Lucas Cranach der Ältere (3)

 Kenneth Clark maakte in zijn klassieke boek 'The Nude' (1956) het onderscheid tussen bloot en naakt: naakt is bloot waaraan een vorm is gegeven.

 Dat heeft vaak tot levenloosheid geleid. Bij Cranach niet. Zijn naakten leven door wat hij ze uit het bloot meegaf: rare tenen of een zeer groot oor bij Venus. Terwijl de Italiaanse Renaissance van zijn dagen juist gedragscodes kende voor vrouwenbenen, met vaste posities.
Bij Cranach bereikt het gotische vrouwenlichaam z'n apotheose. Het laat-Middeleeuwse lichaam met z'n smalle schouders en grote, ovale buik, lange slanke benen, smalle taille, kleine borsten en golvende contouren.

 Gek, zegt Clark, het heeft tot vandaag aan schoonheid niets verloren. Hij noemt Cranach de patroonheilige van alle modeontwerpers. En somt de attributen op die hij schildert: halsbanden, gordels, de flinterdunne draperieën om de vrouwenlichamen, in schijn om te bedekken, maar met het omgekeerde, fluwelige effect.
Venus, naakt, maar  met een enorme hoed.
Ik dacht aan Randy Newmans 'You can keep your hat on'.