Alle kunst is ideeënkunst. Zelfs hardline realisten kunnen niet zonder vondst. Dat merk je in het Haags Gemeentemuseum. Het eigene geeft de doorslag. Dat ene waardoor de toeschouwer meteen denkt 'ja'.
Een rijke oogst dit jaar, van 277 dingen, uit 3000 inzendingen. In meerderheid schilderkunstig. En natuurlijk zie je sporen. Die van Tjebbe Beekman, Emo Verkerk, Berlinde de Bruyckere, Marlene Dumas, Robert Zandvliet.
Thema is 'woest'. Nu ja, woest. Maar wat overheerst zijn knipogen, grapjes, kleine grapjes.
Wat te denken van het wonderlijke mengsel van een gipsafgietsel van een gezicht en een filmprojectie van dat zelfde gezicht. Waardoor het gezicht voortdurend verandert. Ook omdat de projectie in het gips reflecteert. Onzegbaar. Ga kijken naar 'Restrained' het meesterstuk van Sanne Maes. Of het volkomen chaotische 'poppenhuis zonder poppen' van Mariken Tönis opgedragen aan de bewoner, meneer Wallace.
De inzendingen zijn losjes thematisch geordend rond een klassiek werk. Zo is de omgekeerde rode hond van Baselitz een gids in de dierenzaal. De hond wordt komiek, vooral als hij aan z'n lijn rukt, zoals bij Henrique van Putten.
Of het vrouwengezicht dat geheel uit haar bestaat, als een eigentijdse Maria Magdalena van Geertje-Geeske Geertsma.
De Zomerexpo onderstreept nogeens wat ik pas riep over het museaal verdriet. Want wanneer en waar zijn deze dingen ooit nog te zien behalve hier en nu. In musea? Vergeet het. In galeries? Als er geld in zit. Sommige werken zijn hier al te koop. En verder?
De zomerexpo heeft door z'n uitgekiende selectie een unieke voortrekkersfunctie. Maar om met Gerard Reve te spreken: 'Moedig voorwaarts. Waarheen?'