Tahon in Hannover

 'Tweelingen' heet het monument dat Johan Tahon ontwierp voor de stad Hannover. Kerk en Synagoge, Ecclesia en Synagoga, die twee. De monotheïstische tweelin­gen die beide hun gelijk koesteren. Op 4 mei aanstaande wordt het on­thuld.

 Mijn eerste en laatste bezoek aan Hannover was in de Trümmerzeit. Het gezin reed in 1958 in de Renault Dauphine uren langs de Grüne Welle tot we verdwaalden in een buitenwijk met nieuwe witte huisjes, maar zonder bestrating of verlichting.

 Plotseling zag ik een lichtje. In de duistere wijk stond aan het raam van een huisje een verlicht aquarium. De bewoner wees ons de weg naar Herr Doktor von Bothmer. Zijn huis was nieuw, maar het geld was op, zodat we op kale vloeren sliepen. En andij­vie stamppot aten bestaande uit aardappel en soms een blaadje, zonder stukjes spek.

 De volgende ochtend werden mijn broer en ik naar het centrum gestuurd, met de tram. We aansch­ouwden het Hauptbahnhof.

 Een massieve Wilhelminische onderbouw was na de bombardementen van Bomber Harris blijven staan, met daar bovenop gammele bouwsels van hard- en zachtb­oard, waar stoom­locomotieven doorheen reden. Het was prachtig.

Tags: 

Johan Tahon in Den Haag

 In de werken van Tahon huist heel de traditie van de beeldhouwkunst. Hoezeer ledematen ook losraken of klonteren, het blijven gestalten en gezichten zoals je ze ontwaart in je ooghoeken.

 Tahon balanceert op de rand van het net genoeg. Een groot geluk, waar veel beeldhouwkunst overingevuld is, zo afgewerkt en compleet dat de toeschouwer denkt, wat blijft me nog over. In 2006 had hij een solo in Beelden aan Zee nu zit hij prominent in de zomerexpositie Vormidable in het museum en aan het Voorhout.

 Groepen van hem staan in de Kloosterkerk zoals het gezin in 'Triade' (2014). Zo weinig als er nodig is om een naderende of toekijkende figuur op te roepen. Wegwaaiende gezichten en gestalten. Het raadsel dat in elk beeld zit, aanduidingen die je net genoeg in handen geven om nogeens en nogeens te willen kijken.

 Het materiaal laat hij zien. Tahon is een gipsman. Breuken in het gips, pot­loodstrepen, hout van de staketsels. Maar hij werkt ook wel met polyester.

 Soms herken je in zo'n gestalte opeens een nuffig koppie boven een sierlijk geheven knie en hoge hak, zoals in de kerk bij - als het zo heet -  'Nicaea' (2015). Giacometti, zijn held, hield vast aan het eens geziene. Of dat bij Tahon zo is weet ik niet.

 Een duo van Tahon overbrugt de afstand van Beelden aan Zee naar het Voorhout. Ze wuiven elkaar toe. De man van het Giacometti‑achtige stel lijkt van gips maar is uitzonderingsgewijs in witgeschilderd brons, hij mag op het Voorhout nat worden. De vrouw, onderdak in Beelden aan Zee, is herkenbaar aan een suggestie van kapsel en sierlijk rokje.

 Veel resten bij Tahon. Gezichtsresten, resten van klassieke ornamentiek.

 De Kloosterkerk is van 12.00 tot 16.00 open. 

Beelden op het Voorhout

 Vanmiddag stond ik op het Haagse Voorhout precies op de plaats waar gisteren twee koninginnen stonden, bij de opening van de jaarlijkse beeldenroute. Hoe voelde dat nou? Terwijl ik nota bene wist dat ze per sms elkaars kleren op elkaar hadden afgestemd? Het Voorhout heeft misschien teveel koninginnen voorbij zien gaan.

 Vorig jaar waren er Franse beeldhouwers die het Voorhout op tal van manieren hadden gepenetr­eerd, over­woekerd, naar hun handen gezet. Die lieten zien dat het kon, kunst in de openbare ruimte.

 Hoe veroverden de Belgen het Voorhout? Twee koninginnen hadden ze al. Levende kunstwerken. Die in een voorpagina-lach schoten bij de - vrij naar Hundertwasser - in een rijdende tuin veranderde Renault 4, de 'Earth car' - hij rijdt echt - van Peter de Cupere. Niet wetend van de 'draagbare tuin' van P.J.Roggeband, die toch oorspronkelijker is. Maar Roggeband is geen Belg.

