Vlaamse beeldhouwers deze zomer in Scheveningen ('Vormidable' in Beelden aan Zee) en op de Voorhout. Onder wie Johan Tahon (1965) uit Oudenaarde. Alchemisten, zei hij, beweerden dat ze goud wilden maken, maar wisten dat dat niet kon. Ze zeiden ook wel dat ze 'god' wilden maken. Het waren kunstenaars.
Liefst wilden ze gewoon bezig blijven, in hun werkplaatsen, aan de rand van de maatschappij. Tahons vriend, de dichter Peter Verhelst hoopte een regel te schrijven waarvan de lezer dood zou neervallen. Zei Tahon: 'Een kunstwerk moet een opening laten. Van een regel die alles zegt zou alleen Verhelst zelf dood neervallen.'
Tahon ziet zich als sjamaan. Vertelde van een sjamaan die wist dat hij door een god was ziekgemaakt. Maar deze god wist dat de sjamaan sterk genoeg was om zichzelf te genezen. De kunstenaar, de sjamaan, doet verslag van zijn genezing. In de hoop dat dit ook anderen helpt.
En over zijn held Giacometti: 'Die was zeer begaafd. Hij had ieder vak kunnen kiezen, maar koos voor de beeldhouwkunst, het enige dat hij niet begreep.'
Dit zei hij bij zijn eerste optreden in Beelden aan Zee in 2006. Vanaf 20 mei is ie er terug. En vanaf 27 mei ook bij Gerhard Hofland in Amsterdam.