De triomf van Christus (1847-1848)

Kunstenaar

 Wie dreigt te vergeten wat een kunstenaar eigenlijk is moet dringend een bezoek brengen aan het Museum dat de Belgische schilder Antoine-Joseph Wiertz (1806-1865) voor zichzelf oprichtte. Het staat er nog, in Brussel, bij het Leopoldstation, verscholen achter de gloednieuwe spiegelpaleizen van het Europese parlement. Aan onderhoud wordt weinig gedaan, het schilfert en roest daar zachtjes. Foto's maken mag. Wiertz meende 'om schilders te beoordelen dient minstens twee eeuwen gewacht te worden'. 

 De afmetigen zouden die zijn van de tempel van Paestum die hij op z'n Italiaanse reis (1830) had gezien. Dat moest ook wel, wegens de omvang van zijn doeken. In houtskool schreef hij twee eigen teksten op de deur: ''Trots: Deugd die inspireert tot grootse verwezenlijkingen. Bescheidenheid: Masker dat andermans eigenliefde streelt teneinde voor zichzelf lof te oogsten.''

 Ga erheen, zie 'De opstand van de Hel' en 'De triomf van Christus' (6,25 bij 11,04 meter), en zwijg. Wie hier komt, komt te vroeg. Pas in 2065 mag iemand z'n mond open doen.

 Zo zijn kunstenaars nog steeds, denk ik, als je in hun ziel kijkt. Er is sinds Wiertz weinig veranderd. Maar geen kunstenaar kan bestaan zonder bewonderaars, maecenassen en gelovigen. Die zijn eigenlijk veel vreemder. Wat bezielt ze toch? Willen ze delen in zijn onsterfelijkheid? Ik vrees het.Wiertz stierf in zijn museum. Hij werd op z'n Egyptisch gebalsemd en moest in de tuin begraven worden maar dat mocht niet.

Tags: 
de tweede Turbot
collectie Bloemendaal

Strips en auto's.

Wim Bloemendaal las over Franquin en schrijft (Wim weet van auto's, net als zijn vriend Ry Cooder):

'Soms lijkt het of tekenaars hun fantasie de vrije loop laten, maar de werkelijkheid is vaak even absurd. Dit is de Panhard Dynavia, die in 1948 op de Salon de Paris stond, kluts deze auto met de Wimille eveneens uit 1948 en de in 1956 door ene Brown van een carrosserie voorziene vooroorlogse Bugatti en je hebt een Tarbot (overigens ook een woordspel op een automerk: Talbot).'Wim kent uiteraard de Brusselse 'Autoworld' waar de Franquin-expositie is. Ook het automuseum in Mulhouse beveelt hij van harte aan. En ik doe er nog de andere Turbot bij - de tweede Franquin-auto die werkelijkhei wordt in het Jubelpark.

Beeld

Al een paar jaar was ik niet op het Muntplein, het plein voor de Muntschouwburg in Brussel. Nu stond ik er weer. En dat waar ik op gehoopt had was er: het onvoltooide beeld. Omdat Brussel wordt geregeerd door wat de 'immobiliën' heet, de magnaten in onroerend goed, verdwijnt er altijd veel.Op weg hierheen verweet ik mezelf dat ik er toen geen foto's van had gemaakt. Maar zie: daar is de steen, waaruit gedeelten van een verstrengeld paar oprijzen. Meer niet, het ziet eruit of de beeldhouwer in zijn werk gestoord is, weggelopen en niet weergekeerd.

Zoiets is bij mijn herinnering ook gebeurd. Maar ik fabuleer graag en veel, vertrouw mijn woorden niet.Hoe ook, dit is wat ik me met grote stelligheid herinner. Eens, meer dan tien jaar terug - het moet geweest zijn voor de Balkanoorlogen - zat hij hier elke dag te werken, de beeldhouwer, en leefde van wat toeristen in zijn hoed gooiden. Een zomer later zag ik hem niet meer. Wel hing er toen een handgeschreven karton met daarop een gironummer met de tekst 'Wilt u dat dit beeld voltooid wordt maak dan geld over naar .... Dan zal ik terugkeren om het werk te voltooien.'Volgde een in mijn herinnering Servische of Kroatische naam. Het beeld staat er, het kartonnetje is verdwenen. Nergens een naam te vinden. Is dit waar gebeurd of heb ik het verzonnen?Google weet van niets. Wie?

harnas voor een muis
de door zijn chef Kwabbernoot ontworpen ''Kauwguust''
Guust en de DS

Franquin (2)

 Waar de oudere Hergé (geboren 1907, merkwaardigerwijs ook in het nabije Etterbeek) in zijn Kuifje-verhalen het statische nadert is bij Franquin alles en iedereen permanent in beweging. Hij ontwierp niet alleen karakters als de elastische Marsupilami en Guust (Gaston), die voortdurend explosies, botsingen en valpartijen veroorzaken, hij ging zelf ook auto's, raketten en helicopters ontwerpen.

 Franquin liet z'n karakters uitvinden. In Robbedoes eerst het toestel om op een te krappe plek te parkeren en de bril ruitenwisser, later komt jongste bediende Guust Flater met oa. de Flaterfoon en antwoordt zijn baas met de Kauwguust, die hem sneller laat eten (vrij naar Chaplins Modern Times). Hij liet de boef Zwendel een Coca-Cola reclame projecteren op de maan - helaas in spiegelbeeld. En bedacht zelfs een harnas voor een muis. Hier te zien. Tot 1 april. En, met Guust heeft Franquin - tegenover de hippies van Robert Crumb en Gilbert Shelton met z'n Freak Brothers - een Frans-Belgische pendant geschapen van de eeuwig werkschuwe langharige. Vol ideeën , een plaag van creativiteit die z'n medemens tot wanhoop drijft, behalve juffrouw Jannie, die hem diep bewondert.

 PS 1. Lees het grote Franquinstuk in de vpro-gids van deze (43) week. PS 2. Dolen blijf ik, van Wiertz naar Magritte, van Fabre naar Spilliaert, van Hergé naar Kamagurka. Van Delvaux naar Masereel. Het Belgische in de kunst.

model op de expositie
de Turbot (Tarbot)
en op de exopositie
Kwabbernoot introduceert de Fantacopter

Franquin (1)

Vlak bij de Atrebatenstraat in Brussel, waar W.F.Hermans zijn laatste jaren doorbracht ligt het Jubelpark met zijn vele musea, waaronder het Internationale Auto Museum. In de Brasserie Mérode aan de overkant heeft Hermans heel wat gebruikt. Ik zat er vrijdag ook even. En zag de aanplakbiljetten die me eerder opvielen in de stad. Een grote tentoonstelling op komst, over de striptekenaar Franquin. Maar waar? In het Jubelpark. In het Automuseum! Hier dus. Maar ja, de opening was pas morgen.

Toen vatte ik moed, kocht een kaartje en drong tussen de Bugatti's en Delages door, stapte over linten en deed tussen werklieden op ladders 'of ik erbij hoorde'. Eenmaal vroeg me een dame iets, maar opschrijfboekje, camera en accent deden de rest: 'voor een Nederlandse krant'. Die tentoonstelling is verbazend. De Brusselaar André Franquin (1924-1997) bedacht wat ik noem de 'stroomlijnstijl'. Ontstaan op het hoogtij van het moderne, van banaantafeltjes, kantoormeubel- en schemerlampvernuft. Als Citroen de DS niet ontworpen had, had Franquin het gedaan. Hij is de beste autotekenaar. Alle modellen van de jaren '50, '60 en '70 plus een aantal oldtimers komen in z'n werk voor. Ik durf wedden dat hij vaak het museum in het Jubelpark zat te schetsen. En dat is denk ik de reden dat de expositie hier in de grote hangar van 'Autoworld' wordt gehouden: wat Franquin tekende is eindelijk uitgevoerd. Je ziet een glasvezel Turbot (van Turbotractie, in het Nederlands Tarbot) op ware grootte, een echte Zwendelmobiel naast de getekende. De eenpersoons hefschroef, de Fantacopter staat er en zo door.

BEN EVEN WEG

Snoei

De rij plumeauboompjes is een jaar of tien geleden in deze straat aangeplant. Met ongeveer 10 meter tussenruimte,aan de overkant, tussen het fietspad en de trottoirband, in betonnen bakken. Heel veel groter zijn ze in die tijd niet geworden, al worden ze elk jaar gesnoeid. Het is siersnoei, de boompjes hebben van nature niet zo'n eenvormig plumeaumodel. Ze komen laat in blad, pas in april, schat ik. Maar ze blijven ook lang groen.

Ik heb ze opgezocht, het kunnen, als je op blad en schors afgaat eigenlijk alleen maar acacia's zijn. Zijn dit kleine, gedresseerde acacia's? Dan zouden ze moeten bloeien in mei of juni, met witte bloemetjes. In Italië liggen de wegen er vol mee, als sneeuw, maar daarvan heb ik in deze straat nooit iets gemerkt. Maar als het geen acacia's zijn, wat zijn het dan wel? Vandaag, 24 oktober kwam - zoals elk jaar - de ploeg van de plantsoenendienst om ze te snoeien. Twee mannen hanteerden snoeischaren (met de hand, geen lawaai) een meisje met een paardestaart gooide de takken op een wagen. Het snoeien deed niet alleen mij pijn. Voorbijgangers keken er vol afschuw naar. Je weet, het is voor het bestwil van de boompjes, maar echt geloven doe je zoiets niet. De straat is kaal, de kou kan komen.

A.L.Snijders

Eindelijk Snijders (2)

Deze week verschijnt het boek 'Belangrijk dat ik niet aan lezers denk' van A.L.Snijders. De kleine uitgever AFdH brengt in een kleine oplage 336 verhalen van de schrijver, columnist en oud-docent aan de Lochemse politieschool op 528 pagina's, met illustraties van Gijs Müller.Snijders wordt een trendsetter genoemd. Zijn korte verhaaltjes lijken toegesneden op beeldscherm en tijdgeest (een SMS-verhaal duurt maar 160 tekens). Maar het is niet de beperking die hier de meester maakt, zei hij maandag in De Avonden tegen Wim Brands. Hij heeft in ernst 336 keer geprobeerd een roman te schrijven, en dat is 336 keer mislukt. Wat restte waren korte stukjes.

Zoals dit:'In 1992 schreef ik in de krant: "Ik heb wel begrip en zelfs sympathie voor de Turkse vader die zijn dochter thuis houdt. Hij probeert haar te beschermen tegen de lawine van verwarring en smeerlapperij die de moderne, liberale industriemaatschappij op hen afstuurt. De man probeert zijn wereld klein en overzichtelijk te houden, ik neem hem dat niet kwalijk." Een lezeres met de zeer Hollandse naam De Vries schreef me dat ze hoopte dat mijn keel zou worden afgesneden, omdat ik een verrader was. Deze reactie stelde me teleur, want het grootste deel van mijn artikel was een ode aan onze democratische rechtsstaat, waaraan de angstige boerenman uit Anatolië ten slotte toch zou moeten gehoorzamen. Hij zou moeten wennen aan de keuzemaatschappij, hij zou kunnen kijken naar seks en geweld op de televisie, maar hij zou het ook kunnen laten. Hij zou een moskee kunnen bezoeken maar ook een vreugdeloze, protestantse sekte. Hij zou zelfs Multatuli kunnen lezen en op een zonnige lentemorgen het huis bevrijd kunnen verlaten en de armen ten hemel strekkend kunnen roepen: Oh God, er is geen God. Ik was in die tijd leraar op een politieschool, de klassen zaten vol vreemdelingen, en ik had veel extra contact met ze, ik gaf ze bijles in de avonduren. Daarom voelde ik me een soort deskundige, zelfbenoemd.Ik herinner me uit die tijd een buitengewoon beschaafde jongen, Nezmettin, die zacht en bijna onverstaanbaar sprak. Als hij in de klas iets aan me vroeg, zei ik altijd, om hem weerbaar te maken: "Schreeuwen, jongen, boven de versplinterende barkrukken uitschreeuwen, je wordt politieagent, geen souffleur." Dan lachte hij vriendelijk, en kromp mijn hart, omdat ik zo'n botte klootzak was.Op een dag kwam hij in mijn kamer. Hij hield zijn hoofd scheef en zei dat hij niet in de les kon komen. Ik vroeg hem waarom. Hij zei: "Ik heb oorpijn en dat komt door u. U bent de vreemdste man die ik ooit ontmoet heb en uw vreemde verhalen komen door mijn oor in mijn hoofd. Mijn oor is er ziek van geworden."Dat vond ik prachtig, geen Hollandse leerling had zoiets ooit tegen me gezegd, ik was bang dat dit alles door de wals van de integratie zou verdwijnen. Nu, veertien jaar later, weet ik eigenlijk nog steeds niet hoe het zit met de gevolgen van die integratie. Aan het einde van deze eeuw moet iemand mij daar maar eens antwoord op geven.'NB. Elke dinsdag is A.L.Snijders om 12.10 te horen met zo'n verhaaltje in het VPRO-programma Cantina van Annette de Heijer, Jaap Boots en Aad van Nieuwkerk (óók Concertzender, dagelijks 12.00-14.00).