 Goed passend nabij de executieplaatsen van de gebroeders De Witt en Oldebarnevelt vond ik de Vrijwillige Individuele Publieke Automatische Gevangenis van Leo Copers, een professionele, zeer Amerikaans aandoende kooi waarin je je na inworp van een euro vijf minuten kunt laten opsluiten. Een nogal griezelig, volautomatisch modern schandblok. Niemand die het aandurfde.

 Ook de monumentale sokkels die niets dragen van Leon Vranken passen hier. En de Albert Speerachtige bergplaats van Renato Nicolodi die ook een mausoleum zou kunnen zijn.

 Maar het bleven bescheiden zetstukken op het uitgestrekte Voorhout. De mooiste - van de zelfde artiesten ‑ heeft het museum Beelden aan Zee voor zichzelf gehouden. Ga maar kijken.

 En dan is er op het Voorhout en aan zee het werk van Johan Tahon. Die als gipskoning een regenvrij onderkomen kreeg voor zijn wonderbaarlijke beeldengroepen in de Kloosterkerk. Tahon, een hoofdstuk apart, waarover morgen meer. 

Johan Tahon

 Vlaamse beeldhouwers deze zomer in Scheveningen ('Vormidable' in Beelden aan Zee) en op de Voorhout. Onder wie Johan Tahon (1965) uit Oudenaarde. Alchemisten, zei hij, beweerden dat ze goud wilden maken, maar wisten dat dat niet kon. Ze zeiden ook wel dat ze 'god' wilden maken. Het waren kunstenaars.

 Liefst wilden ze gewoon bezig blij­ven, in hun werkplaatsen, aan de rand van de maatschappij. Tahons vriend, de dichter Peter Verhelst hoopte een regel te schrijven waarvan de lezer dood zou neervallen. Zei Tahon: 'Een kunstwerk moet een opening laten. Van een regel die alles zegt zou alleen Verhelst zelf dood neervallen.'

 Tahon ziet zich als sjamaan. Vertelde van een sjamaan die wist dat hij door een god was ziekgemaakt. Maar deze god wist dat de sjamaan sterk genoeg was om zichzelf te genezen. De kunstenaar, de sjamaan, doet verslag van zijn genezing. In de hoop dat dit ook anderen helpt.

 En over zijn held Giacometti: 'Die was zeer begaafd. Hij had ieder vak kunnen kiezen, maar koos voor de beeldhouwkunst, het enige dat hij niet begreep.'

 Dit zei hij bij zijn eerste optreden in Beelden aan Zee in 2006. Vanaf 20 mei is ie er terug. En vanaf 27 mei ook bij Gerhard Hofland in Amsterdam. 

Tags: 
Kozyrev spiegel (2001)
Johan Tahon
In Fluïdum (1996)

Johan Tahon

 Een fluïdum is een vloeiende stof die kan stromen en vervormen, waardoor hij niet kan worden belast met het gewicht van een andere stof. 'In fluidum' (IF) heet de uitzonderlijke tentoonstelling van de Vlaamse beeldhouwer Johan Tahon (1965) die nu een week loopt in Beelden aan Zee in Scheveningen. Daar kom je terecht in het gesprek dat Tahon voortdurend met zichzelf voert. Wat helpt is het boek dat Lannoo over hem uitbracht en de film waarin je hem aan het werk kunt zien aan de 'verschijningen tussen geest en lichaam' in z'n atelier in Oudenaarde.

 Daarin vertelt hij dat alchemisten goud wilden maken, maar dat ze wel wisten dat dat niet zou lukken, ze zeiden ook wel dat ze 'god' wilden maken. Maar eigenlijk wilden ze het liefst gewoon bezig blijven in hun werkplaatsen, aan de rand van de maatschappij.Tahon heeft het over de kunstenaar als sjamaan. Hij vertelt van een sjamaan die wist dat hij door een god was ziekgemaakt. Maar deze god wist dat de sjamaan sterk genoeg was om zichzelf te genezen. De kunstrenaar, de sjamaan, doet verslag van zijn genezingsproces. In de hoop dat dit ook voor anderen van belang kan zijn.Zijn vriend de dichter Peter Verhelst hoopte een regel te schrijven waarvan de lezer dood zou neervallen. Zegt Tahon: een kunstwerk moet een opening laten. Van een regel die alles zegt zou alleen Verhelst zelf dood neervallen. En over zijn held Giacometti: 'Die was zeer begaafd. Hij had ieder vak kunnen kiezen, maar koos voor de beeldhouwkunst, het enige dat hij niet begreep.' Later meer over Tahon.PS. De Russische wetenschapper Kozyrev werd oa. bekend door telepathisch onderzoek en experimenten met spiegels.