' van Slim Harpo - door Mick Jagger gepikt - is de zanger de bij geworden, die rond het huis van het meisje zoemt. Hij maakt honing, maar steken doet ie ook. 
Vrijdag in de Avonden meer.

en deze is van 31 oktober 2010
op 31 oktober 2006 maakte ik deze foto's

Beeld (2)

In Brussel stond ik weer op het plein voor de Muntschouwburg.Net aangekomen, toch even kijken naar het onvoltooide beeld van het liefdespaar. Het staat er al jaren.

Maar het was verdwenen. Kijk, hier stond het.
Wat? Een blok steen, waaruit gedeelten van een verstrengeld paar oprezen. Beter bewijs dat er in een blok steen een beeldhouwwerk verscholen zit ken ik niet. Het zag eruit of de beeldhouwer in zijn werk gestoord was, weggelopen en niet weergekeerd.
Zoiets was bij mijn herinnering ook gebeurd.
Eens - het moet geweest zijn voor de Balkanoorlogen - zat hier elke dag een Servische of Kroatische beeldhouwer te werken, die leefde van wat toeristen als ik in zijn hoed gooiden. 
Een zomer later zag ik hem niet meer. Het beeld bleef staan, onaf, jaar in jaar uit.
En nu? Een voetstuk, zonder een enkele aanduiding. En een schoonmaker die geen idee heeft.
Mijn vermoeden: de twee hebben zich weer teruggetrokken in hun steen. En dan verdwijnt zo'n steen.
 

Snijders in café Eik en Linde in Amsterdam

A.L.Snijders

'A.L.Snijders heeft de Constantijn Huygensprijs gewonnen' lees ik alom. Ik ben blij, ik feliciteer hem. Hij heeft zijn korte verhalen vele jaren voorgedragen in radioprogramma's die ik maakte.

Maar nu gebeurt wat ik had kunnen voorzien: ik word heel even A.L.Snijders, eens leraar Nederlands aan de politieschool in Lochem. En ik schrijf: "Tegenwoordig is het de gewoonte te zeggen dat een schrijver een literaire prijs 'heeft gewonnen'."
Alsof het om een hardloopwedstrijd ging.
Ik herinner me de tijd dat zulke prijzen werden 'toegekend'. Door een deskundige jury, niet onder leiding van een politicus. En niet in de openbaarheid gebracht door een joelende presentator die de spanning er tot het laatste moment in wil houden, want natuurlijk zijn er genomineerden. Er zijn altijd genomineerden.
Behalve bij de Constantijn Huygensprijs. Het is een ouderwetse, degelijke onderscheiding. Het wedstrijdelement ontbreekt.
De prijs valt zomaar uit de lucht. Hij wordt op zekere dag toegekend. Wegens verdiensten voor de letterkunde.
 

Tags: 
beeld uit de film
de catalogus: maar er valt niets uit te leggen...

Francis Alÿs (2)

Woorden vernielen meer dan je lief is. Vooral in beeldende kunst.

Wie kunst probeert uit te leggen waagt zich al te vaak aan iets als het uitleggen van een grap. Niet nodig. De voorstelling, spreekt als hij goed is voor zichzelf. Neem deze 'Paradox of praxis' uit 1997. De titel is al verkeerd. Dat het om een paradox gaat concludeert de beschouwer zelf wel.
Een film van vijf minuten in Mexico City. De kunstenaar duwt een ijsblok voort zoals er in die stad honderden per dag worden verkocht en voortgeduwd over straat. Alleen, dit blok wordt net zo lang voortgeduwd tot het zo groot als een tennisbal is geworden, waarmee Alys langs de straat voetbalt.
Een ontroerend filmpje.
Tot je de tekst leest die Alÿs over zijn werk schreef: '(...) Door het absurde en soms onbetamelijke van de poëtische handeling veroorzaakt kunst een moment van opgeheven betekenis, een gevoel van onzinnigheid dat de absurditeit van de situatie aan het licht kan brengen.' Enzovoorts.
Aldus Francis Alÿs (Antwerpen 1959) in het jaar 2008.
Ga naar Wiels, maar koop de catalogus niet. 
 

Tags: 
met een nogal kleine kwast..
Alÿs schildert

Francis Alÿs (1)

Een uitzicht tot ver voorbij Brussel.Vanmorgen zag ik, bovenin de voormalige brouwerij Wiels, de grote expositie van Alÿs 'A story of deception'.

Hij heeft lange tijd in Mexico gewerkt, ook elders in Latijns Amerika, in Israel, waar niet. Hij maakt films en foto's, maar ook voorwerpen. En miniatuurschilderijtjes in volmaakt Middeleeuwse stijl.
Ze zeggen dat bij hem 'poëzie en politiek elkaar ontmoeten'.
Hm... Later meer. Nu als introductie hoe hij een streep op de weg schildert. Met een nogal kleine kwast. Schilderen blijft schilderen. 
Dat leerde ik eens van Wim T.Schippers.
Een vriend belde hem, kreeg Ellen aan de lijn en hoorde dat Wim niet gestoord kon worden.
'Hij is een raamkozijn aan het schilderen.'
'Dan bel ik zo wel even terug.'
Er werd hem gezegd dat hij geduld zou moeten oefenen.  
'Wim schildert dat kozijn met een marterharen penseeltje.'
 

Tags: 
Judith met het hoofd van Holofernes (ca. 1530)

Lucas Cranach der Ältere

 Cranach (1472-1553) staat in eenzelfde reuk als Kees van Dongen of Gerard Fieret. Een meisjesman. Met een voorkeur voor heldinnen en verleidsters.

 Zijn grote onderwerp was de bedrieglijkheid van de vrouw, hare verleidingskunsten en de sukkels die eraan ten prooi vielen: Batseba, Suzanna, Delilah, Salome. Tegelijk ontkwam hij niet aan het afbeelden van deugdzamen als Lucretia, Judith of de dochters van Lot. Maar ook die waren vaak geslepen.
De bijbel vertelt hun verhalen. Hij bracht ze in beeld.
Altijd even mooi, even vastberaden.
Zodat het eigenlijk niet uitmaakt wat ze uitspoken.   
Hier in Brussel in het Paleis voor de Schone kunsten zag ik ze. En viel voor ze, deugdzaam of slecht. Schoonheid wint altijd.
 

Fieret
het truitje, de blik

Gerard Fieret (1)

Er is een tweede boek verschenen met werk van deze Haagse fotograaf: 'Untitled 1965-1975'. De zwartwitte jaren van de eerste minirokken en panties, van touperen en haarlak, van spijkerbroek en 100% polyester truitje en van de grove korrel.

Te krijgen in het Haagse Fotomuseum bij 'Het onvermoeibaar epos' van de excentrieke fotografen Gerard Fieret (1924-2009), de Tsjech Miroslav Tichý (1926) en Anton Heyboer (1924-2005).
Alledrie wat morsig, en bezeten in de weer hun onderwerp, vrouwen, vast te leggen.
Autobiografieën in foto's.
Met het resultaat gingen ze achteloos om, dat moest ongepolijst blijven, vlekken, over- en onderbelichting hoorden erbij. Muizenvraat ook.
Wat maakt vooral Fieret zo goed?
Hij bereikt een ongekende nabijheid. Zijn vrouwen worden aanraakbaar, vooral doordat hij zo kennelijk het vertrouwen van z'n modellen won. De blikken die ze naar de fotograaf werpen zijn zo sprekend dat je je steeds afvraagt hoe hij zijn camera hun leven binnenkletste.
Fieret kwam van de Haagse Academie en was wezenlijk een 'nette jongen' die de oversteek maakte van het zand naar het veen - als voor hem zovelen - op zoek naar de directheid van de 'lower class', die in die jaren ver voorop liep in mode en muziek.
Zo Haags ook. In de Hofstad zijn altijd nette meneren geweest die iets ondernamen met meisjes uit het volk.
Bij Fieret is het altijd kermis. Vanavond na 22.00 in de Avonden meer.
 

Arnon Grunberg vanavond in Amsterdam

Huid en haar

Vanavond werd de Nederlandse doop van Arnon Grunbergs roman 'Huid en haar' bezegeld met een pinpongtoernooi.

Meer dan dertig ongeoefende mensen speelden een toernooi, in een sportzaaltje aan zes tafels van de Tafeltennisvereniging Amsterdam '78 aan de Schoolstraat.
De uitnodiging zei onder meer:
� Geen schoenen met zwarte zolen! Eveneens geen hoge hakken en andere afwijkende schoenzolen. Er kan op sokken worden getafeltennist.
� Sportkleding / gemakkelijk zittende kleding is aan te bevelen.
� Wees svp op tijd aanwezig.

Ik had geen gymnastiekbroekje bij me, de meeste heren, waaronder Arnon, wel. Pas toen ik al die mannenbenen zag ging me een licht op: 'Huid en haar'.

Tags: 

Pagina's