Meilleurs voeux! (2)

 Vinden wat je zocht. Wat vond zo'n brein eens een logische plaats om de bijzondere nieuwjaarskaart op te bergen? Het bleek te zijn exemplaar nummer 291 van de 500 die Herge voor zichzelf liet maken van de herdruk van zijn eersteling 'Kuifje in de Sovjetunie'. Gesigneerd in januari 1971.

 Bewijs, het is echt gebeurd. We filmden voor een programma dat 'Pik in 't is winter' heette.Ik was rustiger dan die eerste keer, in 1969, toen ik alleen voor radio opnam en mijn bandjes liet liggen. Secretaris Baudouin heeft me nog laten omroepen op Brussel-Zuid, maar vergeefs. Ze werden toen per post nagestuurd. Wat ik blijf zien is de entree op Avenue Louise als je uit de lift stapte. Je stond meteen in een halletje met vitrines, waarin het vaandel van de harmonie van Molensloot, het beeldje uit Het Gebroken Oor, de maanraket en zo meer. Ook hing er een kapstok met twee bolhoeden en twee wandelstokken.

 Op de werkkamer van Hergé aan de achterkant stond niet alleen het borstbeeld van Kuifje maar er hingen een paar grote moderne schilderijen (in mijn herinnering ook een Karel Appel), die eraan herinnerden dat Hergé eens kunstschilder wilde worden. Zie daarvoor zijn onvoltooide 'Kuifje en de Alfakunst'. En nu dan 'Beste wensen' uit 1972, een jaar waarin veel werd gedemonstreerd. Met nicotineaanslag.

Tags: 
verdwenen naamplaat
Avenue Louise 162
Hergé in 1979, het Kuifje-borstbeeld stond er in 1969 al.
de studio was op de vijfde, je kwam direct uit lift binnen.

Meilleurs voeux!

 Jarenlang wensten alle figuren uit Kuifje me elke dag een Gelukkig Nieuwjaar. De kerstkaart was van 1972. 'Avec les meilleurs voeux de: (gesigneerd met viltstift) Hergé'. Dit tableau de la troupe hing boven mijn buro. Het is wel een meter lang. De figuren vormen samen een betoging, dragen spandoeken en borden. Haddock heeft een bord vast waarop staat 'NON A LA POLLUTION'. Irma, de huishoudster van Bianca Castafiore: 'POUR LA LIBERATION DE LA FEMME'. Zonnebloem houdt het op 'VROLIJK PASEN'. De tekenaar zelf staat er ook tussen, in z'n blauwe pullover. Ik zoek me suf, waar is de kaart? Veilig opgeborgen. Maar waar?

 In 1969 kwam ik voor het eerst aan de Avenue Louise in Brussel terecht. Daar zat een man die waarachtig op Kuifje leek achter een buro waarop uitgeknipte stukjes die ik had geschreven in het weekblad De Nieuwe Linie. Stukjes vol vragen, die nu gesteld moesten worden aan, ja wie? In zijn knipsels stonden rode potloodstrepen. Hergé kon kennelijk Nederlands lezen. Volgde een een hakkelend gesprek.'Wordt u vaak geïnterviewd,' vroeg ik. 'Ach, meestal als er weer zoveel miljoen albums verkocht zijn komt er iemand van de krant,' zei hij. 'En dan mag ik van geluk spreken als hij op het station nog even een Kuifjeboek heeft gekocht.' 'De journalisten Kalebas en Salie uit 'De Juwelen van Castafiore?' 'Juist.' Hij legde me een belangrijk principe uit: 'de natuurgetrouwheid van de achtergrond'. Op de voorgrond kan alles, Jansen en Jansens maken onmogelijke buitelingen, maar dat kan alleen als op de achtergrond alles klopt, elke klinknagel aan een locomotief, elk automodel, elke knoop op een politieuniform. Eens kreeg hij klachten van kinderen over 'De Zwarte Rotsen', er klopte niets van, de Schotse ruiten waren fout, de brandweerauto ook, etc. Hergé heeft het hele album opnieuw getekend. Nu klopt alles. En daardoor kán ook alles. We zijn klaar met het gesprek. Ik vraag Hergé of hij z'n oude werk goed bewaart. Dit is lang voor de vele archiefheruitgaven.

 Hij wijst op een lage grijze kast aan de raamkant (zijn werkkamer is aan de achterzijde). Hij schuift hem open. Er liggen verfomfaaide, gebonden exemplaren in van zijn vroegste verhalen. Nog in zwart-wit. 'Ja,' zegt hij, 'de prinses kwam hier wel eens langs en dan liet ze de kinderen hier achter. Die bleven dan zoet zitten lezen tot ze terugkwam van het winkelen in de galerij verderop.'Nu denk ik: prinses? Het moet Liliane de Rethy geweest zijn, Leopolds tweede vrouw, de stiefmoeder van Boudewijn. Een foute prinses, maar toch een prinses.De schuifkast ging dicht. We aten daarna bij een Chinees. Hergé vond dat heel bijzonder. Hij raakte niet uitgepraat over het interieur van het restaurant, de prenten aan de muur. Nee, veel gereisd had hij niet: 'Ik ben één keer naar Canada geweest. Verder niet. Ik heb alles uit boeken.'De tweede keer maakte ik een filmpje. Dat moet er nog zijn bij de VPRO. Afgelopen dagen was ik in Brussel en ging toch nog even kijken. op de Avenue Louise waar ik eens twee mooie middagen doorbracht. Bij vertaler Bob de Moor, secretaris Baudouin van den Brande de Reth, de grijze inkleurdame en de autootjes- en vliegtuigenspecialist. De erven zitten er nog.

Tags: 
Nicolaikerk, Utrecht
Situationisme in het Centraal Museum
Elisabeth van Tuyl van Serooskerken (1689), door wie?

Elisabeth

De donkere zondag voor kerst liep ik langs de Utrechtse Nicolaïkerk naar het Centraal Museum waar ik het erfgoed van de Situationisten zou gaan zien, de kerkdeur stond open, nog net.Opeens herinnerde ik me Elisabeth. Jaren terug had ik haar gezien in haar hoekje, de kapel rechtsachter. Of was het linksachter? Rechtsachter was het, en ik trof haar mooier dan ik me herinnerde: Elisabeth van Tuyl van Serooskerken, gestorven in 1689, een wolk in marmer, peinzend geleund op een elleboog, gehuld in een rijkdom van plooien.

Was dit een Rombout Verhulst? Het stond nergens. Een medewerker (de predikant zelf?) opende het hekwerk voor me, met een begrijpende blik. Ik begon onmiddellijk foto's te maken. Er is iets met haar. In het officiële foldertje van de kerk komt ze niet voor. In mijn naslagwerken is ze onvindbaar. Wie helpt? Wel is er een eigengemaakte ansichtkaart te koop, een fotoafdruk geplakt op bruin karton. Een initiatief van de vriendelijke heer?Even later vlogen de Situationisten me naar de strot. Hoe heette dit toch, toen? Niet iedereen had z'n verstand verloren. 'Kretologie'. Vrij grabbelen in de ton van de politieke en kunstgeschiedenis. Trotski buitelde over Dada en de 'arbeiders' werden steeds aangeroepen of van hen het heil te verwachten was. Wie het hardst schreeuwde had gelijk, dat weet ik nog goed, en tegenspraak werd niet geduld. Ze waren even oud als ik. Ja, ik stam uit een onverdraagzame generatie. Nu was het Elisabeth, die het pleit beslechtte. Het einde van de kunst? Ze heeft zich in mijn hoofd genestelde naast de grafmonumenten van de vrouwen uit het huis Savoye, gezien in Piemonte. 'Als ik dood ben, beeldhouw me op mijn verleidelijkst'. Bij thuiskomst bleek dat al mijn foto's van haar uit het toestel verdwenen waren, weg, iets wat me nooit overkomt. Wat wil ze me zeggen?

BEN EVEN WEG

Let op de plant.

de stereo opname
J.G.Mulder en vriend in draagstoelen nabij Hai Phong. De draagsters zijn - dit is gangbaar - vrouwen.
de viewer, krijg je bij het boekje cadeau.

Stereofoto's

In Haarlem, schuin tegenover het Frans Hals Museum ligt het Spaarnestad Fotomuseum, waar tot eind januari de tentoonstelling STILLS te zien is. Stereofoto's gemaakt door de tot voor kort onbekende J.G.Mulder, die kort na 1900 enkele jaren als oliehandelaar verbleef in Hai Phong, in het tegenwoordige Vietnam. Er zijn er ook van zijn reis naar Indochina en zijn verblijf in de VS erna.

Stereofoto's, leer ik uit het gave essay van John Kleinen in het bijbehorende - onmisbare - boekje ('Zijstraten van de geschiedenis - De wereld rond 1900 in stereofoto's') waren in Europa populair bij professionals in de periode 1850-1870, later bij amateurs. Op de slagvelden van de WOI zijn veel stereo-opnamen gemaakt, door militairen, vooral op plaatsen waar de pers niet mocht komen. De vergelijking met de weblogs en digifoto's van nu uit Irak en Afghanistan dringt zich op. Het principe is eenvoudig, je werkt met een camera 'met twee ogen' die van elke situatie dus twee net even verschillende opnamen maakt. Met een eenvoudige viewer (meer een ogenrichter) maak je daar weer één beeld van. En dat beeld heeft diepte! Zo sta je midden in Frans Indochina, in Parijs, maar ook in New York. Wat is een foto? Zoals Barthes zei: 'noch beeld noch werkelijkheid, maar in feite een nieuwe entiteit, een uitdrukking van een werkelijkheid waar je niet meer bij kunt'.Of meester fotokijker Rudy Kousbroek: 'een portretfoto, vooral van een gestorvene, komt in de plaats van een herinnering; de foto verdringt het, vervangt het, doet iets vervagen in het geheugen.'Overstelpende melancholie.PS. Ik hoor dat stereofoto's nog tot in de jaren '30 in sommige bladen en kranten verschenen. De lezer werd geacht zo'n viewer thuis te hebben.

omslagfoto van 'De aardigste man ter wereld' van Freddy de Vree.(2002)
het eerste contact

Bij Hermans thuis

 Nu twaalf jaar geleden, kort voor diens dood was ik in Brussel bij W.F.Hermans om een interview op te nemen. Het zou als inleiding dienen bij zijn radiovoorlezing van 'De God Denkbaar, Denkbaar de God', op 2 januari 1995.

 Het eerste wat Hermans zei was: 'Het is niet leuk om 73 te worden.' We zaten op een oud bruinleren bankstel, door katten afgekrabd, aan een glazen rooktafel tussen een samenscholing van niet-nieuwe meubelen. Het gesprek verliep eerst stroef. Zijn toon was er een van 'zo ben ik nu eenmaal, U zult het wel verkeerd begrijpen.' Goede schrijvers kunnen wat gewone stervelingen ontzegd blijft. Ook na hun dood blijven ze tegen je praten.Daar in Brussel liet Hermans me een 'schuldbekentenis' tekenen voor het afgesproken bedrag, op een papiertje dat zat tussen een papierklem in de vorm van een koperen pecten (een pecten is een schelp, een 'gidsfossiel', als je hem in een aardlaag aantreft weet je in welk tijdperk je zit). Daarna konden we opnemen.Achteraf ging het over van alles. Over Hergé, surrealisme, over zijn vriend Freddy de Vree ('vermeld Freddy, hij is altijd zo bescheiden') en ook over muziek die bij de uitzendingen zou kunnen passen. Hermans kwam met het 'Gesang de Jünglinge', van Stockhausen. De jongelingen staan met blote voeten (in de hel?) op een gloeiende plaat, legde hij uit, en juist daarom zingen ze zo mooi.

 En ik vroeg naar de beer. De Denkbaar-beer. 'Doorhalen wat niet verlangd wordt; het bedrag in cijfers.' Dat staat op de halsband van de beer, die toch ook een teddybeer is. Had dat te maken met 'mijn enige ware vriend' in de Fotobiografie? Aan zijn halsband zit toch een slot in de vorm van een een pecten? 'Ja dat zou wel kunnen.'We bekeken 'De wonderen van het heelal' een plaatwerk uit de jaren '20 dat ik kende uit m'n eigen jeugd. Er staan vergrote sneeuwkristallen in maar ook voorwereldlijke dieren.Hiernaast de ruwe opname van het gesprek.'Denkbaar', een boek uit 1956 waarin om maar losweg te noemen, de Baron van Münchhausen, Ludwig Wittgenstein, Koning Arthur en het idee van de latere film Jurassic Park van Spielberg op een verbazende manier met elkaar te maken krijgen.Later werd kwam het gesprek in het boekje bij de CD-versie, door Hermans gecorrigeerd. Kort na de verschijning stierf hij. PS. Daags na het overlijden van W.F.Hermans, op 28 april 1995 hebben de Welingelichte Kringen uitgebreid daarbij stilgestaan. Met Joop van Tijn, Henk Hofland en Piet Grijs (bij WFH 'Malle Hugo'). Archivaris Nienke Feis vond de uitzending terug. Komende week ook hier te beluisteren.

Tags: 
bladachterkant op 21december
bladvoorkant op 21 december
22 december, eerste jonge loot.de witte vlekjes zijn restjes groene zeep.

Zieke plant (2)

 Dit is hard op weg mijn kerstverhaal te worden.De architecte en beeldend kunstenaar Sarah van Sonsbeeck trok zich het lot van mijn zieke plant aan en legde het geval voor aan een bevriende botanicus. Ze blijkt een Schefflera Actinophylla te zijn, een Australische vingerboom. En haar ziekte is dopluis. Het mengsel van zeep en spiritus was goed. De luizen gaan dood van de spiritus en hun dop wordt week van de zeep. Ook kan (met de hand, met een papiertje) de luis er van af geveegd worden (makkelijk vanwege de dopjes). 'Een nederig werkje.'

 Ik ging in de slag. Dode takjes zaagde ik weg. Voor gitaarspel heb ik tamelijk lange nagels. Daarmee krabde ik luizen van blaren. Vlot ging dat niet. Dopluis en wolluis, zei de botanicus, kunnen ook bestreden worden door ze aan te stippen met een penseeltje onverdunde spiritus of minerale, niet-plantaardige olie. Maar de planten gaan ervan kleven, zodat ze met schoon water moeten worden nagespoeld.Wat dat kleven betreft, zei ik, de bladeren waren voor ik iets gedaan had al kleverig. Er kwam zelfs vrij wat kleffe substantie op de vloer terecht.De botanicus: de kleverige substantie is de honingdauw die ze als stressreactie aanmaken. Sarah: Eigenlijk nog heel beleefd als je ziet wat mensen doen bij bijvoorbeeld al het missen van de trein. Intussen blijven er bladeren vallen. En ik vraag me af, met hoe weinig bladeren kan een plant toe? Maar vandaag gloort opeens hoop. De eerste jonge loot in vele dagen. Wederopstanding? Kaarsjes? Sarah: 'Het is echte liefde.'

Lodewijk Napoleon
ontwerp oecumenisch kerkgebouw

Thee

Donkere dagen. Apeldoorn. Een tentoonstelling over Lodewijk Napoleon in Het Loo maakt duidelijk dat een gewone Corsicaanse jongen een heel goede koning kan zijn. Hij, niemand anders zo leer je hier, legde de basis voor het koningschap van de Oranjedynastie. Te beginnen met het tot paleis maken van het Amsterdamse gemeentehuis op de Dam. Lodewijk had er gevoel voor. Hij spoedde zich naar rampplaatsen zoals de watersnood in de Betuwe en het ontplofte Leidse kruitschip. Hij liet daklozen in zijn eigen Huis ten Bosch slapen en ontwierp kerken met twee zalen, voor katholieke en hervormde diensten.Verder is hij de grondlegger van het Rijksmuseum en het hoger kunstonderwijs in den lande.

Op school hoorde ik echter niets dan slechts over hem. Zo gaat dat. Beschaving is in Nederland van oudsher import. Dat bemerkte ik weer bij een kopje thee op de markt van Apeldoorn. Ook hier werd het theezakje niet in de keuken al in het kokend water gedaan, zoals in België en Frankrijk, nee, ze moesten persé een doos met theesoorten presenteren. En toen kwam - als vaak - het blaadje met suiker, melk, honing zelfs, een koekje en een glaasje niet erg warm water, maar geen theezakje. En toen moest alsnog die doos gehaald worden, helemaal achter in de zaak. Zakjes die zo te zien al erg lang in deze doos zaten. Geen wonder, wie neemt er passievruchtenthee, geraniumthee, kaneelthee? En daar tussen vergeefs zoeken naar een zakje Pickwick of Earl Grey. Op! Het werd rooibos.

Geheel los van Dazzle painting deze grap: het blanke gevangenispersoneel (Zuiden van de VS) lacht zich rot.

Dazzle painting

To dazzle betekent verblinden of begoochelen.Als beginner in de streepjeskunde vroeg ik me eerder al af wat de begoochelende werking van streeppatronen zou kunnen zijn. Gisteren vertoonde National Geographic een film die de volgorde waarin de grazers in Afrika over de savannen trekken uitlegde: eerst de zebras dan de gnoes, dan de gazellen. Die volgorde werd verklaard uit de soorten van begroeiing die de dieren eten. Eerst het grove spul, later de verfijning.Ik zag de zebra's voorop lopen en dacht: die zijn ook lastig in het vizier te houden voor roofdieren. Zouden ze niet daarom voorop lopen?

Dit indachtig het verhaal van de Dazzle painting, die in de Eerste Wereldoorlog en daarna werd toegepast door de Engelsen tegen de Duitse onderzeeboten. Er was in Engeland een soort waterloopkundig laboratorium waar eens, bij een koninklijk bezoek, George VI (een ervaren zeevaarder) in oktober 1917 een miniatuurschip moest zien te raken. Hij miste falikant, het beschilderde schip koerste Zuid-West. De koning - die zijn torpedo voor de boeg moest mikken als was hij de onderzeebootkapitein - dacht dat het Oost-Zuid-Oost voer. Talloze proeven. Het werkte. Maar de verschillen waren op den duur toch niet doorslaggevend. In 1987 maakte Albert Roskam het boek 'Dazzle painting, kunst als camouflage, camouflage als kunst' (Van Spijk 1987) bij een unieke expositie in het Maritiem Museum 'Prins Hendrik'. Waaruit deze foto's.

en haar naam?
de verschijnselen

Plant is ziek

De grote, onverwoestbare potplant die al jaren naast me in de kamer staat zonder dat ik weet hoe ze heet, die plant is ziek. Soms als ze - het is een vrouwtje - op zoek naar licht zich uit haar evenwicht groeide zaagde ik een tak af, wat ze geduldig accepteerde. Ergens anders improviseerde ze dan vliegensvlug wat aangroei. Maar de laatste weken gaat het niet goed met haar. Er zit een kleverige substantie op de bladeren, bruine vlekjes ook. En ze vallen zomaar af. Wat te doen?

Zo'n plant staat je na. En nu kleeft ze en heeft vlekjes. Als ik niets doe is ie zo dood. Met een afgevallen blad ging ik de deskundigen langs.'Te veel water,' zei er een.'Tocht,' zei een ander. Hoe dan ook, bladluis was het. Aangeraden werd een mengsel van groene zeep en spiritus, met lauw water. Ik heb alle resterende bladeren en bladstelen er stuk voor stuk mee ingesmeerd. Onder en boven, drie keer nu, maar resultaat zie ik nog niet.

Pagina's