de 'natuurlijke' oplossing
geluidsmuur als kasteelmuur
de nieuwe 'muur van Maarssen' in aanbouw
'Brazil' van Terry Gilliam

Historisch geluidsscherm

Eens was Nederland een vlak land, met velden zover het oog reikte, maar eerst dijken en daarna grondverplaatsingen voor wegen- en spoorwegaanleg hebben er zoetjes een zacht glooiend heuvelandschap van gemaakt. Geluidsmuren, -schermen en -wallen kaderen de blik verder in. In zijn film 'Brazil' (1985) schetste Terry Gilliam de toekomst: van de ene stad naar de andere rijden tussen schuttingen.

Ik herinner me als eerste geluidsscherm van Nederland dat langs de A1 tussen Utrecht en Maarssen. Men wist met vorm nog geen raad, er verrees een geverfde ijzeren schutting met daarin - o merkwaardigheid! - op een strategisch punt een soort erkerraam. Alsof er daarachter een huiskamer lag waarin een gezin naar het verkeer zat te kijken (behalve vader want die las de krant).Er werd verder geëxperimenteerd met begroeide geluidsschermen, bij Vinkeveen (die zichzelf omver groeide) en langs de de A1 in het Gooi. Ook verrezen hier en daar Middeleeuws aandoende muren en torentjes. Men was er nog niet uit.Niet lang geleden werd - zonder historisch besef - die inmiddels verroeste eerste schutting-met-erker bij Maarssen weggebroken. Er verrijst daar nu een kilometers lange betonnen wand, waar bovenop wel glas zal komen. Waar bleef de erker? Ik vind zelfs geen foto. Daarom een beroep op het programma Andere Tijden: doe ons de geschiedenis van het geluidsscherm.

Annemieke Houben

Brakmans hink-stapsprongen

 De voorlaatste Brakman 'Naar de zee, om het strand te zien' wordt vandaag in de Volkskrant (10 nov. 2006) onder de kop 'Paleistuin met schapenlucht' door Arjan Peters geprezen om zijn onverklaarde 'vreemdsoortige beelden' waarin 'alle mysterie behouden blijft'.Het laatste woord is lang niet gezegd. Steeds weer raken (andere) boekbesprekers geërgerd door het ontbreken van een 'verhaal'. En niet minder door zijn 'van de hak op de tak springen'.

 Vreemd blijft dat. Je zegt toch bij een schilderij van Magritte ook niet dat 'het niet te volgen is'. Je verwijt Lucebert geen 'gebrek aan samenhang'? Er bestaan andere samenhangen dan plotlijnen en causaliteiten. Zou er dan op Brakmans boeken niet 'roman' moeten staan? Andersom eerder, lijkt me. Geerten Meijsing heeft vastgesteld dat de roman als genre alle andere literaire genres heeft opgeslokt. Zeer waar. Bovendien blijkt Brakman in een eeuwenoude traditie te staan. Dat laatste leer ik uit de bachelorscriptie van de Neerlandica Annemieke Houben, getiteld: 'Van 't een op 't aer, soo word men niet dol', contextualisering van de onsamenhangendheid in het genre 'Van de os op de ezel'. Met dat uit het 16de eeuwse Frankrijk afkomstige genre - tegenwoordig zou je zeggen het 'hak op de tak-genre' - heeft de Neerlandistiek nooit veel raad geweten. 

 Toch was het in onze 16de en 17de eeuw vrij bekend. Schijnbare ongerijmdheid is het kenmerk, het ontbreken van een verhaallijn. Wat je leest zijn 'losse flarden gesprek, handelingen en spreekwoorden'. En 'doordat de fragmenten achter elkaar geplakt zijn wordt echter de suggestie van een doorlopend verhaal gewekt.' Over hoe die fragmenten met elkaar verband houden valt veel te zeggen. Associatieketens waren er nog niet, maar het woordje 'absurd' duikt al in 1549 in Frankrijk op. In vrijwel dezelfde betekenis als nu. Wat is sindsdien veranderd? Ik denk dat 'van de os op de ezel' zich - tegen de draad in - blijft emanciperen. In poëzie en in proza. .

