De loop der dingen

 Ze lopen ja, en dingen zijn het ook. De klassieke instal­latie van de Zwitsers Fischli & Weiss die zo heet (1987) bracht werk van vijfentwintig kunstenaars bijeen in de Amersfoortse Kunst­hal Kade.

 Loop, dingen. Beweging. Het spel van de omvallende dominostenen tot in het oneindige. En dat terwijl kunst toch de sublieme stilsta­nd nastreeft. Waarin alle beweging wordt samengevat.

 Er begint iets. De vleugelslag van een vlinder aan de ene kant van de aarde wordt tot een orkaan aan de andere. Of sterft weg. Zo kom je aan de geheimzinnige kracht die hier overal aan het werk is: het toeval. Het bestaat, leerde ik, en zou zelfs bereken­baar zijn. Maar dan wel door een onbestaanbare computer groter dan het heelal. En zolang die er niet is spreken wij van toeval.

 Wat trekt kunstenaars naar het onvoorspelbare? Hoe zal de boterham met chocoladepasta in het glazen potje - een van de microbiotopen van Jonael van der Sloot - er over een jaar uitzien? Wanneer zullen de lampenkappen van kaarsvet van­ Hildegard Tholen in druipsculpturen ontaard zijn en tenslotte op de vloer neergekomen?

 Het blijft geblinddoekt spelen. Tegen een gek. Van wie je altijd verliest. 

 Frank Halmans gebruikt een batterij zandlopers om de tijd tot stilstand te brengen. Hij heeft ze in een glazen kast opgeborgen, die meestentijds horizontaal hangt, zodat er geen zand stroomt. Totdat opeens heel kort de kast beweegt en het zand zakt. Heel even maar. Waarna even later het omgekeerde gebeurt zodat het netto resultaat van zandverplaatsing nul blijft en de tijd getemd.

 Van het een komt het ander. Maar wat is het een en wat het ander? En hoe volgt het een uit het ander?

 Blijven kijken, is de boodschap. Als een kind naar een rups. Bijvoorbeeld naar de fascinerende landschappen van Michiel van Bakel in Jaagpad (2015). Alsof je de ogen van een vreemd insect te leen krijgt.

 John Cage vond het geluid van het verkeer al interessanter dan zijn muziek.

Mureau

 Vanmiddag in Antwerpen bij Teun de Lange, dinsdag is hij te horen in de Avonden, onder meer over zijn 'Muage', deeltje 139 in de Slibreeks.

 Muage (Music+Cage) bevat Teuns vertaling van 'Mureau', een woord-muziek compositie die John Cage samenstelde uit tekst van de 19de eeuwse anarchist Henry David Thoreau.

 Hier het laatste van de vijf delen van pakweg drie minuten  

 De hoogte van de letters geeft toonhoogte van klinkers en medeklinkers aan. De bedoeling is dat er een normale spreek­stem klinkt. De 'natuurlijke melodie van de taal'.

Tags: 

Stilte zolang dat wenselijk is

 Dat is de betekenis van het symbool boven het nieuwe deeltje in de fameuze Zeeuwse Slibreeks (nr. 139), getiteld MUAGE.

 Morgen naar Teun de Lange in Antwerpen, die het schreef. Over de taalcomposities van John Cage (1912-1992), gemaakt in z'n latere periode als stilte en achtergrondgeluiden bij Cage steeds belangrijker worden. Taal is een vorm van muziek, vond hij. En dat zie je in de partituren. Cage las/zong stukken als Mureau en Empty words zelf, met rustige stem tijdens extreem lange uitvoeringen, wat leidde tot publieksontevredenheid en zelfs eens een opstandje.

 Wat me zo voor John Cage inneemt is zijn weerzin tegen de orde die muziek luisteraar en componist oplegt. Liefst luisterde hij naar verkeersgeluid. Moeilijk uit te leggen, maar steeds vaker krijg ik een hekel aan muziek. Om z'n voorspel­baarheid. Terwijl dat juist is wat de meesten erin aantrekt.

 Teun de Lange heeft een site ingericht waar je zelf Cagiaanse ravage kunt aanrichten. Hou een microfoon bij de hand.

