Johnny Menmonic - Robert Longo (1995) rtl7
Le amiche - Antonioni (1955)  dvd
Everest, to the summit  - (?)  Discovery Channel

Ondertitelkunst?

Al wat je nodig hebt voor dit spel is een digitale camera en een willekeurige tv-avond. Voorwaarde is wel een aanbod met veel ondertitels. Nu wordt de jacht geopend. Denk de film of serie weg. Kijk door de zoeker van de camera en probeer de juiste combinaties van tekst en beeld te vangen.

Wat zijn de juiste combinaties? Die ontstaan als losgeraakte dialoogregels een raadselachtig commentaar gaan geven op het beeld waarin zij staan.Soms als de titels die Magritte gaf aan zijn schilderijen. Dan weer als balloons in schilderijen van Lichtenstein. Met dit verschil dat hier de snelheid en vaardigheid van de fotograaf de doorslag geven. Het digitale vlindernetje. De maker heeft al z'n instincten voor absurditeit, al z'n gevoel voor filmclichés, rare acteurshoofden en bizarre scènes paraat. Er ontstaat instant kunst. En, tv wordt opeens weer leuk. Stuur er een paar.

Rudy Kousbroek

 Eerste zomerse dag. Zou er zoiets bestaan als een parallel universum? En hebben de dieren daar veel makkelijker toegang toe dan wij? Ik zat bij Rudy Kousbroek in de tuin, niet om over Marianne Thieme te praten maar over het derde boek in zijn Fotosyntese serie 'Het raadsel van de herkenning'.

 Foto's en teksten over die foto's. Nog weer mooier. Je leest, kijkt en moet mee. Wat de foto's gemeen hebben is, zegt hij: 'Het onmogelijke, het mysterie, iets dat niet kan, een geheim.' En dan: 'Het geheim is meestal au fond het geheim van de dood.' Na de radio-opname (maandag na 21.00 te horen in De Avonden) laat hij me de katapult zien die hij heeft gemaakt van een waterpomptang, elastiek, ijzerdraad en een leren riempje. Het wapen is bedoeld om mee op reigers te schieten die het regelmatig op de vissen (oa. karpertjes) in z'n vijver hebben gemunt. En paar welgemikte steentjes en weg is zo'n reiger, geen verwondingen, echt niet. Rudy had als kind in Indië al een katapult. 'Gek, je verleert het nooit.'Ik mocht hem proberen. Lekkere katapult.

Airline USA, het personeel

Airline

Televisie in het voorgeborchte van de luchthavens. Er zijn twee series, Airport en Airline. Regelmatig op de pulpnetten. Het draait om de in zichzelf opgeslotenen. Zij die een geheel eigen wereld met zich mee dragen. Niet te beschreeuwen. Airport kwam sinds 1996 van de BBC. Grondpersoneel, douane, immigratiediensten iedereen die daar werkt komt erin voor. En een handvol passagiers.

Airline komt sinds 1998 (veel Easyjet, veel Liverpool) van ITV en heeft ook een Amerikaanse versie, zondag om 0.35 weer op Net 5. En dan blijkt dat de mensheid steeds weer in twee delen uiteen valt: bedienend personeel en klanten. Of beter verwende kinderen en hun ouders. Zie de medemens. Niet voor rede vatbaar. Altijd willen ze de chef spreken. Vaak zijn ze dronken. Dronken mensen ontkennen dat ze dit zijn. Ze reizen al jaren met Southwest of Easyjet, maar dit? 'Die vrouw heeft een hekel aan me'. Ze moeten morgen in Dallas zijn want hun moeder is jarig en dat is de liefste vrouw van de wereld. Ademloos staar ik naar de geuniformeerden (niet voor niks, uniform definieert functie, schept afstand) die dit soort gedrag elke dag weer in banen leiden en altijd redelijk blijven. De klant is koning. Maar wat voor een koningen en koninginnen zijn dit? En wat werkt? Klantvriendelijkheid als beton.

Binoche kijkt, wij kijken Binoche
het smakeloze ding boven de tafel is van blauw glas en het rinkelt soms

Kieslowski

 Afgelopen zaterdag was 'Bleu' (1993) van Kieslowski te zien op Canvas, de eerste uit zijn film-ode aan Frankrijk. Zaterdag as. 14 april om 23.30 vervolgt de VRT het drieluik met 'Blanc' (1994), misschien de mooiste, zeker de geestigste. Op de 21ste komt 'Rouge'.

 'Bleu' hield me afgelopen zaterdagnacht gevangen, ook al omdat ik stierf van de rugpijn. De film draait op het gezicht van Juliette Binoche, de weduwe die moet zien dat ze haar wereld weer bewoonbaar maakt. Haar man was componist. Zijn dood zet een stroom van gebeurtenissen in gang. Hij heeft een onvoltooid 'zanglied voor de volkeren van Europa' (zo dachten Polen in 1993, maar ik kom niet om Reve heen) nagelaten, alsook een kind in de buik van een vriendin. Kortom, je houdt je hart vast, maar alles komt terecht, door Kieslowski's onnavolgbare manier van associëren.

 Hij goochelt met leven en dood, gaat voor geen cliché opzij en schept als het uitkomt samenhang door 'te toevallige' gebeurtenissen. Aarzelt ook niet er een nest pasgeboren muizen tegenaan te gooien, waarna Binoche een kat moet gaan lenen. En laat haar eindeloos baantjes trekken in een leeg, blauw zwembad. Zijn filmlogica gooit los wat in het verhaal vast zit. Je gaat denken 'zo is dus de logica van de dood'.En, waagstuk, maar alles komt terecht. Van een kluwen losse eindjes naar een meesterlijk open einde.

geboortehuis, Tweede Jan Steenstraat 107, Amsterdam. Pasen 2007

Bordewijk (2)

 Veel bindt me aan F.Bordewijk. Na Bint en Karakter heb ik vrijwel alles van hem gelezen. We bezochten het zelfde Haags gymnasium. En ik woon vlakbij zijn Amsterdamse geboortehuis. Op eerste Paasdag ben ik er langs gefietst (bij de Amstel, Tweede Jan Steenstraat 107, de bel-etage). Bordewijk woonde zijn eerste tien levensjaren in Amsterdam.

 Hij ging er nog vaak kijken. De 'architectuurroman' Bloesemtak speelt er. Bordewijk kende de Nederlandse steden grondig. Een topomaan, net als ik. Hij bezat veel kaarten en plattegronden (de atlas van Loman uit 1876), wist details van afwijkende huisnummering (zie de Parelduiker 2 uit 2005). Veel zondagen besteedde hij aan 'geveltjes kijken'. In 1984 bracht ik een lange avond door met zijn dochter Nick (Nina) Funke-Bordewijk in Wassenaar, een interview ter gelegenheid van een jubileumuitgave van Bint.Ze vertelde over 'váder' (nooit zoveel sherry gedronken, en toen nog met de auto terug naar Amsterdam) die daar zat te schrijven in de huiskamer, temidden van vrouw en kinderen, schrift op de knieën. En legde uit dat de regel binnen de familie was dat literatuur en leven strikt gescheiden bleven. Haar broer Robert is gestorven (in 2003) zonder ooit in het openbaar en woord over zijn vader te hebben gezegd. Maar zij?

 Wat ik al niet te horen kreeg. Vader was tandengek, hij wist van elke bezoeker na diens vertrek precies de toestand van diens gebit. En vader was geestig, heel geestig. Veel van die grapjes heb ik weggemonteerd, te hemeltergend flauw. Bordewijk was bij alles ook een 'kwiebus' (J.A.Dautzenberg). Van haar kreeg ik ook het filmscenario voor Bint (1949) waarin vader de malle namen had genormaliseerd. Hij vond ze niet leuk meer. Klotterbooke en Van der Kabargenbok werden Willemse en Van Halen. In Den Haag nog even het eerste huis daar bekeken (Van Swietenstraat 88, boven, bij het Koningsplein) en het laatste (Jacob de Graeflaan 8, bij het Gemeentemuseum).

Tags: 
Portret van Bordewijk
Beluister fragment
mille fleurs-stof van jaren '40, tweedehands gekocht in 1968.
bloemetjesjurken op de markt

Mille fleurs

Op de markt opeens bloemetjesjurken, rekken vol. Gedragen worden ze nog niet. Misschien dit weekend.Ik moet dan aan W.F.Hermans denken.

De meest aangrijpende scène in zijn werk staat voor mij in 'Ik heb altijd gelijk' (1951). Het is de scène waarin Lodewijk Stegman zijn niet zo mooie vriendin Gertie - middels een hysterische winkelexpeditie, die ze oa. bij Hirsch op het Leidseplein brengt - wanhopig probeert aan te kleden als een vrouw van de wereld. Het geld dat hij eraan uitgeeft is het familiekapitaal van Gerties ouders, maar dat weet dan nog niemand.Het lukt niet, Gertie blijft Gertie. En in het achterhoofd van Lodewijk blijft het vriendinnetje spoken dat hij had voordat hij als dienstplichtig militair naar Indië vertrok, Ernie. Ernie was wel mooi. Maar Ernie koos voor een jongen met geld. 'Zij heeft mij gezegd hoe het heette... Mille fleurs... Je weet toch dat ik niet van Erik houd. Maar wat moet ik dan? Ik ben straatarm, ik word ziek op dat kantoor. Ik kende hem toch al toen ik jou ontmoette, je wist het toch. - Mille fleurs...duizend...nee duizend bloemen waren het er toen ook al niet.'

Sol LeWitt
het trappenhuis in het Gemeentemuseum in Den Haag. tijdje overgeschilderd geweest, nu terug.
Three x Four x Three (1984)

Sol LeWitt (1928-2007)

De meester van de minimale conceptuele kunst is dood. 'De kubus werd zijn handelsmerk.''Hij hield zich bezig met natekenen van reproducties van Piero della Francesca, Botticelli, Rubens, Goya en Ingres.''Om vooruit te komen moet je teruggaan tot de essentie, meende hij. En dus maakte hij objecten die waren opgebouwd uit kubussen en vierkanten.' Twee jaar geleden hingen in het Haags Gemeentemuseum nog de foto's die LeWitt in 1980 maakte onder de noemer Autobiography: duizend kiekjes, van Florentijnse kerken, zonsondergangen en New Yorkse graffiti, maar ook van zijn huis in Manhattan. Dodelijk saai.

Lewitt gaf zelden interviews, weigerde prijzen en was cameraschuw. Zijn kunst moest voor zichzelf spreken. Maar wat zegt die kunst?Ik vermoed dat Sol Lewitt probeerde vorm te geven aan zijn eigen absentie. Hij deed dat op een nogal opdringerige, agressieve manier. Een gat in een muur is tenslotte ook iets. Hoe voer je oorlog tegen de charme? Sol LeWitt zit altijd aan de rand van de verveling. Neem het metselkunstwerk op het binnenplein van het Gemeentemuseum. Waarom koos hij net precies andere gele stenen dan die waaruit het gebouw is opgetrokken. Om mij te ergeren? Ik denk het. Hoe vergroot je de onzichtbaarheid van een lijnenspel als op de zijmuur van het GEM?Hoe verwijder je alles wat mogelijk spanning maakt uit een installatie? De verdwijntrucs van Sol Lewitt verkeren in hun tegendeel. Ik krijg die gore smaak niet meer uit mijn mond weg. Kiespijn ook. Het is verschrikkelijk, maar er komen Sol Lewitt tasjes en plastic zakken. Veel.