inderdaad, nobodyhere
de gedroomde tenen van Jogchem

Jogchem

Wat zou je moeten doen op de site nobodyhere.com?Zoeken naar de maker, Jogchem Niemandsverdriet. Ergens in deze vesting houdt hij zich schuil. Overal zie je zijn sporen. Zijn het niet voeten met veel te veel tenen dan wel een bloem waarvan blaadjes worden afgeplukt op zoek naar iemand of een neushaar die wil worden uitgtrokken met een gereedstaand pincet. Alles in dit levende, vibrerende spinnenweb heeft met alles te maken, met Jogchem dus. Al deze grillige associatieketens komen bij hem vandaan en leiden naar hem. Hoop je.Al zie je af en toe een jaspand om een hoek verdwijnen, Jogchem zelf blijft onzichtbaar.

Oorspronkelijk, in 1998 begon hij met verhaaltjes. Daar zou een boek van kunnen komen. Dacht hij toen, maar het werd iets anders. Of toch niet zo anders misschien. Het groeide en groeide. Er is nu een Engelse en een Japanse versie. Hij kreeg er in 2003 een Webby Award voor. Ik laat me door nobodyhere.com leiden, en ergens in deze termietenheuvel van geest weet ik: zo zullen de romans van de toekomst eruit zien. Niet lineair. Er is geen slot. Tijd bestaat hier niet. Binnenkort is Jogchem te horen in De Avonden. Hij spreekt dan ook over zijn bizarre Tenendroom, waarvan hier alvast de afloop: "Het hield niet op. Er groeide nog een set nagels en tenen. Sommige waren nog niet helemaal uitgegroeid en andere waren samengegroeid. Met veel moeite kreeg ik mijn sokken aan. Ik staarde naar het dikke uiteinde van mijn voet en dacht: 'Dit is lastig. Nu passen mijn schoenen vast niet meer. Hier zou ik iets aan moeten doen.' Het eerste wat ik deed toen ik wakker werd, was snel mijn tenen tellen. Vijf per voet. Tien in totaal. Klopt dat? Ja dat klopt. God zij dank. Tijd om mijn nagels te knippen."

Wie is Jogchem Niemandsverdriet?
Beluister fragment
Michaela danst!
de ouders
de priesters in actie

Requiem

De film Requiem van Hans-Christian Schmid naar een scenario van Bernd Lange toont ons het diep gelovige gezin Klingler. Een huis in een dorp ergens in Schwaben met een houtzagende vader, in de jaren '70. Dochter Michaela heeft epilepsie maar mag, na een jeugd in ziekenhuizen, toch studeren in Tübingen.Zij en haar ouders hebben vastgesteld dat dokters niet helpen, alleen geloof in Gods genade. En dan gebeurt het. In Tübingen ontwaakt Michaela bij momenten uit de begoocheling van de religie.

En de vraag rijst: is het beetje zelf dat ze over blijkt te hebben genoeg? Heeft ze voldoende eigen geest over om het te kunnen redden zonder geloof, zonder deze ouders?Of zal ze altijd het kind van deze ouders blijven?Meestal komt zoiets in films wel terecht. Hier niet. Michaela weet geen raad met haar ontluikende eigen identiteit. Soms 'vaart er iets in haar', denkt ze. Raakt ze bezeten is van iets vreemds. 'Je bent het zelf,' zegt haar vriendin, maar Michaela en haar ouders weten: het is de duivel. Ze moet terug naar het dorp. Een dokter raadplegen is er niet bij. Bidden gaat hier boven wetenschap. Twee priesters, een gemoedelijke dorpspastoor en een gevaarlijke jezuïet nemen het exorcisme ter hand: 'God stelt je op de proef.'Hoe ontkom je aan ouders?Vraag van alle tijden en plaatsen.Michaela, die echt bestaan heeft, overleefde de hare niet. Na 'enige tientallen uitdrijvingen' stierf ze.Ga hem zien. Andries Knevel en André Rouvoet zul je er niet tegenkomen.

Huis

Er staan twee palmen in een verwilderde tuin. Het hek is hoog, en met verroeste kettingen gesloten. Aan de goot moet al dertig jaar iets gedaan worden.

Het huis is gebouwd in de tijd dat dit nog een dorpje met wat villaatjes aan een meer was en geen toeristencentrum. Het vrachtverkeer gaat voorbij. Eens per week kijkt een huisbewaarder de luiken na. 'Van wie is het?' 'Van een familie in Milaan. Rijke mensen. Het was het buitenhuis van de grootvader, maar die leeft niet meer.' Verderop, tegen de helling aan het Lago Maggiore staan de donkere, lege kasteelvilla's in hun parken. Als rijken bouwen wordt het een kasteel. Waar ze niet bij stilstaan: kastelen vervelen. Daar komen opsluitingen in torens van.

Russische Duinker

Arjen Duinker stuurt het omslag van de Russische vertaling van zijn "De geschiedenis van een opsomming" uit 2000, vertaald door Julia Telezhko.Op 8 december wordt hij gepresenteerd in Sint-Petersburg, waar Arjen Duinker gaat lezen en vragen beantwoorden.

De zo mooie site van de Koninklijke Bibliotheek vist dit uit deze bundel:De titel, De geschiedenis van een opsomming, komt op verschillende manieren terug. Zo heeft het gedicht 'Korreligheid' veel weg van een opsomming; het gedicht begint zo:De zon in de luchtBehoort toe aan de nerveuze auto'sIn de uitvaartstoet en aan de nieuwste techniekOm plaatstaal te krommenHet begin van de tweede herhaalt en voegt toe:De zon in de lucht,Een ogenblik voorbij het hoogste punt,Behoort toe aan de veiligheidsriemenIn de laatste strofe worden de eindjes aan elkaar geknoopt:De slaap in de lucht,Een ogenblik voorbij zijn meest geconcentreerde punt,Behoort toe aan onze voeten.

Tags: 
de nieuwe lift van Strépy-Thieu, overbrugt 73 meter, vervangt vier oude liften, maar werkt maar half
oude hydraulische lift, even verderop

Grands Travaux Inutiles

Wat me bij de afloop van onze verkiezingen echt interesseert is wie minister van Verkeer en Waterstaat wordt. Meestal zijn dat doortastende vrouwen die niet kijken op een euro. Ik begrijp ze, ze zoeken onsterfelijkheid. Eigenlijk zouden ze het liefst hun naam verbinden aan hun werken. Zoals Pompidou zijn Centre naliet zo zou de wisselstrook in de A1 de Maij-Weggenstrook moeten heten, de Betuwelijn de Netelenboslijn en de HSL de Jorritsmalijn of andersom. Ik hou van de Grands Travaux Inutiles, de piramiden van onze tijd. Om nut gaat het niet. Wie het HSL-viaduct over de Moerdijk ziet of de zo zelden gesloten Oosterscheldedam weet dat zoiets bovenal mooi moet zijn.

Oogstrelend zijn ook de werken die de verkeerstechnisch onbelangrijke scheepvaartverbinding tussen Brussel en de Franse grens heeft opgeleverd. Het prestige speelt zwaar mee, de EU en de Vlaams-Waalse strijd. En dan krijg je iets als het 'hellend vlak' van Ronquières, waar de aken in een bak water de helling op getrokken worden, waarna ze vijfentwintig kilometer verder langs de maar half bruikbare gloednieuwe scheepslift van Strépy-Thieu weer omlaag kunnen naar Frankrijk. Maar wat je ook ziet, geen scheepvaartverkeer. Te smal, nu al. Wat rest is toerisme. Iets verderop ligt de vorige versie, het historische Centrumkanaal, met de prachtige hydraulische tweeling-scheepslift die in 1917 geopend werd.Het onderzoek naar Grote Nutteloze Werken wordt voortgezet.

de Greenwich
liftkoker in het hotel
WC's in de kelder van de Greenwich

Ornamenten

Nog even Brussel. Ik heb er al jaren twee vaste plaatsen, het Hotel des Colonies in de Kruisvaartenstraat, dat meer dan honderd jaar oud is en zo heet omdat vroeger de reizigers uit de kolonie er logeerden. Die waren in Antwerpen van boord waren gegaan en op het oude Noordstation aangekomen. Dat was een kopstation en het lag aan de Place Rogier. Het is verdwenen. Het Colonies was om de hoek en leeft voort.

De andere plaats is de Greenwich, het schaakcafé in de Karthuisestraat bij de Beurs, waar René Magritte in zijn jonge jaren kwam. Toen hij eens vroeg of hij het portret van de eigenaar mocht schilderen antwoordde die 'Als je net zo schildert als je schaakt hoeft het niet.'Een nieuwe eigenaar heeft de Greenwich de laatste tien jaar met veel liefde gerestaureerd. Zelfs de historische toiletten in de kelder heeft hij in ere gelaten. Ze stinken, maar hij laat ze zo.En nu pas zie ik dat de smeedijzeren hekwerkjes daar van de zelfde smid komen als die rond de liftkooi in Hotel des Colonies. Onnodig te zeggen dat beide etablissementen in Nederland ondenkbaar zijn. Ze zouden allang ten onder zijn gegaan aan restylingsdrift.

Anneke Brassinga en Louis Lehmann
de Karlsbrücke
Anneke Brassinga in het donker op 3 november 2006 om zes uur
het Van Doesburg-huis

November

Ik blader in een oud aantekenboekje uit Praag, waar het nog steeds november 1976 is. En herlees Kafka's dagboek: 'Het is november. Het lijkt hem dat wel iedere maand een bijzondere betekenis heeft maar november nog een bijzonder toevoegsel van bijzonderheid. Voorlopig is daarvan weliswaar niets te zien er valt alleen maar een met sneeuw vermengde regen. Maar dat is misschien slechts de uiterlijke aanblik die altijd bedriegt want daar de mensen zich als geheel onmiddellijk aan alles aanpassen en men toch in de eerste plaats naar het uiterlijk der mensen oordeelt, zou men eigenlijk nooit een verandering van 's werelds loop kunnen waarnemen...'

In Praag wordt het eind november 1976 al kort na vieren donker. Lantaarns vormen bij afwezigheid van neonreclame de enige oriëntatiepunten in de naar kleffe, rook geurende duisternis van de oude stad. Je loopt van lantaarn naar lantaarn. Cafés in dit Praag zie je niet, er zijn geen verlichte uithangborden, je hoort ze. Gisteren, 2 november doopte De Bezige Bij nieuwe bundels van twee sinds jaar en dag bevriende dichters Anneke Brassinga (1948) en Louis Lehmann (1920). Twee novemberse bundels: 'Ijsgang' en 'Wat boven kwam'. Lehmann wordt pijnlijk precies in vierregelige gedichtjes als:WAAR VERHAAL De toekomst is dit:dat vlees en botten't bewustzijn afdanken en dan gaan rotten.of:DOODAls ik voor het laatstin slaap zal vallen,hoop ik dat ik netzal denken aan iets anders.Anneke Brassinga ziet een winter komen in de straat waar zij woont, in het koude beton van het Theo van Doesburg-huis in Meudon:Rue Infroit:Winters waar het zoeken is-ik room wat af,een zure plicht: 'melk de dag!'Er is gegeven kiltedat men niet in de bek bijtnoch zoent de tong.Geen rijdier is zich komen buigengeen recht van klauwengang is neergelegd.Maandag as. is ze na 21.00 te horen in De Avonden. In de kou.

Anneke Brassinga
Beluister fragment
Micha Wertheim

Subsidie

Sinds het begin in 1988 was mevrouw A. Gerritsma directeur van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties. De instelling die in de aftiteling van gesubsidieerde radioprogramma's in z'n geheel moet worden uitgesproken, voorafgegaan door de wending 'Dit programma werd mede mogelijk gemaakt...'. Waarmee een toon wordt gezet. Dit voorjaar nam ze afscheid en werd opgevolgd door oud VPRO-tv chef Hans Maarten van den Brink.

Wat zou er tegen zo'n fonds kunnen zijn? Vooral dat programmamakers naar nóg een kant moeten buigen. Radio en televisie worden in Nederland zo’n beetje door iedereen gemaakt behalve door de radio- en televisiemakers. Lang tevoren in veelvoud indienen dus en ja en amen zeggen op alles. Waar subsidie wordt verstrekt is macht, en wie daarvan afhankelijk is doet er goed aan de verstrekkers te vriend te houden. Deze week gedenkt cabaretier en radiomaker Micha Wertheim op z'n log mevrouw Gerritsma en ontdekt hoe ze voortging.Hij begint zo:"'Deze buik is mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Beeldende Kunst.' Dat staat op een tatoeage die kunstenaar Mark Bijl enkele jaren geleden op zijn dik geworden buik liet zetten..."Lees verder op de site van Micha Wertheim.

Tags: 

Pagina's