Tags: 

4'33"

 Veel gelezen over 4'33", de beroemdste compositie van John Cage, nooit zag en hoorde ik hem uitgevoerd. Maar nu: geen beter bewijs dat alle zintuigen voortdurend samenwerken.

 Spreker, gespeeld door Tino Haenen, neemt plaats achter de tafel. In zijn hand de partituur van Cage, gedrukt op muziekpapier, in klassiek geletterd omslag. Een microfoon staat klaar, waarvan de kabel voert naar een versterker. Ernaast een fles mineraalwater en een glas.
Spreker legt z'n partituur neer. Dan is hij begonnen. Maar waarmee? Hij zwijgt. Na een periode van gewenning vertraagt voelbaar de tijd, het lichaam van de spreker, zijn bruine schoenen en gekruiste benen onder de tafel vragen aandacht. Zijn niet-spreken begint een uitwerking van 'diepte' te krijgen. Zoals je onderwater zwemmend opeens in een peilloze diepte omlaag kunt staren.
Spreker neemt een slokje, wat m'n concentratie breekt. Maar die keert terug. Ideaal, iemand die niet spreekt. Dit zouden mensen vaker moeten doen, niet-spreken.
Een laatkomer maakt deurgeluid dat zich logisch voegt in de stilte. Niemand heeft totnutoe gekucht. Hoe lang is het stil?
Geen idee. De tijd is weg.
 

John Cage
in Schunck, de vele aanwijzingen van de componist..

John Cage (2)

 Wat is stilte? 'Een leeg glas waar elk moment iets kan worden ingeschonken'. John Cage zal wel de componist van 4 minuten en 33 seconden stilte blijven (1952).

 Daarna componeerde hij 'vanuit de stilte'. Een stilte waarin 'geluidsfrasen' verbindingen met elkaar kunnen aangaan of juist botsen, door de tijd met elkaar in aanraking komen of niet.
Maar wat is 4'33" nu eigenlijk? Geen kunstwerk of een filosofisch statement, zegt Cage. Eerder de neerslag van een ervaring.
Het de stilte tegemoet treden, aanvaarden. Daar ligt de bron van zijn muziek.

 Cage had zijn bedenkingen.
Wie naar een zaaltje gaat om vier en een halve minuut naar een pianist of en orkest te kijken dat niet speelt krijgt hooguit een reminder.
Het kan alleen uit jezelf komen. Het gaat niet om wat je doet maar om wat er met je gebeurt. Het is kortom een vorm van genade.
In 1948 sprak hij de Indiase musicologe Gita Sarabhai: 'Het doel van de muziek is om de geest te ontnuchteren en te kalmeren, waardoor hij ontvankelijk wordt voor goddelijke invloeden.'
 Kort daarna probeerde hij 'Silent prayer', een denkbeeldig stuk van louter stilte te verkopen aan de Muzak Co, voor gebruik in warenhuizen etc.. Ze namen het niet.
 

Tags: 
instructies
John Cage (1912-1992) prepareert
de Steinway in Schunck

John Cage (1)

Gisteren was ik in het Heerlense Glaspaleis Schunck om de grote John Cage-tentoonstelling te zien.

 Al in de jaren '40 vond hij dat kunst en werkelijkheid dichter bij elkaar moesten komen. Bij het componeren waren muziek, geluid en stilte voor hem gelijksoortig materiaal.
Het enige ordenende principe was de tijd.
In het begin manipuleerde hij lawaai, met percussie, zoals de Italiaanse Futuristen voor hem hadden gedaan. Hij eindigde met stilte. Met de toevallige spanning van straatgeluid.

 Toch bleef hij componist. Nam geen genoegen met de tonen van de Steinway. Zorgvuldig noteerde hij zijn manipulaties van de vleugelpiano, de plaats van de schroeven en haken die hij erinsloeg naast de snaren, wat hij onder de snaren duwde en waar. Er staat zo'n Steinway in Schunck.
Zodat het herhaalbaar zou zijn.
Maar hoe noteer je zoiets? Hoe noteer je je omgang met het toeval? Hij verzon steeds nieuwe systemen in balken (tijd) en notenschrift (klanken) om bij herhaalbaarheid in de buurt te komen.
Morgenavond na tienen in De Avonden meer.
 

Tags: