poison (2009)

Cecily Brown (2)

‘Based on a true story’ heet de tentoonstelling van Cecily Brown in GEM. Waarmee je halsoverkop in haar werk terecht komt. ‘Een waar verhaal' is immers een innerlijke tegenspraak.

Ze schildert met weinig verf, op grof linnen, ze poetst niet, alles in ene keer. Met je neus er bovenop gaan staan, in het GEM, dat eerst. En dan jezelf uitzoomen. En weer terug. En weer heen. Van oog naar geest.
Je ontdekt raadselachtige verbanden tussen kijkafstand en suggestie. Drentel door de ruimte. Het schilderij verandert bij elk stap.
Al lopend hoop je meer te begrijpen, maar zo
makkelijk is Cecily Brown niet te vangen.
Wat o wat overtuigt ons oog?
Lees het stuk in de catalogus van Angus Cook. Hij haalt weer Edgar Degas aan, die zei: 'Een schilderij heeft een beetje mysterie nodig, en net zoveel vaagheid.'
 

why are there people like Frank in the world (2008/2009)

Cecily Brown (1)

Of we nu willen of niet, we moeten 'er iets in zien'. Wat? Gezichten, gestalten, een landschap met een horizon en iets op de voorgrond. Zo kijken mensen. Ga naar de Cecily Brown-tentoonstelling in het Haagse GEM en speel haar kijkspel.

Het brein verdraagt geen losse eindjes, wil een verhaal maken van wat het overkomt.
Wat betekenisloos lijkt krijgt zo betekenis. Daarom moest het verkeersbord op de brug bij Gorkum waar ik jaren bij avond langskwam een man worden die me een teken gaf. Telkens weer.
Het verhaal wint het van de werkelijkheid, altijd. In beeldende kunst zo goed als in literatuur. Gezichten zullen we zien, gestalten. De vijand kan overal zijn.
Cecily Brown noemt als haar favoriete schilder Edgar Degas.
Toen hem gevraagd werd of zijn landschappen stemmingen weergaven zei hij 'niet zo prentieus, het zijn verschijningsvormen van het zien'.
Morgen verder.
 

vanmiddag aan het wad

Jelle Leenes (3)

Vanmiddag stond ik met Jelle op de dijk nabij zijn woonplaats Kloosterburen - inderdaad vlak bij het Lauwersmeer. Als je Nederland ergens kunt ruiken dan toch aan het wad.

Zeelucht heeft de naam fris en gezond te zijn. Maar bestaat behalve uit zout grotendeels uit bacteriële uitwerpselen en rottenis van dode zeedieren. Je ruikt daar aan het wad ook blubber, een mengsel van vochtig veen, klei en godweetwat.
Een lucht die diep landinwaarts geblazen wordt.
'Zo ruikt het alleen in Nederland,' zegt Jelle. 'Expats snakken ernaar. Geur is emotie.'
En: 'Zet voor de grap eens een glaasje zeewater thuis op tafel. Na een paar uur merk je, het stinkt.' 

Morgen na tienen zijn we te horen in de Avonden

Jelle Leenes
Beluister fragment
de omslagtekening

Natte hond

Hans Kloos zag in Avondlog van zaterdag hoe Jelle Leenes hem citeerde, uit de strip 'Retour', die hij maakte samen met tekenaar Witte Wartena en die zich afspeelt in Amsterdam en Rotterdam, maar:

Maar, dacht ik toen ik het las, volgens mij heb ik net iets anders geschreven. Natte hond en stoffig sluiten elkaar bijna altijd uit in mijn neus en ik zou het gedachtestreepje niet zo gebruiken:

"De geur van deze stad is anders, daar had ze wel gelijk in.
'Amsterdam ruikt naar een hond die net uit een gracht is gekropen. Hier proef je ook iets waterigs, maar er zit meer stof in en iets dikkigs als van olie. Het kraanwater hier smaakt trouwens ook stoffig.'
In winkelstraten stond ze vaak te snuiven bij de ingang van kledingzaken, boekwinkels, drogisterijen en groentezaken. Beviel de geur haar niet, dan ging ze niet naar binnen, zelfs al had ze iets in de etalage gezien wat ze wel eens nader wou bekijken. (...)"
 

de Madeleine uit Commercy (Lotharingen), met het visschelpmotiefje

Jelle Leenes (2)

Nuja die feromonen, een mooi verhaal, maar in geurland staat zo weinig vast. Jelle Leenes drijft me de herinnering in. Dat komt goed uit, want ik heb koorts. Koorts herinnert beter, vermoed ik.

Het cakeje van Proust, de Madeleine uit Commercy, dat - heel gericht - zomaar herinneringen opriep is maar één variant. Vaak komt een geur je bekend voor, maar roept ie alleen een sterk gevoel van geluk of gevaar op, terwijl de bijbehorende herinnering ontbreekt. Vers brood, pas gemaaid gras, creosoot.   
Met Gerard Reve telefoneerde ik - hij zat in Frankrijk - eens langdurig over het celluloid dat vroeger op fietssturen zat - voordat daar chroom voor werd gebruikt. Glad en hard, met een fraai krinkelend ribbeltjesmotief.
Gerard en ik bleken beiden als jongen te hebben ontdekt dat celluloid zeer brandbaar is. Een lucifer en het stuur van buurmans fiets stond in lichterlaaie.
'Het leek wel zo'n brandend kruis van de Ku-Klux-Klan.'
'Verdomd, dat leek het. Een vlammend fietsstuur! En stinken..'.
'Er kwamen grote zwarte rookwolken vanaf.'
Zo belandde hij in Betondorp en ik in de Heeckerenlaan in Zutphen. 
 

Francis Kurkdjian snuift

Jelle Leenes (1)

Schreef een boek over geur in Nederland, dat hij Hollandse luchten noemde. Steden komen uitvoerig aan bod in zijn geurbijbel. Zo citeert hij Hans Kloos die een vrouw in zijn verhaal Retour laat zeggen 'Amsterdam ruikt naar natte hond - naar stoffig water'.

Parfumeur Francis Kurkdjian van Armani en Lancôme schreef in Esquire dat hij 'bijna geil' werd van de lucht van de stad. Vooral de omgeving van het Centraal Station wond hem op. De nabijheid van de Wallen? Hm, de zwoele stront van de onuitroeibare stationsspreeuwen lijkt eerder een bron.
Iedere stad heeft een geursignalement. Lastig exact te worden over geur. Het ontbreekt ons aan woorden.
En, geuren verdwijnen. 
In de woorden van Marente de Moor zijn Nederlanders van nu 'verlamd door geurloosheid'. Bedrijven en ziekenhuizen 'hanteren een geurloos beleid'.
En, op lichaamsgeuren rust een taboe. Terwijl feromonen ons toch leiden bij partnerkeuze.
Dinsdag ga ik ruiken bij Jelle thuis nabij Kloosterburen
 

4'33"

 Veel gelezen over 4'33", de beroemdste compositie van John Cage, nooit zag en hoorde ik hem uitgevoerd. Maar nu: geen beter bewijs dat alle zintuigen voortdurend samenwerken.

 Spreker, gespeeld door Tino Haenen, neemt plaats achter de tafel. In zijn hand de partituur van Cage, gedrukt op muziekpapier, in klassiek geletterd omslag. Een microfoon staat klaar, waarvan de kabel voert naar een versterker. Ernaast een fles mineraalwater en een glas.
Spreker legt z'n partituur neer. Dan is hij begonnen. Maar waarmee? Hij zwijgt. Na een periode van gewenning vertraagt voelbaar de tijd, het lichaam van de spreker, zijn bruine schoenen en gekruiste benen onder de tafel vragen aandacht. Zijn niet-spreken begint een uitwerking van 'diepte' te krijgen. Zoals je onderwater zwemmend opeens in een peilloze diepte omlaag kunt staren.
Spreker neemt een slokje, wat m'n concentratie breekt. Maar die keert terug. Ideaal, iemand die niet spreekt. Dit zouden mensen vaker moeten doen, niet-spreken.
Een laatkomer maakt deurgeluid dat zich logisch voegt in de stilte. Niemand heeft totnutoe gekucht. Hoe lang is het stil?
Geen idee. De tijd is weg.
 

Achterkant

Waar ik woon zie je 's zomers achter het huis een muur van bomen. De huisachterkanten van de volgende straat worden pas in de herfst geleidelijk zichtbaar.

Nu is het zover.
Kale takken, zich onthullende achtergevels met gordijnloze ramen. Zodat je zicht krijgt op de levens die daar geleefd worden. Een vrouw droogt af in een keuken. Een man pakt de krant. Een enkel tv-toestel staat aan.
Waarom deze verre interieurs zo tot me spreken weet ik niet.
Ik kan me met een vrouw die tegenover me in de trein zit een heel huwelijksleven voorstellen, tot in de kleinste bijzonderheden. 
Dat abrupt eindigt als ze uitstapt.
 

Menno Wigman (4)

 Het was Louis Lehmann, die geen onderscheid wilde maken tussen dichters en schrijvers: 'Ze schrijven toch allebei.'

 Vanwaar dan toch dat woord, dat ieder kent: 'dichter'. Zit het hem in de zo onthoudbare, compacte vorm? Zeker toch ook in de mythe. Want dichters hebben een afspraak met de eeuwigheid. Is dat het wat vrouwen aantrekt?
Samen met Menno Wigman ging ik gisteravond de straat op, om een boodschap.
Het extreme kwam voorbij, de kater, de koorts, de waanzin, de dood die eind 19de-eeuwse Franse decadenten als Baudelaire, Rimbaud, Mallarmé omhelsden. Menno leefde van jongsaf met ze. Op zijn zeventiende stond hij op gespannen voet met de werkelijkheid.
En nog beperkt hij het bezoek aan de supermarkt tot het uiterste. Een dichter die een boodschap doet, het blijft wat anders. Dichter. Je bent het maar en paar uur per dag, zegt hij. Je houdt het stil, als was het een besmettelijke ziekte. Ook omdat je weet dat onverbiddelijk de vraag volgt: 'waar leef je dan van?'
 

Floris van Manen

Floris van Manen (3)

Bericht dat er - na acht jaar - een vervolg is verschenen van de CD 'Music for large Mountain and Vibraphone'. De opnamen zijn van 2006. Afgelopen vier jaar is gewerkt aan het resultaat.

Floris schrijft: 'Zochten we bij de eerste CD een grens waar geluid overgaat in muziek, nu lijkt de vraag waar de muziek oplost in klank. Waarbij de klinkende en resonerende eigenschappen van zowel de kwarttoon marimba als het imponerende gebouw van de Oslo Town Hall als gelijkwaardig worden gehoord.'

De Grote Berg en de Vibrafoon zullen me heugen. Een vibrafoon nam het op tegen het weer in de bergen.
Nu ontving ik de CD 'Listening Ahead', wat niet gehoeven had, een gratis mp3 versie is beschikbaar via de site van Floris. Hier zijn het de.marimba en een monumentaal gebouw.  
Het cover zegt 'Marimba & Town Hall' - Listening Ahead nr. 0779 '.
Luisterbevindingen (is een Sennheiser HD 201 okee?) volgen.
 

Pagina's