Het wordt wat koud. De dagen zijn van glas,
gewapend glas en Seroxat. Zocht ik
een woord voor alles waar geen woord voor is,
ik geef het op. Je bent een zak, een zak
ben je dat je ook nu weer dicht. En jij,
mijn pik, wat hebben we vandaag verricht?
Ik wil geen weemoed die niks kost, kom op,
je slaapt al dagen in mijn broek, zo moe
van wie je ziedend van je zaad ontdoet.
Geen hoop, geen zin, geen bedvriendin. En naakt
als water sliert wat heupwerk door mijn hoofd.
Oktober. Veertig en geen bed werkt over.
Ooit wist je alles van genot. Iets met
voltage, wijsheid - ach mijn sleutel tot.
En hij besluit: 'Stevige woorden. Beschamend ook. Ik weet niet eens of ik dit wel onder mijn eigen naam durf te publiceren. En citeert Philip Larkin: 'Deprivation is for me what daffodils were for Wordsworth'.