[Andante] con moto

 Heet het buitengewoon mooie I.M. dat Hans Kloos op 30 maart 2015 in Tijdschrift Terras schreef voor Tomas Tranströmer (1931-2015). Met om. de regels:

 waarin je van ons

 deuren maakte halfgeopend

 naar een kamer voor iedereen

die aan een schilderij van Vilhelm Hammershoi doen denken:

 Je was jezelf al eens kwijtgeraakt / achter in een auto / een hellemoment lang tastend naar je naam

 en er lekte iets / dat naar vlees en vrijheid rook / in je regels, halfklare hemels

 waarin je van ons / deuren maakte halfgeopend / naar een kamer voor iedereen

 - bij jou groeide het licht / net als ons haar, waren de muren / van Schubert, werden ramen

 ogen, begonnen alle dingen / om zich heen te kijken / en niets bleef dicht

 zelfs wat leeg was / leerde je fluisteren / dat het open is

 maar nu het donker / jou heeft opgedronken / lopen onze ogen vol zwart

 zitten wij hier in jouw kamer / met violen zonder snaren / in onze dove handen

 sijpelt de mogelijkheid / dat wij heel zullen blijven / terwijl jij keer op keer

 dwars door ons heen rolt 

Francis Kurkdjian snuift

Jelle Leenes (1)

Schreef een boek over geur in Nederland, dat hij Hollandse luchten noemde. Steden komen uitvoerig aan bod in zijn geurbijbel. Zo citeert hij Hans Kloos die een vrouw in zijn verhaal Retour laat zeggen 'Amsterdam ruikt naar natte hond - naar stoffig water'.

Parfumeur Francis Kurkdjian van Armani en Lancôme schreef in Esquire dat hij 'bijna geil' werd van de lucht van de stad. Vooral de omgeving van het Centraal Station wond hem op. De nabijheid van de Wallen? Hm, de zwoele stront van de onuitroeibare stationsspreeuwen lijkt eerder een bron.
Iedere stad heeft een geursignalement. Lastig exact te worden over geur. Het ontbreekt ons aan woorden.
En, geuren verdwijnen. 
In de woorden van Marente de Moor zijn Nederlanders van nu 'verlamd door geurloosheid'. Bedrijven en ziekenhuizen 'hanteren een geurloos beleid'.
En, op lichaamsgeuren rust een taboe. Terwijl feromonen ons toch leiden bij partnerkeuze.
Dinsdag ga ik ruiken bij Jelle thuis nabij Kloosterburen
 

wat is er nog te zien? (foto: Karin Hasselberg)
schoenen van Karin Hasselberg (zie haar site)

Gaten graven

 Hans Kloos schrijft: "Ik moest bij de gaten meteen denken aan het titelverhaal uit de bundel The Noise From The Zoo (1991) van Janice Elliott. De New York Times beschreef het zo: 'Een man graaft een gat in een park in Londen om daarmee aan te tonen dat een daad volkomen betekenisloos kan zijn. Met als gevolg het losbarsten van een woedende Red Het Gat-demonstratie.' Een must voor elke gatenliefhebber."

 Janice Elliott (1931-1995) was een Engelse schrijfster, die haar carrière begon op de redactie van het blad 'House and garden'. Haar thema's zijn volgens Anne Barnard in de NYT 'controle en creativiteit'. Ik ga haar verhaal opsporen. Intussen blijft het graven van gaten vragen oproepen. Zou het de gatengraafster gaan om een merkteken achter te laten? Wie wel eens geprobeerd heeft op een landje iets terug te vinden dat er een jaar eerder begraven was weet dat dat moeilijk is. Veel verandert in de begroeiing, wind en regen maken de vindplaats in korte tijd onherkenbaar. Ook dat hoort er bijAchter dit alles ligt de strandkuil waarvan je met iedere schep weet dat zijn bestemming is: verdwijnen.

Linnemore Nefdt
André Thijssen
H.Rystadius

Bureaublad (6)

Andre Thijssen: 'Vanuit mijn studio twee virtuele doorzichten. Eén is de voorruit van de auto tijdens een rit door Namibië. Mijn fascinatie voor vlekken, ook op voorruiten van auto's waarin ik rijd, wordt zoveel mogelijk vastgelegd. In dit geval te pletter gevlogen insecten. Het tweede bureaubladbeeld staat in de werkkamer van mijn in Kaapstad geboren vriendin Linnemore Nefdt en is gemaakt in de vroege ochtend vanaf de eerste ferry van die dag naar Robben Island.'H.Rystadius schrijft: 'Mijn bureaublad wisselt, meestal houd ik het zwart-wit. Dat houdt afbeelding en pictogrammen fijn gescheiden. Dit is een typisch photoshopproduct. Met dat programma kun je moeiteloos een dubbelopname suggereren. Het zijn een eigen portret van de dichter Hans Kloos en een klassieke politiefoto van Weegee uit 1942. De afstand tussen Kloos' pupillen en Weegee's hoeden van de arrestanten is vrijwel identiek. En zo vormen deze twee afbeeldingen toch één nieuw beeld.

Tags: