'Stube', Matthias Weischer (2005)
)

Nederland-Deutschland

 Melige titel, maar zo heet de expositie van drie Nederlandse en drie Duitse schilders in het Haagse GEM. Verf! Uit de catalogus leer ik dat er na de val van de muur in Duitsland schilderkunstig juist een trek was (en is) van West naar Oost. Omdat in de voormalige DDR met z'n socialistisch realistisch traditie nog schilderonderwijs werd gegeven. Wie op een ambachtelijke manier het métier wilde leren moest bijvoorbeeld naar de academie in Leipzig zoals David Schnell (1971) en Matthias Weischer (1973). De twee Wessies wonen nog steeds in Leipzig.

 Adembenemend te zien wat ze nu met de verworven vaardighedendoen. Kijk hoe Schnell de 'mechanisering' van het platteland weergeeft met zijn als ijzerdraad geschilderde strorollen. Eerder bedachtzaam humoristisch dan vermanend. Maar het meest verrasten me de interieurs van Weischer. Prachtig zoals die schemerige binnenhuisjes componeert met patroontjes en motiefjes uit de wereld van plastic en formica-decoratie. Je gaat er in onder, als bij de Zwitserse meester van sprekende interieurs Félix Vallotton. Later over de schotelantennes van Tjebbe Beekman.

50 km

Hoe snelheidsbeperkingen kracht bij te zetten?Initiatief in Kopenhagen van de Raad voor Verkeersveiligheid. .De Deense Pieter van Vollenhoven.

Humor op maandagochtend, met dank aan de Deense overheid..

Kozyrev spiegel (2001)
Johan Tahon
In Fluïdum (1996)

Johan Tahon

 Een fluïdum is een vloeiende stof die kan stromen en vervormen, waardoor hij niet kan worden belast met het gewicht van een andere stof. 'In fluidum' (IF) heet de uitzonderlijke tentoonstelling van de Vlaamse beeldhouwer Johan Tahon (1965) die nu een week loopt in Beelden aan Zee in Scheveningen. Daar kom je terecht in het gesprek dat Tahon voortdurend met zichzelf voert. Wat helpt is het boek dat Lannoo over hem uitbracht en de film waarin je hem aan het werk kunt zien aan de 'verschijningen tussen geest en lichaam' in z'n atelier in Oudenaarde.

 Daarin vertelt hij dat alchemisten goud wilden maken, maar dat ze wel wisten dat dat niet zou lukken, ze zeiden ook wel dat ze 'god' wilden maken. Maar eigenlijk wilden ze het liefst gewoon bezig blijven in hun werkplaatsen, aan de rand van de maatschappij.Tahon heeft het over de kunstenaar als sjamaan. Hij vertelt van een sjamaan die wist dat hij door een god was ziekgemaakt. Maar deze god wist dat de sjamaan sterk genoeg was om zichzelf te genezen. De kunstrenaar, de sjamaan, doet verslag van zijn genezingsproces. In de hoop dat dit ook voor anderen van belang kan zijn.Zijn vriend de dichter Peter Verhelst hoopte een regel te schrijven waarvan de lezer dood zou neervallen. Zegt Tahon: een kunstwerk moet een opening laten. Van een regel die alles zegt zou alleen Verhelst zelf dood neervallen. En over zijn held Giacometti: 'Die was zeer begaafd. Hij had ieder vak kunnen kiezen, maar koos voor de beeldhouwkunst, het enige dat hij niet begreep.' Later meer over Tahon.PS. De Russische wetenschapper Kozyrev werd oa. bekend door telepathisch onderzoek en experimenten met spiegels.

Spilliaert & aspidistra's

Aspidistra

 In de VPRO-gids schreef ik over kamerplanten. Late overblijfsels van de gobelins, waarmee men eens buiten naar binnen haalde. In het gras liggen bij een vijvertje en het toch niet koud krijgen. Zo kwam ik op de tentoonstelling van de schilder Léon Spilliaert (1881-1946) in Brussel.