Tags: 
De avonden (ma) 2006 23 okt 2006 uur 2
Beluister fragment
Al Galidi kort na aankomst
Al Galidi nu

Al Galidi

Afgelopen woensdagavond werd in Perdu in Amsterdam de nieuwe bundel van Al Galidi gevierd.Al Galidi alias Rodhan Al Khalid (geboren in het dorp Al-Najaf, Irak omstreeks 1971) studeerde af als bouwkundig ingenieur en vluchtte via via naar Nederland waar hij in 1998 terechtkwam in het Asielzoekers Centrum in Harlingen. Hij is inmiddels een uitgeprocedeerde asielzoeker en noet dus Nederland uit. Hij schrijft columns, romans en gedichten. Al Galidi-kenner Mats Beek uit Veenendaal geeft dit citaat:'Op een gegeven moment kreeg ik het gevoel dat ik geen schaap was. Ik stopte met gras eten, verliet de kudde en ging op zoek naar de weg van mijn leven.' (uit: Mijn opa de president en de andere dieren)

Anton de Goede sprak meermalen met hem in de Avonden. Dit weekend zat ik gebogen over 'De herfst van Zorro' (Meulenhoff).Waarin Al Galidi's nieuwste alter ego Zorro afscheid neemt van zijn penis. De bundel begint met een gebruiksaanwijzing van hoe de drie delen te lezen:'Het hoofd van Zorro (de hoogste verdieping)Deze verdieping kan worden betreden door drukke mensen, die geen levensgenieters zijn. Zij behoren hier te blijven en de andere verdiepingen niet te bezoeken.Het hart van Zorro (de middelste verdieping) Vrouwen worden geacht deze verdieping te betreden en niet naar boven of naar beneden te gaan.De penis van Zorro (de laagste verdieping)Mannen worden geacht op deze verdieping te verblijven.Als een vrouw zich toch per ongeluk op deze verdieping bevindt, zal ze meteen de trap of de lift naar de middelste verdieping moeten nemen.Elke vrouw die toch de laagste verdieping op wil gaan, moet eerste via de hoogste verdieping gaan, omdat Zorro een raar gebouw is.'Wat gebeurt er toch in die laagste verdieping?Lees: 'De penis van Zorro had geen papieren om officieel te trouwen in Nederland'In de eerste winter in Nederlandging ik naar de gemeente.'Jarenlang woon ik samen met mijn kachel. Ik wil met haar trouwen.'Het blauw vieluit de ogen van de ambtenaren,het blondverbrandde op hun hoofd.Zachtjes fluisterden ze,maar streng.'Dat kan niet.Zij heeft geen twee benen,geen twee ogenen geen grote mond.'(...)Of: 'Zorro neemt afscheid van zijn penis'Deuren die zacht sluiten en krakende bedden zullen zich jou herinneren.Jij was het kompas van mijn leven, dat mij naar warme Noordens leidde. Niet strijd,alleen schoonheid laat jou staan.Ik zal je herinnerenals ik een vrouw met blauwe ogen zie, met blauwe sliponder een blauwe hemelop een blauw strand.'En hij eindigt: 'Ach, mijn lieve penis,de enige waarheid waarin ik geloof.Ach, betrouwbare gids, beste vriend,mijn ik,tuin van vrouwen.Elke vrouw was een wekker voor jou. De tijd heeft jou geneuktvoordat jij alle vrouwen neukte.Slaap slecht.'.

Tags: 
Robert Crumb
Rotterdam, 22 oktober 2006

Bal

Peinzend over de overeenkomsten in het werk van Magritte en Kamagurka en over Belgische kunst at ik na museumbezoek aan de Maas een bal gehakt met brood.

Mijn bal gehakt begint in Den Haag. Een Haagse Harry bestelt - diep in de jaren '50 - wat op het leitje in de snackbar geschreven staat: 'Bal gehakt met brood en zuur'.Als de bestelling komt ligt er alleen een bal gehakt op het schoteltje.'Waar is het brood? Waar is het zuur?'De snackbarbaas: 'Het brood zit erin, het zuur krijg je straks wel.'Later introduceerde Wim T. Schippers de kwalificatie 'bal gehakt'. En groef Ry Cooder een depressiesong uit 1944 op:One Meat Ball (L. Singer-H.Zaret) A litle man walked up and down,To find an eating place in town.He read the menu through and through,To see what fifteen cents could do.One meat ball,One meat ball, He could afford but one meat ball.He told the waiter near at hand,The simple dinner he had planned.The guests were startled one and all,To here that waiter loudly call,One meat ball,One meat ball,This here gent wants one meat ball.The little man felt very sad,For one meat ball was all he had,And in his dreams he hears that call,Ya get no bread with one meat ball.Alweer geen brood. Maar de mooiste gehaktballen blijven die van Robert Crumb, uit de eerste ZAP-comix van 1967. Het is 'Meatball tuesday' en ze vallen uit de blauwe lucht, zo op je hoofd, en, wat er dan met je gebeurt tart de stoutste fantasie. Daarna ben je nooit meer wie je was. Het is een genade.

Tags: 

Pagina's