Bordewijk (1)

De F. staat voor Ferdinand, wat wel overeenstemt met de verschijning van de jonge Bordewijk. Op de foto's een beetje Frederik Fluweel. Later een dandy die makkelijk het Rood Paleis zou hebben kunnen betreden: hoge boord, geloken ogen. Hij lette goed op hoe hij op de foto kwam. De latere 'geheimzinnige foto' die vaak is afgedrukt laat hem zien als donkerogig, vol broeierige onbestemdheid. Zo kun je iemand met in werkelijheid vrij waterige blauwe ogen fotograferen. Hij lette erop, hij deed het erom.

De advocaat Bordewijk hield leven en schrijven strikt gescheiden. Vandaar dat de biografie van Reinold Vugs uit 1995 op veel punten in het duister tastte. Daarin is de laatste jaren verandering aan het komen. Rody Chamuleau lichtte in De Parelduiker 2 van 2005 al tipjes van de sluier op, documenten uit de nalatenchap vrijgegeven door schoondochter Gunilla Bordewijk Ingelsson. Dankzij Gunilla waren er al verhalen als dat van het hoedje, afkomstig uit een brief van degene die als 19-jarige, in 1929 in dienst trad bij Bordewijk. 'Het is voor het eerst dat wij een meisje met rood haar hebben,' zei Bordewijk meteen al.Ze was op zeker dag te laat op kantoor. Desgevraagd legde ze uit dat dat kwam omdat ze onderweg naar haar werk 'het hoedje van haar dromen' had gezien, '89 cent, in de kleur van haar zondagse kleding', dat ze niet had kunnen laten liggen.Bordewijk zag haar laatkomen door de vingers, maar beval: 'Als straf moet je de hoed de gehele dag op kantoor ophouden.'En dat deed zij.En nu is het zo ver. Omstreeks 16 mei verschijnt in De Parelduikerreeks van Bas Lubberhuizen ''F. Bordewijk, nagelaten documenten'' van Rody Chamuleau. 160 pagina's, met illustraties .

Tags: 
lijn 44 (Brussel-Tervuren)
lijn 12 (Den Haag-Duindorp)

Perenblog

In een omgeving als deze krijg je soms een onverwachte knipoog. Deze vond ik op Perenblog. Ik denk dat hij uit Brussel komt.

De schrijver - die ik niet ken - was in Den Haag, met zijn lief, ze zijn onafscheidelijk. Daar reed hij van het station naar het eindpunt van lijn 12, zoals ik pas nog aanried. Hij fotografeerde ook in Den Haag. Hij hanteert een panoramisch formaat, dat mooi raadselachtig afsnijdt. En hij geeft een geschenk terug: de lus die de Brusselse tram maakt in Tervuren. Zodat ik hem vragen kan - hij weet denk ik dat ik Tervuren ken - wat er toch gebeurd is met de idyllische uitspanning aan het water, 'Bij de bootjes', die opeens verdween.

The Truman Show

Gisteren op tv, de klassieke Truman Show van Peter Weir (1998). Over de man wiens leven - zonder dat hij het weet - een tv-soap is. Vanaf zijn geboorte omringd door duizenden acteurs, inclusief ouders, beste vrienden en echtgenote. Tot te veel te toevallig wordt.

Truman wil uit zijn, dit leven. Hij ontsnapt en ontmoet zijn regisseur, de man die denkt dat hij hem bedacht heeft.Deze wereld en godweet een andere. De gedachte 'waar is de uitgang' is vaak geformuleerd. Je kunt er van alles bij halen, van de triomf van de vrije wil tot Plato's grot.Voor mij blijft het mooist de verlangende ontkenning van countryzanger Hank Williams: 'No matter how you struggle and strive, you'll never get out of this world alive' (1952).Het slot van de Truman Show. Truman ontsnapt met zijn boot en zeilt de 'zee' op, de regie laat het stormen, maar Truman doorstaat alles, en - magisch moment - tenslotte vaart zijn boot met de boegspriet dwars door een met wolkjes beschilderd achterdoek. Er is een trap. En een deurtje. Truman ontmoet God. God vraagt hem alsjeblieft nog te blijven meespelen, maar Truman verdomt het.

Pagina's