 Daar zie je eerst de zeezichten bij nacht en de vrouwen aan de waterlijn, starend in de oneindigheid. Maar tot slot is er een zaaltje met louter zelfportretten van de rossige jongen met het melkboerenhondenhaar, altijd gemaakt voor de zelfde, vaak mee geschilderde spiegel in het atelier in Oostende. Een uitbouw overhuifd met glas. En naast de kop van de jongen met de stijve boord, in een koperen pot, staat altijd dezelfde kamerplant. Lang gezocht maar weet het nu: het is een aspidistra.

 Aspidistra! Uit mijn rijtje George Orwell komt nu de Penguin van 'Keep the aspidistra flying', het enige boek waarin een kamerplant een doorslaggevende rol speelt. En op het omslag, ja zeker, staat een foto van deze zelfde plant. In een koperen pot. De aspidistra, inderdaad een erg Belgische plant. Meteen telefoon en mail. Hoe ziet een aspidistra eruit? Hier, kijk.

Tags: 
in De Appel
Thomas Blondeau

Interessant

'Hoe te leven als je het leven niet serieus kunt nemen?'De student David, hoofdfiguur in de debuutroman 'eX' van de Vlaming Thomas Blondeau misdraagt zich graag en veel, net als zijn vrienden de schilder Xander die voornamelijk naakten schildert (voor de verkoop) en de dwaas Franky. Niets helpt, de wereld is van rubber. Wat onze helden ook ondernemen, alles geeft mee. Het boek kent drie delen: I Voor het leven interessant werdII Het leven wordt interessant III Het leven is interessant

Wat bezielt de drie, behalve drank? Ze geloven in publiciteit. Die in dit verhaal belichaamd wordt door een uitzonderlijk mooie tv-interviewster van Russische komaf, Halcia. Deze muze inspireert hun kunstenaarsactie 'Estetisch Affront' waarover ze een documentaire maakt. Estetisch Affront molesteert tuinkabouters overal in Vlaanderen en Noord-Frankrijk.En dan? Dan wordt het opeens menens. Verbazend wat de werkelijkheid in korte tijd in de levens van onze drie jonge helden aanricht. Interessant. Ik sprak Blondeau tijdens een bezoek aan Amsterdam bij kunstcentrum De Appel, waar dezer dagen de ’feministische’ tentoonstelling 'If I can't dance I don't want to be part of your revolution' te zien is. Maandag 27 november is hij te horen in De Avonden.

Tags: 
Elsbeth Binzenstock in 1517...
...en in 1528

Zij?

 Het mooiste meisje van het Mauritshuis hangt op de eerste étage, in de hoek aan de vijverkant, met haar rug naar het torentje. Ze werd 'voorheen toegeschreven aan' (door wie? waarom? en waarom nu niet meer?) Hans Holbein (1517).

 Om haar schouders draagt ze een krap zwart jakje, gevoerd met bont en grote borsten, gehuld in strak, maar hooggesloten wit mousseline. Haar gezicht is poezelig blank, ze heeft lichtbruine, bijna gele ogen die een ietsje loensen naar binnen. Maar hoewel haar blik naar binnen is gericht geeft ze de toeschouwer de illusie dat hij haar zou kunnen wekken, als Doornroosje. Dat ze dromerig zou opkijken als hij het goede woord maar zei. Haar haren, en ook de hals zijn bedekt met een dubbelgeslagen hoofddoek, die alleen over haar voorhoofd - heel geraffineerd - niet dubbel valt maar enkel, en doorschijnend is als een sluier.

 Van de jonge vrouw uit 1517 is beweerd dat zij Elsbeth Binzenstock geb. Schmid zou zijn, de jonge weduwe met wie Hans Holbein kort daarna (1519 of 1520) zou trouwen en die vier kinderen van hem kreeg. Kort daarna werd hij hofschilder aan het Engelse hof. Elsbeth is ook bekend van een portret, dat hij in 1528 van haar en de kinderen maakte voor hij weer vertrok naar Engeland. Holbein is tussen de twee portretten bijna steeds buitenslands geweest (in Engeland had hij buitenechtelijke kinderen), Elsbeth bleef in Bazel. Zij? De vorm van wangen, neus en mond komt overeen. De kleur van de ogen is groener. Maar toch, haar blik keert zich op de zelfde manier naar binnen. Godweet wat zich daar in elf jaar heeft afgespeeld. Ik twijfel niet, ze is het.

Tags: 
Faith71 dinsdag op het het Plein in Den Haag (foto Marco Buddingh)

PVDCA

Het mega-affiche van spuitbusschilder Faith71, alias Donovan Spaanstra (zie dit log van zaterdag 18 november) werd in kranten gesignaleerd en verscheen afgelopen dinsdag even in beeld bij RTL Boulevard.Hier wat langer.

Een PvdA promotieteam wenste 'niet geassocieerd te wordenmet de PVDCA haha nou ja de CDA dan...'.Spaanstra: 'Van die twee ben je nog niet af.' Ik: 'Wat zou je zonder ze moeten?'.

de laatste?
twee
drie
een

Moe

Me vanavond niet onttrokken. Voor het eerst dit jaar een integraal lijsttrekkersdebat gezien en daarna Freek de Jonge. Lijsttrekkers hebben onderhand weinig menselijks meer. Je kunt ze opladen en afstellen op 1 minuut spreektijd over willekeurig welk onderwerp of een rondje bekvecht met invulbaar wie over wat dan ook.Het heet 'debat', maar voert tot geen enkele conclusie, niet bij de deelnemende trekpoppen, niet bij de gespreksleiders.

Waarom was Freek de Jonge zo goed? Ook omdat eindelijk een normaal mens ongestoord anderhalf uur lang z'n verhaal kon vertellen. Zonder te slijmen, zonder de adem van Maurice de Hond in z'n nek.Wel dacht ik, daar staat de laatste komiek die zoiets nog kan. Die iets snapt van het politiek bedrijf. Hans Teeuwen? Theo Maassen? Ondenkbaar. Freek de Jonge, de laatste intellectueel in het cabaret.En toen, toch nog, in de nazit, bepaalde Wouter Bos mijn stem. Weg was zijn glimlach. Eindelijk zag hij pips. Straks valt ie nog in slaap, dacht ik. Midden in een volle studio.En ik wist opeens ook, die zegt de politiek vaarwel, vlugger dan men nu denkt.

Peterskirche München na de oorlog.
lijn 8 in München
Weiss Ferdl

Tramliedjes

Voor wie even heel ver weg van verkiezingen wil zijn. Zo ver als maar kan. De tram die uit Triest bergop naar Opicina rijdt komt niet alleen in het werk van Italo Svevo voor, er is ook een liedje over gemaakt. En in zijn nieuwe bundel 'Wat boven kwam' vertaalt Louis Lehmannn een gedicht van de Argentijnse Alfonsina Storni en zet het op muziek. Het eindigt met: 'zijn metaalachtige stemnoodt ons het noodlotte aanvaarden.'Er bestaan geen liedjes over Nederlandse trams. Maar deze week kwam een Duitse liedregel naar boven 'Ein wagen von der Linie acht, weiss-blau, fährt .... durch die Stadt'.Mijn vader, leraar Duits, kreeg van een kennis uit München een grammofoonplaatje met een over een tramconducteur. Het werd eindeloos gedraaid. Nu ik het terughoor vallen de woorden op hun plaats. Niet dat ik ze versta. Hooguit een paar.

Wat vertelde de conducteur (de Schaffner) in de stampvolle tram nu toch? En wie was hij? Opname uit 1946, met publiek. Gemaakt in München, dat toen in puin lag. Veel van de straten die de conducteur afroept bestaan uit puinhopen. Weiss Ferdl heette de zanger, een komiek die beroemd werd tijdens de eerste wereldoorlog toen hij optrad voor de Duitse troepen in Arras. Later maakte hij films en al was hij lastig, in 1940 werd hij lid van de NSDAP. Hij stierf in 1949. Hoor hem. Ferdl doet ook de stemmetjes van de passagiers tussendoor: Ein Wagen von der Linie Acht,Weiss-blau faehrt rasselnd durch die Stadt.So faehrt der Wagen schnell dahin,Die Menschen, die im Wagen drin,Die schaun gar grantig niemand lacht,Da drin, im Wagn der Linie Acht. Schaffner: Naechste Haltestestelle Harras, Waldfriedhof umsteigen.Nervoese Frau: Bitt schoen, Herr Schaffner, Max Weberplatz, muss ich umsteigen?Schaffner: Naa, erst am Stachus in die Linie 4 oder 19. Aussteigen lassn!Wagenfuehrer: Aba Leut, lassts doch d' Leut naus!Junger Mann: Geh halt weg alter Depp!Alter Mann: Dir gib i nacha glei an alten Deppn, Rotzloeffl, rotziger. A so a schwindsuechtigs Zigarettenbuerscherl! A scho 's Maul aufreissn. I bin a alter Muenchner Buerger, der vierzig Jahr seine Steuern und Abgabn zahlt hat, does merkst da, du Rotzloeffl!Schaffner: Vorsicht, der Wagen ist besetzt! Ein Wagen von der Linie Acht(in die Mitte gehen!)Weiss-blau, faehrt rasselnd durch die Stadt, (noch jemand ohne?)Kling kling, bim bam.So faehrt der Wagen schnell dahin,Die Menschen, die im Wagen drin,Die wackeln hin und her ganz sacht,Da drin im Wagn der Linie Acht.Mijn vader verstond het ook maar half. Of minder.

Ein Wagen von der Linie 8
Beluister fragment
Henry Moore-tekening. Reclining figure (1929)
two piece reclining figure (gegoten 1979-1981) in de Kunsthal
Henry Moore onthult 'Het gezin Harlow' (1956)

De leegte van Henry Moore

 Nog steeds probeer ik te begrijpen wat me gisteren overkwam bij de Henry Moore (1951-1970) tentoonstelling in de Kunsthal in Rotterdam.Er werd me iets geopenbaard wat ik eigenlijk al wist, maar waar ik niet aan wilde. Opeens stond ik - als een kind - oog in oog met 'de moderne beeldhouwkunst'. Het icoon waarvan in mijn achterhoofd blijkt te zijn een Henry Moore-achtige sculptuur. Een van zijn te vele 'reclining figures'. Een plompe, liggende vrouw met een zeer lange hals en een klein hoofd, waaronder vormen ontleend aan brede heupen en dijen.

 In zijn - spannender - latere werk valt die figuur steeds verder uiteen in wat gaat lijken op dinosaurusbotten. Vreemd. In de Kunsthal worden dezer dagen tegelijk dinosauriërs geëxposeerd voor de kinderen. Henry Moore, dinosaurus van het 20ste-eeuwse beeldhouwen? Overleeft hij? Zijn vormbeheersing is matig, je ziet het aan z'n tekeningen. En de invloed die hij onderging - na Picasso en Matisse - van 'primitieve kunst' roept vragen op. Wat doet Moore met de pre-Columbiaanse kunst die hij in Mexico zag? Hij pikt, zover ik zien kan, net als zijn voorgangers vrij lukraak vorm. Op betekenis kan hij zijn vinger niet leggen. Ik hoop op een studie naar de misverstanden tussen de Westerse Modernen en 'primitieve kunst'. Henry Moore blijft leeg. Maar misschien is dat ook de bedoeling en zijn zijn beelden gemaakt om - vrij naar Reve - het verdriet van de tweede helft van de Twintigste Eeuw in op te bergen.

Pagina's