Lucas Cranach der Ältere (4)

 Neem het schaamhaar. Sinds de oudheid werd het bij vrouwen geschoren, bij mannen niet. Dat bleef eeuwenlang de code.

 Hadden vrouwen toch zichtbaar schaamhaar dan was dat spannend, sinister - denk ook aan okselhaar. Het in vlechten gebonden, vaak met edelstenen versierde hoofdhaar was één wereld, vrij groeiend schaamhaar een andere. Cranach schildert het met een fijn penseel, haar na haar.  
Exploreert de spanning tussen gekleed en ongekleed. Op de grens vind je de voor hem kenmerkende doorschijnende draperieën om de naakte lichamen. 
Je ziet ze ook bij Hans Baldung Grien, bij Holbein. En ik blijf zitten met vragen: bedacht de schilder dit? of bestond die doorschijnende stof echt?

 Hoe overleefde het naakte lichaam de middeleeuwen, het vroege Christendom? Eeuwenlang heerste de geest over het lichaam, was het veroordelen van vrouwen en het vrouwenlichaam gangbaar en schoonheid taboe.
Maar de bijbel vertelde van Adam en Eva, van het laatste oordeel. En de roep naar afbeeldingen van het naakt kwam onherroepelijk. Weldra volgden de heiligen en de godinnen van de Olympus.
 

Tags: