Derde druk

 Vandaag kwam de bescheiden derde druk van mijn boekje 'Iemand zijn in Amsterdam'. Er hoeft geen 'nee' meer verkocht te worden. Ik boog me over de omslagfoto van de Nieuwe Leliestraat in 1962, gevonden door Annemieke Houben en zeldzaam door het uithangbord 'Cafetaria Smitje', waar een heel verhaal aan vast zit.

 Lees het boekje over Smitjes uitvinding van de frietsausen 'Smurrie' en Hurrie durrie'. Over linkse mensen. En vooral over mijn eerste stappen in de grote stad Amsterdam

 Een bijzondere foto uit het Stadsarchief, door veel. Zoals de fietser met de aktentas onder zijn snelbinders, de tegemoet fietsende vrouw, de man met pet, het briluithangbord van vermoedelijk de firma Brilmij en de gekalkte letters 1 MEI ROOD. En dan de VW-kevers, de FIAT 500 en de R4.

 Naast Smitje, tweehoog woonde de voddenman genaamd Rijk, met zijn merkwaardige schedelvorm, die elke avond in café De Lelie op de Leliegracht bij Smitjes dochter Tineke dronk tot hij met barkruk en al achteroverviel. Ik heb hem meermalen helpen versjouwen naar zijn kamer in de Nieuwe Leliestraat. Een bewusteloze man trappen op sjorren is zwaar.

 Dit alles staat niet in het boekje. Te krijgen bij oa. de Stadsboekhandel in de Vijzelstraat of door een mailtje naar uitgeverij Avanti: yolnus@xs4all.nl

Briefliefde

 Na het schots en scheef lezen van 'Ik wou uw voeten wel soenen', de mooiste liefdesverklaringen van de Middeleeuwen tot nu, verzameld door Annemieke Houben, aarzelde ik. En dacht 'het is onmogelijk'.

 Pagina na pagina proberen mannen - verreweg de meeste zijn van mannen - een vrouw te overtuigen van, ja wat? En soms slaat de weerzin bij me toe. Man, slijm niet zo, daar trapt ze toch nooit in. Maar het ging door, eeuw in, eeuw uit. En het werkte, kennelijk.

 Het is een heel mooie selectie, er zitten er tussen die dat mengsel van driestheid en eigenheid hebben waarvoor ook ik zou vallen. Toch is machteloosheid het voornaamste kenmerk. Misschien dat dat het geheim is van het schrijven van een goede liefdesbrief, schrijf hem uit hopeloosheid. Vergeet alle loftuitingen en loze complimenten. Maar schrijf hem wel zo dat ze weet 'hij kan het zeggen'. En ‘hij weet ervan’.

 Zoals Hendrik Laurensz. Spiegel (1549-1612)

 

'In u alleen is al mijn ruste,

In u alleen is al mijn luste,

In u alleen is al mijn vreught,

In u alleen is mijn verblyen,

In u alleen is tallen tyen,

Mijn blyschap, vrede en gheneught.'

 

Ps. Ontdekkingen zover: Pisuisse in zijn liefde voor de acrice Fie Carelsen en Eddy du Perron.

De taal der liefde

 'Als verliefdheid toeslaat (volgens de oude dichters dringt verliefdheid het lichaam binnen via de ogen), raken het brein en het lichaam van slag. Ideale omstandigheden voor de taal om zich eens flink te manifesteren...', aldus Annemieke Houben in de inleiding bij 'Ik wou uw voeten wel soenen', haar verzameling liefdesverklaringen uit alle eeuwen.

 Ik dacht aan de hier onmisbare Adriaan Morriën die me een keer zei: 'Eigenlijk is ieder boek toch een soort liefdesbrief, denk je niet?'

 Wie schrijft probeert de lezer of lezeres voor zich in te nemen. Eigenlijk, zei Morriën, zit er altijd wel een vorm van flirt in: het aftasten, het zien hoe ver je kunt gaan en wat er op terug komt.

 Houben schetst de lijdensweg van de verliefde: 'Onzekerheid, angst voor afwijzing, onbevredigde verlangens, jaloezie; de verliefde bleef niets bespaard.' De dramatische afscheidsbrief van de afgewezene die dreigt uit het leven te stappen was rond 1800 een weerkerende vorm.

 De brief krijgt als voorwerp ook vaak magische waarde. Wordt geparfumeerd, gekust. Houben schrijft: 'Vraag maar eens aan een verliefde om de naam van zijn of haar vriend(in) op een papiertje te schrijven en dat dan te verscheuren.' Zoals in deze tijd het mobieltje vaak gekust wordt na een gesprek met de geliefde.

 Wat het boek ook amusant maakt is dat je door de brieven en fragmenten heen gaat lezen: bedrog en zelfbedrog, vleierij en dromerij schemeren links en rechts door de teksten heen. 

Liefdesbrieven

 'Ik wou uw voeten wel soenen' heet de juist verschenen verzameling liefdes­verklaringen van de middeleeuwen tot nu, vergaard door A­nnemieke Houben, die eerder de 'Vieze liedjes' uit alle eeuwen verzamelde. De eerste vraag die al lezende bij me rees was 'wat zou er allemaal verdwenen zijn, verscheurd, verbrand?'

 Eet deze brief na lezing onmiddellijk op. Met bloed geschreven natuurlijk. De Chartreuse de Parme geeft hartverscheurende voorbeelden van het bezorgen van minnebrieven door een gevangen edelman aan een zwaarbewaakte geliefde. Maar dat is een roman.

 Houben schrijft: 'Iemand de liefde verklaren is een riskante en complexe bezigheid. Het is een aanval en een overgave ineen.' Waarbij het toch vooral mannen zijn die het risico nemen afgewezen of betrapt te worden: 'Zou het veiliger zijn om de boodschap mondeling of juist schriftelijk over te brengen? Als je beminde tegenover je zit, heb je direct een antwoord en kun je de woorden nog inslikken als het dreigt mis te gaan. Aan de andere kant: een brief bloost niet.'

 Zie de hand met de brief erin die zich toch nog op het laatste moment terugtrekt uit de brievenbus. Het boek begint met zo'n niet verstuurde brief, gevonden op de markt door de schrijfster. Gelukkig kan ze postiljonne d'amour zijn en de reactie optekenen: 'Ongelooflijk... ik wist niet dat hij toen nog zulke sterke gevoelens voor me had.'

 Later meer over deze wondere wereld. 

De ontdekking van de levenslust

 De ongecompliceerde, van het leven genietende gewone man of - vooral - vrouw. Of het verzinnen ervan? Door vooral schilders in Antwer­pen en Duitsland (maar ook Lucas van Leyden aldaar) in de vijftiende en zestiende eeuw.

 Boijmans laat het zien in De ontdekking van het dagelijks leven, van Bosch tot Brueghel samengesteld door Friso Lammertse en Peter van der Coelen. Een klaterende voorstelling van vooral levenslust, muziek, seks en grappen. Waarbij de religie zoetjesaan een bijrol krijgt. Een enkele courtisane krijgt nog een zalfpot mee en heet dan Maria Magdalena. Maar wat was waar en wat fantasie?

 Schilderijen van bordelen werden goed verkocht. Zeker als de bezoeker de Verloren Zoon bleek. Maar bordelen kon je als welgestelde misschien beter aan de muur hangen dan er heen gaan. Geslachtsziekte dreigde. De waarschuwing, het oude excuus voor geile kunst.

 Maar waar komt het idee toch vandaan? Die Bruegheliaanse, carnavaleske vrolijkheid onder de boeren. Oeroud moet het zijn. Die boerenopstanden, honger en plunderende legers trotseerde. Je vindt het in het Herfsttij der middeleeuwen. Totaan Versailles toe waar Marie Antoinette zich verkleedde als boerin in een pseudo-boerenstulpje achter het paleis, ver van het hofprotocol. De vors­tin hoedde er - geparfumeerde - schapen en bezocht de hooiberg.

 Het melkmeisje, dienstmeisje. De meiden op weg naar de markt zoals je ze in de door Annemieke Houben verzamelde Vieze liedjes terugvindt. In het hooi? Op het veld?  

 Het is een lang verhaal naar het Carnaval der burgers van Ter Braak en de kermissen van Edgard Tytgat.

 De burgers leefden in benauwdheid en jaloezie en idealiseerden de boeren. Kochten schilderijen en prenten van de prachtige losbandigheid die nu in Boijmans te zien is. Waarin de spot wordt gedreven met hun spaarzucht - de vrek is standaardgrap en preutsheid. De huwelijksmoraal ach jee. In de bordelen wordt er korte metten mee gemaakt.

 Het is nooit opgehouden, waren het niet de lower classes die de rock'n roll uitvonden.

Magische ansicht

 Gekregen van Annemieke Houben, deze ansichtkaart verstuurd uit Utrecht op 12 october 1904 en openkl­apbaar. Zodat je te zien krijgt wat er in de tram gebeurt als het licht uit gaat. Niet ongewoon.

 Het zal nog wel gebeuren, overal waar de tramdraden boven een openklapbare brug even ophouden, zodat de beugel van de tram korte tijd geen stroom meer vangt.

 Het licht valt uit. Ook de electromotor krijgt geen stroom meer. Trambestuurders moeten er voor zorgen een aanloop te nemen naar zo'n brug. Juist omdat hij vaak hoger gelegen is. In Den Haag wachtte ik steeds weer ge­spannen tot de tram naar Voorburg de hoge Geestb­rug over moest en de stroomtoevoer on­derbroken zou worden. Zou hij het halen? Of zou hij midden op de brug blijven stilstaan? Dan zou kunnen gebeuren wat je op deze ansicht te zien krijgt. Tot een sleepwagen van de HTM hem kwam verlossen.

 De kaart draagt een postzegel van 1 cent. En de gelukkige ontvangster was Mevrouw N.de Vrij, die de harterlijke groeten krijgt van Line. Wat Line met deze prentkaart wilde zeggen weten we niet. Iets, beslist.

Vieze liedjes (2)

 De 'Vieze liedjes' verzameld door Annemieke Houben lijken in veel op de popmuziek van nu. Over begeren, verlangen of seks gaat het altijd nog. En daarbij helpen zwijmelmuziek en de ritmiek van het lijf.

 Er werd in de 17de en 18de eeuw al gewaarschuwd tegen schunnige liedjes net als later tegen de Weense wals en de zedenbedervende rock' roll. De meeste werden ook toen gemaakt vanuit mannelijk perspectief, maar ook vrouwen zongen ze, zoals de twee hoeren die in de Kalverstraat in november 1710 werden opgepakt voor het zingen van 'seer vuyle lietjens'.

 In de verte doemt het Eurovisie Songfestival al op. Een grote parade van de 'ontughtige Kleeder-prael', van de zingende hoeren waarvoor in 1682 al werd gewaarschuwd. Verbieden hoort er onlosmakelijk bij. Gezagsdragers en wetshandhavers leren het nooit, maar ieder kind weet het: verbieden is aanmoedigen.

 Daarbij is de manier waarop teksten op muziek worden gezet, de zogeheten 'frasing' opmerkelijk. Vaak hamert een refrein de boodschap er extra in. En de liedvorm dwingt tot bondigheid, vernuft in de omgang met beelden en taal. Alliteratie en binnenrijm geven de zangers kans op grappen en uithalen.

 En A dirty mind is a joy forever. Zoals in het lied over de dienstmeid die een ton staat te schuren. Een ton? Die verbeeldingskracht is uit de pop van nu verdwenen. Dat maakt dit boek zo leuk.

 

 Al waar 't een dienstmeid maar, zo kan ze aardig schuren,

en is ze zelver vrouw, te beter kan ze 't sturen:

Zij dunkt mij even knap, en wakker uit de mouw

zodat ik hare tobb' ook graag eens schuren wou.

 En zo verder. Uit: David Ronsaeus, Venus Minne-Gifjens (1622)

Vieze liedjes (1)

 Geen 'ondeugende' dus. Vieze. Uit de 17de en 18de eeuw werden ver­zameld door An­nemieke Houben. En je bladert een wereld bin­nen waar niet alleen een andere taal wordt gesproken, maar waarin het ook zonder omhaal over seks en erotiek gaat.

 Zoals teruggevonden in liedjes die op straat en in cafés werden gezongen. Goddank niet hertaald, maar leesbaar gemaakt. Want de taal en omgangsvormen van onze Goude­n-eeuwers zijn een feest van directheid. Juist door de dubbel­zinnigheden, die soms aan blues doen denken. Sugarcane Harris vernoemde zich niet voor niks naar een zuurstok.

 Wie kent er nog het heipalen­lied? Als je ziet hoe omzichtig en vol eufemismen er tegen­woordig over seks gesproken wordt. Als 'vagina-monologen' al een wonder van direc­te taal is. Wat is nu anders dan toen? Wat maakt toen zo leuk?

 Dat de dingen bij hun namen genoemd worden, het regent niet alleen komische woorden voor seks en neuken, je steekt ook heel wat op over klysma's, over het scheren of juist coifferen van schaamhaar, over geslachtsziekten. Maar ook over hoe vrij veel vrouwen waren, een vrouwelijke vorm van machismo. Hoeren waren er, veel, maar ze onderhandelden zelf, op het scherp van de snee. Pooiers kom je niet tegen. Wel waar­dinnen, en moeders.

 Maar in de meeste liedjes van toen is - net als in die van nu - toch de liefdesdroom, de bron, alomtegen­woor­dig. Alleen die van toen waren zoveel leuker. 

 Waar bleef deze wereld? In de 19de eeuw onder tafel geveegd, vrees ik, door de nette burgerij. En daar ligt hij nog. Later meer.

Pijphenge..
Manhattanhenge - zonsondergang

Pijphenge

Vandaag, 5 maart was mijn eerste lentedag omdat de zon vanmiddag om 17.59 haaks mijn straat in de Amsterdamse Pijp binnenviel.

 Lage zon, extreem lange schaduwen. In andere Pijpstraten evenzo. Toen het afgelopen najaar, eind oktober, net zo gebeurde maakte ik deze foto, waarop ik fiets met de zon in de rug..
Die ik vandaag net zo had kunnen maken.
 

 Annemieke Houben vertelde van een vergelijkbaar verschijnsel dat ze in New York meemaakte, waar het ook een naam heeft: Manhattanhenge. Manhattan heeft eenzelfde rechthoekig stratenpatroon als de Pijp. En Manhattanhenge is op 28 mei en 12 juni te zien als de stralen van de ondergaande zon in lijn vallen met de West-Oost straten van Manhattan.
De term komt van Stonehenge, waar de zon de centrale steen treft bij de zonnewende.
 Maar.. waarom valt die dag hier zo veel vroeger dan in New York? Omdat de Pijpstraten niet precies West-Oost zijn aangelegd?
Ik mis een eigen benaming van het verschijnsel. En stel voor: Pijphenge. Een dag om je schaduw bij je te roepen.
 

uit de verzameling

Annemieke Houben (2)

Annemieke Houben, historisch letterkundige, werkt bij het P.J.Meertens Instituut. In haar vrije tijd maakt ze de site NadePiep. Vanaf morgen, maandag, laat ze in De Avonden elke dag na 21.00 een keuze horen.

 Hoe praatten de mensen vroeger? Van woordgebruik, intonatie, zinsmelodie in andere tijden is weinig bewaard. Dankzij Nadepiep weten we iets van de jaren '80 en '90.
Sommigen hadden hoorbaar moeite met het inspreken van antwoordcassettes. Er is ook ergernis. Hoe kan het dat iemand woensdag om zeven uur nog niet thuis is?
Of de onzekerheid als de ander niet kwam opdagen. Je belt en hij of zij is er niet. Of doet alsof. Waarom? Ligt dat aan jou? Stemmen verraden veel.
Annemieke: 'In je vriendenkring leer je mensen kennen door hoe ze een boodschap inspreken. Sommigen springen op het podium, vergroten zich, nemen alle ruimte, anderen kruipen weg, worden onzeker.'

 Op wie antwoordcassettes bezit wordt nog steeds een dringend beroep gedaan. 
Toen ik vorig jaar van het plan hoorde heb ik de mijne afgestaan, met daarop onder meer Gerard Reve, Johnny van Doorn en A.Moonen. Over die laatste zegt ze 'Hij is gemaakt voor het antwoordapparaat'.
 

Pagina's